Oecumenische herdenking van aankomst Bonifatius
Wijk bij Duurstede
‘Ik kom je van je heidense afgoden verlossen’, zegt missionaris Bonifatius tegen Radbod, koning van de Friezen. ‘Ik zou zeggen: ga je gang’, antwoordt die laatste. ‘Maar ik denk niet dat je het lang uithoudt.’ De historische ontmoeting tussen Bonifatius en Radbod, in 716 in Utrecht, werd zaterdag door twee acteurs nagespeeld. Dit was onderdeel van het programma rondom de onthulling van een monument voor de missionaris in de buitenmuur van de Grote Kerk in Wijk bij Duurstede.
toestemming
Bij zijn aankomst, 1300 jaar geleden, werd hij nog bij zijn geboortenaam Winfried genoemd. En hij hield het inderdaad niet lang uit. Nadat hij was gearriveerd in de handelsstad Dorestad, op de plek waar nu Wijk bij Duurstede ligt, ging hij vermoedelijk langs de Kromme Rijn te voet naar Utrecht. Daar ontmoette hij Radbod, die net Utrecht had veroverd op de Franken. Hij kreeg toestemming om te evangeliseren, maar keerde al enkele maanden later teleurgesteld terug naar zijn geboorteland Engeland.
Toch vindt men in Wijk bij Duurstede de aankomst van Winfried, die later van de paus de naam Bonifatius (‘hij die het goede doet’) kreeg, van groot belang. De stad pakt dit jaar groots uit, met onder andere een Bonifatiusmis op de feestdag van deze heilige, 5 juni, en een expositie in Museum Dorestad in de tweede helft van dit jaar. Ook organiseert het Nederlands Dagblad begin juli een serie wandelingen tussen Utrecht en Wijk bij Duurstede.
amuletten
Arjan Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, sprak Bonifatius persoonlijk aan: ‘Dank voor jouw inzet, jouw onvermoeibare getuigenis. Je had me ook met rust kunnen laten, maar dat heb je niet gedaan.’ De missionaris kwam niet als individuele spiritueel, stelde Plaisier, maar namens de kerk. ‘De kerk, zeg ik, want er is natuurlijk maar één kerk.’
Daarnaast spiegelde hij de tijd van Bonifatius aan het heden. ‘Wij Friezen en Batavieren hebben gehoord van een God die ons wil aanvaarden. Alsof er een open plek is uitgehakt in een oerbos. We konden onze amuletten begraven en onze angsten achter ons laten. Tegenwoordig komen de amuletten weer tevoorschijn en dreigt de open plek in het bos overwoekerd te worden.’ Daarom hebben we volgens Plaisier telkens weer nieuwe mensen als Bonifatius nodig.
Ted Hoogenboom noemde Karel de Grote en Bonifatius als respectievelijk de politieke en de geestelijke vader van Europa. De missionaris was ‘de apostel van de hoop’. Ook verwees Hoogenboom naar een opmerking van Kees Slijkerman, voorzitter van de Stichting Bonifatius-Dorestad die deze herdenking organiseerde, dat Bonifatius zeker tegen een brexit zou zijn geweest. ‘Ik denk dat hij gelijk heeft’, zei de bisschop, om vervolgens Bonifatius te verbinden aan de verticale dimensie, de relatie met God, die Europa volgens hem tegenwoordig mist. ‘Bidden we op voorspraak, of zo u wilt naar voorbeeld, van Bonifatius, dat de Heilige Geest de harten in Europa opnieuw mag verwarmen.’
Eerder had dominee Piet L. de Jong God al gedankt voor Bonifatius. Hij gaf een beeldende historische schets, met als doel de missionaris persoonlijk te leren kennen.
‘De vrouwen vonden hem fantastisch’, stelde De Jong. ‘Hij had een schitterende carrière en was zeer populair, maar door een ommekeer in zijn leven besloot hij om missionaris te worden.’
plaquette
Na de diverse toespraken presenteerde de historicus Luit van der Tuuk de bundel Bonifatius in Dorestad, met bijdragen van onder anderen De Jong en bisschop Gerard de Korte. Daarna verplaatste het gezelschap zich naar buiten, waar Harmonie Concordia ‘De kerk van alle tijden’ speelde.
Hier vond het moment plaats waar de plechtigheid naartoe had gewerkt: Hoogenboom en Plaisier onthulden samen een plaquette in de muur van de Grote Kerk, als herinnering aan de aankomst van Bonifatius. De twee kerkleiders schudden elkaar hartelijk de hand. Vervolgens poseerden alle betrokkenen enige tijd voor de fotografen – een glunderende Kees Slijkerman, de drijvende kracht achter alle Bonifatiusactiviteiten, in het midden. <