Johan Bonte begon zijn eigen eerlijke kledingmerk: ‘Ik dank God voor tevreden klanten’

Waarom komt de naam J54 vandaan?
‘J54 is een verwijzing naar Jakobus 5:4 waar staat: Hoor de klacht van het loon dat u de arbeiders die uw velden maaiden hebt onthouden. Het geroep van de maaiers is tot de Heer van de hemelse machten doorgedrongen.
Het is ruim tien jaar geleden dat ik als vrijwilliger bij ZOA regelmatig voorlichting gaf op middelbare scholen over eerlijke kleding. De vragen die ik aan de leerlingen stelde, stelde ik evengoed aan mijzelf. Ik hield en houd van kleding. Het zegt iets over wie je bent, wie ik ben. Maar hoe kon ik genieten van een nieuwe trui terwijl ik steeds meer ontdekte over het leed dat schuilgaat achter de kleding die in onze winkels hangt?
Door de voorlichtingen veranderde ik van een onbewust onbekwame liefhebber van kleding, naar bewust onbekwaam op dit gebied. Ik begon Jakobus 5 vers 4 – en de actualiteit ervan – te begrijpen. Want ook al zijn de velden fabrieken geworden die zich duizenden kilometers verderop bevinden, de klacht van de arbeiders is onveranderd.’
Maar een eigen kledingmerk starten is wel een heel grote stap.
‘We weten inmiddels allemaal dat de kledingindustrie ondoorzichtig is. Het is moeilijk om te ontdekken welke kleding ‘schoon’ is en welke kleding niet. Daarom was mijn eerste stap mínder kleding kopen. In de tijd die volgde, ging ik op zoek naar duurzame alternatieven.
Die waren er wel, maar vaak niet mijn smaak en behoorlijk prijzig. De documentaire Slag om de klerewereld van Teun van der Keuken gaf het laatste zetje. Als ik niet wilde dat mensen zo meedogenloos werden uitgebuit, dan moest ik misschien zelf stappen zetten. Gelukkig ben ik ondernemend aangelegd. Ik heb me eerst intensief voorbereid, en ben toen gewoon gestart met het idee: ik zie wel waar het schip strandt.’
En hoe vaart u?
‘Het begin was heel spannend. Zit hier wel iemand op te wachten, dacht ik toen ik de eerste kledingstukken inkocht. De kick-off bevestigde dat er markt was, vooral ook dat meer mensen worstelen met dit thema. Van de verkoop van J54 kan ik niet leven, en dat hoeft van mij ook niet. Ik heb een vaste baan voor drie dagen in de week, J54 doe ik ernaast.
Op die manier kan ik een goede prijs doorberekenen aan de consument, zonder dat het iets afdoet aan het eerlijke loon voor de makers. Tegelijkertijd ervaar ik dit werk als iets wat God op mijn pad heeft gebracht. Ik bid ervoor en dank Hem voor klanten die tevreden zijn over hun aanschaf, en vooral bewuster zijn van de keuze die ze hebben op het gebied van kleding. Dat is ook winst.’
Is die bewustwording nog steeds nodig?
‘Jazeker. Om mij heen hoor ik nog steeds heel veel mensen hun keuze voor niet-duurzame kleding bagatelliseren met uitspraken als: als ik minder of duurzamere kleding koop, hebben al die andere mensen helemaal geen werk meer. En ergens is een individuele keuze inderdaad een druppel op een gloeiende plaat. Het heeft an sich weinig impact.
Totdat jij met jouw keuze anderen inspireert en zo een grotere massa ontstaat die meer betaalt voor een product en daarmee gemeenschappen de kans geeft systemen te veranderen.
Denk aan een (betere) cao met eerlijke minimumlonen, zodat kinderen niet meer hoeven bij te dragen aan het gezinsloon en naar school kunnen gaan, enzovoorts. Dan hebben we het over goed werk aan twee kanten van de medaille.’
Welke tips hebt u voor consumenten die heus wel iets willen doen?
‘Koop minder kleding. En als je nieuw koopt, zoek dan naar kleding die voorzien is van de keurmerken FairWear en GOTS. Deze keurmerken zien toe op een eerlijk productieproces, van katoenteelt tot de fabrieksarbeid. Ook de prijs van een kledingstuk zegt veel. Bij mij kost een trui zo’n 50 euro. Dat kan, doordat ik geen pand of personeel hoef te betalen. Anders heb je het al snel over 60 tot 70 euro als normaalprijs voor een trui. Eerlijke kleding is vaak ook van betere kwaliteit en gaat lang mee als je er goed voor zorgt. Een mooi eerbetoon aan de arbeider die er hard voor gewerkt heeft.’ ◀