In 1954 probeerden bisschoppen de katholieken bij de PvdA vandaan te houden. Maar de partij was niet tegen te houden
Kiezers en kabinetten is een serie over markante mensen en momenten uit de geschiedenis van de Tweede Kamerverkiezingen en kabinetsformaties. Aflevering 3: de kerk en de kiezers.

Aartsbisschop Alfrink (r.) bij de viering van het tienjarig bestaan van de KVP in 1956.
(beeld nationaal archief)Voor de oorlog stemden de meeste katholieken op de Roomsch-Katholieke Staatspartij (RKSP). Als er verkiezingen kwamen, las de pastoor vanaf de kansel een herderlijk schrijven van de bisschoppen voor. Daarin werden de gelovigen aangespoord om op de RKSP te stemmen.
Na de oorlog keerde de RKSP onder een nieuwe naam terug: de Katholieke Volkspartij (KVP). Behalve de naam was er weinig veranderd. Volgens de bisschoppen was de KVP voor rooms-katholieken de enig juiste keus. Sjeng Tans, een katholieke leraar uit Maastricht die zich bij de Partij van de Arbeid had aangesloten, kreeg van een collega te horen: ‘Als Christus nu nog op aarde zou komen, zou Hij zeker lid van de KVP worden.’
Anders dan de KVP was de PvdA wel vernieuwd. Ze was de partij..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .