Drie generaties in de sport
Wat trekt jullie in de paardensport?
‘Het leuke van sport is dat je actief bezig bent en je je er fitter door gaat voelen. De paardensport geeft bovendien de uitdaging dat het contact met je paard moet kloppen en ook je paard fit moet zijn om iets te kunnen bereiken. Ik heb altijd aan paardensport gedaan en nooit overwogen iets anders te gaan doen. Dat is ook niet zo vreemd: de liefde voor de paardensport is ons met de paplepel ingegoten. Het is een prachtige sport. Het zorgt voor ontspanning. Als je met paarden omgaat, vergeet je even alle drukte en hectiek van het dagelijks leven.’
Drie generaties zijn actief, een familietraditie?
‘Zeker. Bij m’n vader thuis speelde de paardensport al een belangrijke rol. Ze waren met tien kinderen en er waren een paar die met paarden aan de slag gingen. Mijn vader was een groot liefhebber en dat heeft-ie overgebracht op zijn kinderen en kleinkinderen. Hij nam ons overal mee naar toe. We werden lid van vereniging ‘De Aangespannen Haflinger’ en hebben vele kilometers gereden met deze club. Ik ben begonnen met paardrijles toen ik acht jaar was. Een keer in de week op de fiets naar de manege. Daarna kwam er een leenpony van een oom, later ging ik te paard naar de manege voor les. Mijn zus Karin ging toen ze zes was na schooltijd op de fiets naar de manege. Mijn vader en Karin hebben aan verschillende evenementen mee gedaan. Onder meer de Elfstedentocht voor paarden en ruiters. Vader reed met de huifkar en Karin gewoon ‘onder het zadel’. Een week lang op pad langs al die dorpen, van maandag tot zaterdag, meer dan 200 kilometer. Van manege naar manege. Pa vond dat prachtig. In Leeuwarden kregen ze hun beloning. Vader was sowieso erg actief. Hij heeft heel wat kilometers gereden en bijna alle maneges in Noord Nederland bezocht om mee te doen aan wedstrijden. Ik begrijp nog niet waar hij de tijd vandaan haalde naast zijn werk en ons gezin. Bovendien is hij ook nog jarenlang ouderling geweest.’
Hoe zetten u en uw zus de familietraditie voort?
‘Karin en ik zijn ooit begonnen bij manege de Smidshorn in Oldekerk. Daar hebben we leren rijden. Daarna hebben we les gehad bij de Nienoord ruiters in Tolbert. Mijn vader was vooral actief met het mennen, mijn zus en ik legden ons toe op dressuur. Voor Karin werd het méér dan een hobby, ze heeft meegedaan in de M2.’
Hebben jullie voorkeur voor één bepaald ras?
‘We zijn van kinds af aan besmet met het Haflinger ‘virus’. Dat kwam door logeerpartijtjes bij oom en tante die er een paar hadden. Haflingers zijn van oorsprong Oostenrijkse paarden – afkomstig uit Zuid-Tirol – die gefokt werden om sleden door de sneeuw te trekken. Ze zijn sterk en willen graag werken. Ze geven niet op, het zijn echte rouwdouwers. Wij vinden dat ze er prachtig uitzien: ze hebben een witte staart en witte manen en zijn verder voskleurig – licht- of donkerbruin. Bovendien hebben ze een mooi karakter. Het zijn vriendelijke dieren, maar ze hebben streken. Iemand zei eens: ‘‘Als je met Haflingers omgaat, moet je gevoel voor humor hebben’’. Dat klopt. Je moet de tijd nemen om ze te leren kennen. Ze kunnen ondeugend zijn, maar zijn goudeerlijk. Ze doen alles voor je.’
Maar zijn ze niet bij iedereen geliefd?
‘Eigenlijk is het gewoon een boerenwerkpaard. Een robuuste ‘koudbloed’ die qua bouw forser is dan een ‘luxepaard’. Door mensen in de paardensport werd er vaak wat op neergekeken. Mijn zus liep daar nogal eens tegen aan. Ze had de indruk dat ze twee keer zo goed moest presteren als een ander om een winstpunt te krijgen. Dat beeld is overigens aan het veranderen. De Haflinger wordt nu meer sportgericht gefokt en kan in de dressuursport op een steeds hoger niveau meekomen.’
Hoe actief is de jongste generatie?
‘Onze dochters Corien en Evelien hebben het virus van opa geërfd. Ze zijn in 2009 begonnen met ponylessen, ze waren toen 10 en 8 jaar oud. Toen ze een jaar hadden gelest, bleek de liefde voor de paardensport nog steeds volop aanwezig en hebben we samen met opa een eigen pony gekocht. Inmiddels is deze merrie met ‘pensioen’ en hebben ze beiden een jonger paard gekregen. Ze hebben de ambitie om goed te presteren, alleen gaat Corien na de zomer studeren en is het maar de vraag hoeveel tijd en ruimte er voor sport overblijft.’
Welke ambities hebben jullie nog?
‘Dat heeft natuurlijk te maken met de leeftijd en de levensfase waarin je zit. Mijn vader gaat nu vooral met z’n kleinkinderen naar wedstrijden toe. Mijn activiteiten hebben vanwege ons gezin en het bedrijf jarenlang op een zacht pitje gestaan. Nu onze dochters actief zijn, begint het weer te kriebelen. Ik steek er weer meer tijd en energie in, al ben ik nog niet gaan rijden. Ik heb nu vooral veel plezier in de fokkerij, er lopen inmiddels twee veulens in de wei. Verder probeer ik Corien en Evelien te stimuleren, help ze met het verzorgen van hun paarden en fungeer als chauffeur naar lessen, wedstrijden en evenementen. Onze dochters willen eerst hogerop komen in de dressuursport en Evelien wil daarna kijken of het springen wat voor haar is. Zo blijven we in de weer met paarden.’ ¦
Wekelijks werken miljoenen Nederlanders zich vrijwillig in het zweet voor hun favoriete sport. In deze serie zoeken we naar de motivatie van amateursporters. Is het vriendschap, geluk, uitdaging, gezondheid?
Bent u ook fanatiek sporter en wilt u meedoen aan deze rubriek? Stuur dan een e-mail naar leven@nd.nl