Hoe begeleid je je kinderen bij de keuze voor een vakkenpakket?
De profielkeuze bezorgt zowel middelbare scholieren als hun ouders stress. Achteraf krijgt 13 procent van de leerlingen spijt van het gekozen vakkenpakket.
- Eymeke Verhoeven aangepast 06:49

Het pakket dat leerlingen uit de derde klas van de havo en het vwo kiezen, bevat niet alleen vakken maar ook een carrièrerichting. ‘Veel 14- en 15-jarigen zijn nog niet ver genoeg ontwikkeld om zo’n beslissing te nemen’, zegt ontwikkelingspsycholoog Saskia Kunnen van de Rijksuniversiteit Groningen, die gespecialiseerd is in studiekeuze en identiteitsontwikkeling. ‘Het kan bijvoorbeeld dat je het op die leeftijd eng vindt met mensen te werken, terwijl je er later geknipt voor blijkt te zijn. Er verandert, kortom, nog van alles.’
worsteling
Van de middelbare scholieren uit het derde jaar heeft 40,8 procent nog geen voorkeur voor een beroepsrichting, blijkt uit onderzoek onder ruim driehonderd tieners door Sanne Akkerman en haar collega’s. De pakketkeuze kan stressvol zijn, concludeert de hoogleraar onderwijswetenschappen op de afdeling Educatie aan de Universiteit Utrecht. ‘In ons onderwijssysteem moet alles efficiënt: er is weinig ruimte iets over te doen. Daardoor ontstaat druk. Bovendien krijgen jongeren allerlei meningen mee, van ouders, klasgenoten, docenten en decanen.’
‘Ouders pushen uit liefde; je wilt dat je kind gelukkig wordt.’
Vaardigheden die nodig zijn om weloverwogen te kiezen, zijn bij pubers nog in ontwikkeling, legt Kunnen uit. ‘Bijvoorbeeld kijken naar langetermijndoelen, systematisch denken onder invloed van emoties, en risico’s inschatten. Dat kan ertoe leiden dat iemand gaat voor vakken die eigenlijk te moeilijk zijn, of juist voor ‘lekker makkelijk’ en daarmee deuren sluit.’ Leerlingen die kiezen voor het profiel natuur en gezondheid (NG) of natuur en techniek (NT), hebben namelijk tot meer studies toegang dan leerlingen die gaan voor cultuur en maatschappij (CM) of economie en maatschappij (EM). En dus dringen relatief veel ouders aan op zo’n exact vakkenpakket, weet Hermien Miltenburg, oudervoorlichter bij Wageningen University. Ze is er zelf ook schuldig aan. ‘Kies maar NG of NT, zei ik, dan kun je nog alle kanten op. Mijn tweede heeft daar echt mee geworsteld; die heb ik juist in de problemen gebracht. Dat pushen gebeurt uit liefde; je wilt dat je kind gelukkig wordt.’
moeders mening
‘De beste keuze is niet het openhouden van de meeste opties, maar gaan voor het profiel waar het kind goed in is en blij van wordt. Anders krijg je problemen; is het niet in de tweede helft van de middelbare, dan wel in de verdere toekomst’, aldus Sandra Mors, decaan en beleidsmedewerker bij de Nederlandse Vereniging van Schooldecanen en Leerlingbegeleiders.
Uit een interventieonderzoek van Mors blijkt dat tieners bij studiegerelateerde keuzes de mening van hun ouders belangrijker vinden dan die van docenten. ‘Vooral moeders zijn invloedrijk. Als het gaat om het geven van de beste inzichten, noemen jongeren ervaringsdeskundigen: studenten die ze hebben gesproken, of mensen die het beroep van hun interesse uitoefenen.’
Ondersteun je kind dus bij stagelopen en het bezoeken van open dagen, moedigt Mors ouders aan. ‘En gebruik je eigen netwerk om ze met anderen in contact te brengen.’
Ook hoogleraar Akkerman wil ouders ervan bewust maken hoe groot hun invloed is. ‘Ga er als jongere maar aan staan iets te doen wat je ouders afraden. In ons onderzoek zagen we dat degenen die dat toch doen, een heel tegenverhaal opbouwen om hun beslissing te onderbouwen: een counter-narrative.’ Spoor je kind aan actief te zoeken naar verschillende meningen, adviseert ze. ‘Soms verwijzen leerlingen naar één gesprek dat de doorslag gaf. Bijvoorbeeld met een tante die sterk afraadde een bepaald vak te volgen, omdat ze daar zelf slechte herinneringen aan had. Het is begrijpelijk dat jongeren veel waarde hechten aan de woorden van een ervaringsdeskundige, maar die hoeven niet representatief te zijn.’
