‘Donateurs begrijpen dat mensen in arme landen harder getroffen worden door de crisis’
Het valt medische, noodhulp- en ontwikkelingsorganisaties op dat donateurs meer en spontaner geld geven. Dat is hard nodig, want de nood is nog groter door corona. Bedrijven geven juist minder door de onzekere economie.
-
- Annegina Randewijk, Sanne van Grafhorst aangepast 07:19

Hulpverlener Sungeni Ngonamo van Red een Kind geeft extra voedselhulp aan jonge gezinnen in Malawi tijdens de coronapandemie.
(beeld Anneke Jagau)Amersfoort
Uit onderzoek van het Nederlands Dagblad blijkt dat tien goede doelen die actief zijn in ontwikkelingslanden tijdens de coronacrisis meer giften van particulieren hebben gekregen. De officiële cijfers van de jaarverslagen zijn nog niet bekend, maar die toename – sommige organisaties boeken zelfs een groei van dertig procent – is voor veel goede doelen een opsteker na een lastig crisisjaar.
‘Het is een lichtpuntje in een juist landelijke trend van minder geven’, aldus professor filantropie en duurzame economie Paul Smeets van Maastricht University. Hij is blij verrast met de uitkomsten van de inventarisatie, omdat in oktober toezichthouder CBF juist een afname zag van particuliere giften over de hele breedte bij Nederlandse goede doelen. ‘Veel organisaties missen de evenementen, zoals sponsorlopen, waarmee zij normaal gesproken veel geld ophalen.’
Smeets ziet wel dat de goede doelen die noodhulp verlenen in landen waar corona de lokale economie hard onderuithaalt, meer donaties genereren. ‘Het onderzoek van het CBF werd uitgevoerd onder alle goede doelen. Daar zie je dat juist heel effectieve programma’s die minder emotionele betrokkenheid opwekken, zoals donaties voor een muskietennet of ontwormingspil, nu snel teruglopen. Een ontwormingspil klinkt niet zo aantrekkelijk, maar maakt indirect een enorm verschil in de bestrijding van armoede.’
‘Als het economisch minder gaat, zie je de giften dalen. De hoogte van donaties beweegt mee met het bruto nationaal product.’ Dat juist christelijke en medische noodhulporganisaties aangeven dat zij een stijging zien in particuliere donaties, vindt Smeets goed nieuws. ‘Als gelovige mensen juist meer zijn gaan geven, laat dat zien dat dit landelijk ook mogelijk is. Want ook zij hebben te maken met de economische gevolgen van de pandemie, maar besluiten hier anders op te reageren.’
Red een Kind-woordvoeder Anki van Bruggen geeft aan dat zij over het hele jaar acht procent meer giften ontvingen dan het jaar daarvoor. ‘Wij hebben gemerkt dat sponsors van kinderen trouw blijven geven. Daar waren wij heel blij mee, omdat we veel normale programma-activiteiten tijdelijk moesten stoppen.’
Volgens Van Bruggen hadden de coronamaatregelen ook invloed op het werk met de sponsorkinderen. ‘De meeste bijeenkomsten waar kinderen hun brieven schrijven en een foto laten maken, konden niet doorgaan. Daar hadden onze sponsors gelukkig begrip voor.’ Bij Red een Kind werd vooral gul gegeven aan het coronanoodfonds. ‘We kregen van donateurs te horen dat kinderen die het al zo moeilijk hebben, niet extra de dupe mochten worden van de coronamaatregelen. Zij begrijpen dat mensen in arme landen harder getroffen worden door de coronacrisis dan wij in Nederland.’
Prof. Dr. Paul Smeets - beeld maastricht university / Wim Smeets
harder nodig dan ooit
COVID-19 heeft mensen ook bewust gemaakt van hun eigen en andermans kwetsbaarheid, denken de goede doelen. Prisma-directeur Haaije Feenstra: ‘Het leven is niet maakbaar gebleken. Waar we in Nederland sociale zekerheid kennen, hebben inwoners van arme landen meestal geen vangnet, laat staan toegang tot goede gezondheidszorg. In deze gedeelde crisis hebben veel mensen daarom hun verantwoordelijkheid genomen om anderen te helpen.’
Ook hoofd fondsenwerving Judith Oude Sogtoen van Amref Flying Doctors herkent dit beeld bij hun achterban. ‘Een van onze belangrijkste programma’s en speerpunten is het opleiden van meer Afrikaanse zorgverleners. Deze zijn nu nog harder nodig en dit is door de coronacrisis steeds duidelijker geworden. We moeten dit virus met z’n allen niet alleen Nederland, maar de wereld uit krijgen. Daar zijn denk ik veel mensen zich bewust van geworden.’
