‘Veilig land’ in asielzaak moet beter
De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid moet in asielzaken van vreemdelingen uit landen die zijn aangemerkt als veilig beter motiveren waarom dat land veilig zou zijn. Volgens de Raad van State zijn de bronnen waarmee het kabinet de oordelen onderbouwt niet altijd goed genoeg.
Den Haag
De hoogste rechter in dit soort zaken concludeerde dit woensdag in een uitspraak over een zaak van een biseksuele transgender man uit Mongolië, maar de uitspraak kan ook gevolgen hebben in andere dossiers in de toekomst.
Demissionair staatssecretaris Ankie Broekers-Knol moet er volgens de zogenoemde Europese Procedurerichtlijn voor zorgen dat het oordeel actueel en voldoende onderbouwd is. In de richtlijn staat welke bronnen daarvoor gebruikt moeten worden. Het gaat dan onder meer om Europese organisaties en de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties. Nu worden voor herbeoordelingen ook andere bronnen aangehaald, zoals het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat mag alleen als de bronnen uit de richtlijn onvoldoende informatie opleveren, oordeelt de Raad van State nu.
In het geval van de Mongoliër wiens aanvraag was afgewezen, is niet goed genoeg gekeken of de situatie in zijn concrete geval wel echt veilig is. Zijn advocaten hebben allerlei argumenten aangedragen waarom dat niet zo zou zijn. Daar moet beter naar gekeken worden, vindt de hoogste bestuursrechter van Nederland. De uitspraak betekent dat de staatssecretaris vaker uitgebreid moet onderzoeken of de kwalificatie van een veilig land nog wel klopt.
De Vereniging Asieladvocaten & Juristen Nederland (VAJN) is blij dat de staatssecretaris scherper moet kijken naar veilige landen, zegt secretaris Igna Oomen. ‘Voorop moet altijd blijven staan dat iedere individuele zaak zorgvuldig wordt beoordeeld. Het oordeel kan zijn dat een land in principe veilig is, maar dat ontslaat de staatssecretaris niet van een zorgvuldige beoordeling op basis van de situatie en argumenten van een asielzoeker zelf.' <