Probeer te voorkomen dat de keuzes van klasgenoten of de populariteit van een docent en lesmethode bepalend zijn, zegt Mors. ‘Wijs op de mogelijkheid dat vrienden ondanks hetzelfde profiel in een andere klas komen, en dat docenten kunnen wisselen.’
vraag niet naar talent
Kies gerust een vak dat je moeilijk vindt, maar wel erg boeiend, willen de deskundigen meegeven aan jongeren. ‘Een veelgestelde vraag is: wat is jouw talent?’, weet Akkerman. ‘Uitblinken hangt vaak samen met leuk vinden. En je moet de uiteindelijke keuze wel kunnen waarmaken. Maar bij zo’n focus op de cijferlijst wordt vergeten dat school niet het enige is dat ertoe doet in de belevingswereld van jongeren. Dan kan een decaan biologie afraden, omdat een leerlinge daar een 6 voor staat, terwijl ze veel met dieren bezig is, zich er urenlang in verdiept en dus al heel specialistische kennis heeft opgedaan.’ Wie doet wat hem interesseert, is als vanzelf gemotiveerd. De vraag ‘wat wil je later worden?’ helpt meestal niet om die intrinsieke motieven te ontdekken, zegt Miltenburg. ‘Vraag liever: waar wil je zijn als mens, wat wil je doen met de jaren die je krijgt?’
leren kiezen
Was het invoeren van de profielkeuze twintig jaar geleden een goed idee? Er zijn betere alternatieven denkbaar, menen velen. In Mors’ ideaalwereld begint loopbaanontwikkeling op de basisschool. ‘Leren kiezen gaat natuurlijker als er dan al aandacht is voor vragen als: waar ben ik goed in en wat motiveert mij?’ Miltenburg: ‘Maar de uiteindelijke keuze voor een specifieke richting is nu te vroeg.’
Wellicht gaat er iets veranderen. In reactie op een interviewverzoek laat de Onderwijsraad, die de politiek adviseert over onderwijsbeleid, weten bezig te zijn met een rapport over ‘differentiatie en selectie op school’. Tot dit uitkomt in het voorjaar, zegt de Onderwijsraad niks over dit onderwerp.
Maar ook in de huidige omstandigheden is paniek overbodig, zeggen de experts. Verkeerd kiezen is niet zo rampzalig. Soms is nog tijdens de middelbare school gelegenheid het vakkenpakket te wijzigen. En anders zijn er daarna mogelijkheden tot bijscholing, in een zomercursus of tussenjaar, om alsnog toegang te krijgen tot een gedroomde studie. ‘Hoe erg is het als je wat vertraging oploopt?’ zegt Miltenburg. ‘Na je studie heb je nog vijftig jaar de tijd te werken. Dan kun je maar beter zorgen dat je voorsorteert op een leuke plek.’ ◀
Zeven tips om je kind op weg te helpen
1. Wees je er als ouder van bewust hoe groot je invloed is. Je geeft je kind een belangrijke levensles als je hem leert zelf goed te kiezen.
2. Kijk niet alleen naar de cijferlijst, maar ook naar interesses; wie doet wat hem boeit, is gemotiveerder om te leren.
3. Spoor je kind aan met verschillende mensen in gesprek te gaan over de keuze; laat hem ook jouw netwerk gebruiken.
4. Jongeren hebben vaak minder oog voor risico’s. Als volwassene kun je wijzen op mogelijke nadelen van bepaalde keuzes, en alternatieven op een rijtje zetten.
5. Laat je kind alvast in de schoolboeken van een bovenbouwleerling snuffelen en naar profielwerkstukken kijken.
6. Online zijn er gratis keuzetests die kunnen helpen inzicht te krijgen. Ook bestaan er bureaus waar psychologen tegen betaling kijken naar intellectuele capaciteiten, belangstelling, voorkeuren, persoonlijk functioneren en functioneren op school.
7. Durf erop te vertrouwen dat de meeste kinderen een keuze maken waarmee ze gelukkig zijn, en waarin ze door positieve ervaringen doorgroeien.