Hoewel de organisaties blij zijn met de inkomsten, willen ze niet alleen de loftrompet steken. ‘Dorcas heeft bijvoorbeeld de kringloopwinkels tijdelijk moeten sluiten’, zegt Feenstra. ‘De opbrengst die daar normaal gesproken uit voortvloeit, een miljoenenbedrag, kan niet gecompenseerd worden met particuliere donaties.’
Woord en Daad ondervindt ook last van het sluiten van de kringloopwinkels. ‘De inkomsten van de kringloopwinkels en onze vrijwilligersactiviteiten zorgen normaal voor een flink deel van onze particuliere inkomsten. Gelukkig hebben we een brede ‘donormix’ van particulieren, bedrijven, vermogensfondsen, kerken, scholen en subsidieverstrekkers. Daardoor zijn we niet heel afhankelijke van één bepaalde groep, maar zien we dat verschillende typen donateurs elkaar compenseren’, aldus persvoorlichter Marlies Moret-Verwoerd.
Andere fondsenwervende activiteiten konden vanwege de pandemie ook niet doorgaan. Zo blies World Vision de scholenactie Zip your Lip af en zette Tearfund grotendeels een streep door de jongerenactie Nacht Zonder Dak en het pop-uprestaurant Happietaria.
‘We hebben afgelopen jaar gezocht naar coronaproof alternatieven voor fondsenwerving, zoals de Peer2Peer-actie The Climb, waarbij mensen thuis hun trap beklommen en zo geld inzamelden voor verschillende projecten. En ook ons online kerstconcert was een groot succes’, meldt persvoorlichter Suzanna Blackmore van Tearfund.
bedrijven
Verschillende organisaties zien wel een duidelijke terugloop in donaties van bedrijven. ‘Bedrijven hebben het heel zwaar. Dat zorgt ervoor dat zij hun donaties terugschroeven’, aldus hoogleraar Smeets. Hulporganisatie Tearfund herkent dit. ‘Ook bij kerken (collecte-inkomsten) en bedrijven zagen we juist een terugloop in het aantal giften. Bedrijven doen minder makkelijk toezeggingen, terwijl we aan de programmatische kant juist meer geld nodig hebben om ons werk te kunnen blijven doen’, benadrukt Blackmore.
De kosten van bestaande hulp- en ontwikkelingsprogramma’s lopen ondertussen door, terwijl de nood in de wereld door corona is gestegen. De toename aan giften is dus hard nodig, aldus veel organisaties.
‘Ik maak me grote zorgen om de toename van armoede als gevolg van de pandemie’, aldus Smeets. Hij noemt als grootste zorg de onderbreking of zelfs in het geheel afbreken van de schoolgang. ‘De pandemie is een enorme klap voor de gelijkstelling van jongens en meisjes. Meisjes in ontwikkelingslanden hebben sowieso te maken met achterstelling, maar dit zal door de ontstane armoede alleen maar verder toenemen.’ <
‘wij krijgen meer dan we nodig hebben’
Naam: Jacco Hak
Leeftijd: 27
Woonplaats: Nieuw-Lekkerland
Jacco en Naomi Hak sponsoren sinds kort vier kinderen. - beeld privé
Afgelopen december besloten mijn vrouw Naomi en ik mee te doen aan het sponsorprogramma van Woord en Daad. In Colombia, Guatemala en Burkina Faso ondersteunen wij sinds kort vier kinderen in de leeftijd van vier tot en met acht jaar. Daardoor kunnen zij naar school en hebben ze toegang tot allerlei voorzieningen. De beslissing om aan dit programma mee te doen, komt vooral voort uit het feit dat wij het erg goed hebben. Naomi en ik hebben allebei een fulltimebaan op hbo-niveau en onze hypotheek is vrij laag. Daardoor hebben we veel te besteden. We geloven dat we al onze welvaart van God hebben gekregen. Als je meer krijgt dan je nodig hebt, mag je daar ook van uitdelen. Elke maand storten we daarom een vast deel van ons loon in een digitaal spaarpotje voor goede doelen. Het sponsorprogramma spreekt ons aan, omdat je heel concreet ziet waar het geld aan besteed wordt. Het is een verbintenis die je aangaat voor langere tijd, meestal tot het kind achttien jaar is. Het is heel mooi om op deze manier bij te kunnen dragen aan het leven en de toekomst van de kinderen.