Christelijke scholen vrezen burgerschapswet als bedreiging vrijheid van onderwijs
Christelijke onderwijskoepels beschouwen de aan te passen burgerschapswet als bedreiging voor de vrijheid van onderwijs.
Een op handen zijnde wetswijziging leidt er volgens hen toe dat de overheid straks bepaalt hoe onderwijs over vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit eruit moet zien op scholen, menen zij. Burgerschapsonderwijs is nu ook verplicht, maar mag door scholen volledig vrij worden ingevuld. Dat gaf onduidelijkheid, aldus de VO-raad, de vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs, die scholen ondersteunt om de nieuwe wet op een zo goed mogelijke manier in te voeren. Deze nieuwe wet geeft volgens de raad duidelijke kaders.
Volgens voorzitter Berend Kamphuis van Verus, Vereniging voor katholiek en christelijk onderwijs, is de nieuwe wet gebaseerd op angst en bezorgdheid. ‘De overheid is bang voor verkeerde opvattingen bij burgers. Met de wet in de hand wil de overheid bepalen of scholen wel of niet binnen de grenzen vallen van goed burgerschapsonderwijs.’ De vernieuwde burgerschapswet is al twee jaar onderwerp van gesprek in de politiek. Eind vorig jaar nam de Tweede Kamer het wetsvoorstel aan. De verwachting is dat na bespreking begin juni de Eerste Kamer op 15 juni zal instemmen met de aangepaste wet. Die geldt dan per 1 augustus voor basis- en middelbare scholen. De wet verplicht middelbare scholen bijvoorbeeld om leerlingen kennis over en respect voor verschillen in godsdienst, geslacht en seksuele gerichtheid bij te brengen.
democratie
Volgens Kees de Groot, beleidsadviseur bij de reformatorische Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS), gaat de overheid nu deels bepalen hoe mensen moeten denken. ‘Past dat wel in een democratie?’ Volgens Kamphuis moet de overheid juist benadrukken dat alle diverse meningen ertoe doen.
Eerste Kamerleden van de SGP wilden van onderwijsminister Arie Slob weten of scholen straks nog wel mogen vertellen dat abortus in strijd is met de bijbelse visie waaruit blijkt dat je niemand mag doden. Slob antwoordde dat scholen in hun burgerschapsonderwijs ruimte houden voor het uitdragen van hun identiteit, ook bij onderwerpen als abortus en homoseksualiteit. ‘Van het censureren van opvattingen is geen sprake.’
De Groot is hiermee niet gerustgesteld: ‘Op dit moment zegt Slob dat scholen hun ruimte behouden, maar hoe ontwikkelt zich dat wanneer er een nieuw kabinet komt? Blijft er dan nog ruimte voor orthodox-christelijke opvattingen in het onderwijs?’
