Tom Mikkers wil bij EO imago christendom verbeteren
Hilversum
Acht jaar lang was Tom Mikkers (47) algemeen secretaris van de Remonstrantse Broederschap. Dat vrijzinnige kerkgenootschap is bekend van reclameleuzen als ‘mijn God laat me zelf denken’. Sinds donderdag is hij programmamaker bij de orthodox-christelijke Evangelische Omroep.
Van de vrijzinnige remonstranten naar de orthodoxe Evangelische Omroep, dat is nogal een overgang.
‘Nou, er is bij de EO iets veranderd. De IKON (een omroep met een vrijzinniger imago) is nu bij de EO is ondergebracht. Daardoor heeft de EO nu de taak om het hele protestantisme te representeren. Sinds die verbreding ben ik al lid van de EO. Ik dacht, dit is nu de omroep waar we het als protestanten, allemaal, van moeten hebben.’
U bent getrouwd met een man, heeft u daarover gesproken met de EO-leiding?
‘We hebben het erover gehad, maar dat kwam van mijn kant. Het is bij mij een ingebakken onzekerheid, omdat er mensen zijn die je om die reden afwijzen. Ik wilde weten hoe dat bij de EO ligt. Zij gaven aan dat ik, om met de televisieserie Little Britain te spreken, not the only gay in the village ben. Ik ben niet de eerste en niet de enige. Uiteindelijk gaat het erover dat je een veilige werkplek hebt, en dat biedt de omroep.’
Bent u bang voor reacties uit de achterban van de EO?
‘Bang is niet het goede woord. Reacties zullen er vast komen, we moeten zien hoe het uitpakt. Ik ben niet het boegbeeld, maar mag mijn talenten inbrengen in een bredere organisatie. Het draait niet om mij. Ik zit hier nota bene op een flexplek. Bovendien komt de achterban ruimschoots aan zijn trekken in de programmering.’
Arie Boomsma heeft in 2009 de EO verlaten nadat hij, zonder overleg, bloot in een homo-glossy had geposeerd. Is dat door uw hoofd gegaan voordat u deze baan aannam?
‘Nee. In die tijd was de taak van de EO nog een andere. En bovendien, ik ben niet zo mooi als Arie.’
Wat wilt u bereiken bij de EO?
‘Het imago van het christendom kan best verbeterd worden. Ik vind dat een christen de opdracht heeft het geloof uit te dragen. Ik wil programma’s maken voor mensen die niets hebben met het geloof, en waarbij kijkers achteraf meer willen weten.’
Er wordt vaak aan u gevraagd wat u nu precies gelooft. Begrijpt u dat?
‘Ja, omdat vrijzinnigheid vaak geassocieerd wordt met twijfel, relativering of mensen die een tijdje niets geloven. Ik ben, vrij eenvoudig, van huis uit rooms-katholiek. Mijn vader zei altijd: ‘‘Bidden is belangrijk.’’ Maar dat legde hij niet uit. Dat past bij mij. Vrijzinnigen zijn voorzichtig in wat ze zeggen over God, omdat ze weten: je kunt er ook naast zitten, of je moet het later terugnemen. God is niet klein alsof ik Hem in mijn woorden kan vasthouden. Hij is onnoemelijk groot. Het is puur uit vroomheid dat ik voorzichtig ben in mijn spreken over God.’ <