Valt vertrouwen te forceren - de CGK-synode dubt
Nunspeet
Het was het moeilijkste besluit dat de christelijk-gereformeerde synode drie jaar geleden nam, bekende dominee Han Schenau donderdag de huidige lichting afgevaardigden. Hij was er toen bij, en nu weer. En hij had het niet over de vraag of homo’s met een relatie aan het avondmaal mogen of dat moet worden deelgenomen aan de plannen voor de Gereformeerde Theologische Universiteit, andere vraagstukken die toen speelden. Nee, het ging over een op het oog kleinere, misschien wel vooral praktische vraag: mag een samenwerkingsgemeente een dominee of ouderling die zelf niet christelijk-gereformeerd is afvaardigen naar de christelijk-gereformeerde classis, de vergadering van kerken uit een regio.
Drie jaar terug kwam de synode er niet uit, en besloot langs twee principiële lijnen een weg te wijzen aan de deputaten Eenheid Gereformeerde Belijders, ook om tijd te kopen. Deputaten moesten binnen de eigen kerken en met andere kerkverbanden in gesprek over hoe om te gaan met de vreemde situatie dat het zoeken van eenheid met andere verwante kerken de binnenkerkelijke eenheid heftig onder druk zet.
Nu is het vraagstuk terug op de synodetafel, en opnieuw gaat het spannend worden, bleek donderdag nadat er de hele ochtend over was gesproken. De deputaten willen groen licht geven aan samenwerkingsgemeenten, een synodecommissie die het werk van deputaten heeft doorgelicht gaat minder ver: niet-christelijk-gereformeerde afgevaardigden krijgen geen stemrecht, alleen adviesrecht.
Achter de bewuste vraag gaat een wereld schuil, zoveel is wel duidelijk. Een waarin er twee principes botsen, en misschien zelfs wel waarden: vertrouwen de christelijk-gereformeerden elkaar en andere gereformeerden die zeggen ook op het ‘fundament van Schrift en belijdenis te staan’ wel voldoende? Daar was emeritus hoogleraar Hans Maris, die de synode als adviseur dient, duidelijk over: ‘De hele discussie wordt gedomineerd door vrees. Dat is niet nieuw, dat is al vele jaren de onderliggende realiteit.’ Hij daagde de vergadering uit tot een positief uitgangspunt te komen, namelijk de gezamenlijk beleden ‘gemeenschap der heiligen’.
rechtervleugel
Wat is nu precies het springende punt? Belangrijk is te weten dat de Christelijke Gereformeerde Kerken divers zijn, met een rechtervleugel die ter synode goed vertegenwoordigd is. Die vleugel, gehecht aan de Statenvertaling en de oude Psalmberijming, voelt zich niet veilig bij de anders in het leven staande vrijgemaakt- en Nederlands-gereformeerden. Maken die hun opwachting op classisvergaderingen, dan ervaren zij dat als een inbreuk op het eigen kerkelijke leven en de interne eenheid. Dat brengt hen zelfs in gewetensnood, rapporteren de deputaten Eenheid Gereformeerde Belijders, en die nood werd tijdens de synodebespreking hardop uitgesproken. Dominee Anton Egas vertelde dat hij goede contacten onderhoudt met een vrijgemaakte ouderling, met wie hij van hart tot hart geestelijke eenheid ervaart, maar met wie hij geen kerkelijke eenheid kan delen, zo anders staan ze in het leven en denken ze over zondagsheiliging en liturgie. ‘Vanwege de gebrokenheid van de zondeval kunnen we niet samen kerk zijn en dat is smartelijk. Forceer die eenheid niet.’ Volgens hem wordt eenheid opgedrongen als de synode groen licht geeft aan het mogen afvaardigen van niet-CGK’ers.
niet serieus genomen
De keerzijde is dit: samenwerkingsgemeenten die volwaardig deel van het kerkverband uitmaken, voelen zich niet serieus genomen door hun eigen zusterkerken, terwijl er op hun afgevaardigde ouderling of dominee naar Schrift en belijdenis – de norm voor gereformeerden onderling – niets valt af te dingen. Ook die kant werd door synodeafgevaardigen scherp verwoord: dominee Bert van de Bovekamp wees erop dat het geen kwestie is van zoeken naar eenheid, maar van het ontdekken van de al aanwezige eenheid in Christus. Bij de verwoorde zorg en moeite miste hij een Bijbelse onderbouwing, iets waar de rechterflank bij aangelegen onderwerpen als homoseksulaiteit zo scherp op is. ‘Meten we niet met twee maten als het over dit onderwerp gaat’, vroeg hij. ‘Ik hoor geen Bijbelse onderbouwing.’
Aan het eind van de middag werd gestemd: een synodemeerderheid steunde het voorstel van de commissie. Dat betekent dat niet-christelijk-gereformeerde afgevaardigden welkom op de classis zijn, maar dat ze daar geen stemrecht krijgen. <