Hersteld in Harkema
wat
waar
Warmoltsstrjitte 113
waarom
hier bedankt dr. J.G. Geelkerken zijn Harkemase geestverwanten voor hun steun
Het Friese dorp Harkema, tien kilometer ten noorden Drachten, is kerkhistorisch gezien een bijzonder geval. Anders dan de meeste andere dorpen en steden in Friesland ontbreekt er een eeuwenoude hervormde kerk. Ook was Harkema een van de grootste kerkelijke gemeenten binnen het Hersteld Verband, het kerkgenootschap van dr. J.G. Geelkerken. Na een conflict over het spreken van de slang in het paradijs had hij de Gereformeerde Kerken in 1926 verlaten en begon hij voor zichzelf.
Geelkerken was een intellectueel, onder zijn volgelingen vond men veel gestudeerde lieden, veelal woonachtig in lommerrijke plaatsen of grote steden in Utrecht, Noord- en Zuid-Holland. Waar men ook aanhang van Geelkerken verwachten zou, toch niet in Harkema.
Daar woonden de mensen tot ver in de negentiende eeuw in plaggenhutten op de hei. Een kerk was er niet. Pas in 1883 werd er in een schuur een evangelisatiepost gesticht. Er kwamen veel krachtdadige bekeringen voor, het gebeurde dat men lijfelijk met de duivel vocht of hemelse stemmen hoorde. Uit het evangelisatiewerk groeide een Gereformeerde Kerk, die sinds 1913 over een eigen kerkgebouw beschikte. Het was de enige kerk in het dorp.
Doorsnee was de gemeente niet, er zaten veel gevoelsmensen bij, gesierd met een robuust gemoed. Velen deden geen belijdenis omdat hun geloof voor hun gevoel niet vast genoeg was. Ouders die geen belijdenis hadden gedaan, mochten naar de gereformeerde norm hun kind niet laten dopen. Het verklaart waarom bijna een derde van de kinderen in gereformeerd Harkema niet was gedoopt. De gemeentezang werd ook niet door het orgel begeleid, maar door de plaatselijke fanfare.
In 1920 werd ds. N.D. van Leeuwen gereformeerd predikant in Harkema. Hij was gepromoveerd op Het Bijbelsch-Akkadisch-Sumerisch zondvloedverhaal en sprak een handvol oude talen. Men zei dat hij beter de weg wist in de straten van het antieke Babylon dan op de zandpaden van Harkema. De Bijbel ontstond in het oosters milieu, zei hij vaak, wat volgens een van zijn critici, K. Schilder, neerkwam op: De Bijbel ontstond uit het oosters milieu.
Van Leeuwen kwam in de problemen toen de gereformeerde synode van Assen in 1926 uitsprak, dat het spreken van de slang in het paradijs een zintuiglijk waarneembare werkelijkheid was geweest. Die uitspraak wilde Van Leeuwen niet voor zijn rekening nemen. Na een langdurig proces werd hij in november 1927 afgezet. Op 13 november, de zondag na zijn afzetting, preekte hij voor eigen aanhang in de schuur van klompenmaker Van den Berg. Meer dan tweehonderd mensen kwamen naar hem luisteren en zongen psalmen onder fanfaregeschal. Of zij de finesses van het leergeschil begrepen, staat niet vast, wel dat Van Leeuwen hun dierbaar was en dat de synodetafel ver bij hen vandaan stond. Men zamelde geld in voor een nieuw kerkgebouw, iemand schonk een gift van duizend gulden. In juli 1928 werd de eerste steen gelegd, op 9 november 1928 werd het gebouw in gebruik genomen. Een van de aanwezigen was dr. J.G. Geelkerken. Hij was vanuit Amsterdam naar Harkema gereisd om de Friezen te bedanken voor de geestelijke steun die ze hem geboden hadden.
Het Jaarboek 1929 van het Hersteld Verband spreekt van de Reformatie van 13 november 1927 in Harkema en meldt vele activiteiten daar, zoals een jongelingsvereniging, een meisjesvereniging en een zangvereniging. Ds. Van Leeuwen vertrok dat jaar naar Leeuwarden. Hij voelde er zich niet thuis, legde het ambt neer en werd predikant van de hervormde gemeente in Holysloot, bij Amsterdam. In de Amsterdamse universiteitsbibliotheek werd hij geregeld gesignaleerd.