Feest in de hemel: van communist naar katholiek
Hoe kwam u in aanraking met het geloof?
‘Ik raakte in contact met het geloof tijdens mijn geschiedenisopleiding.’
Wat trof u daarin?
‘Wat mij in eerste instantie trof, was de oprechte zorg voor de armen.’
Van welke geloofsgemeenschap bent u lid?
‘Ik ga naar de Gerardus Majellakerk in Utrecht, waar ik het geloof heb gevonden, maar ook regelmatig naar de Catharinakathedraal, waar ik communicatiemedewerker ben bij de samenwerkende parochies in Utrecht.’
Wat roept nog steeds vragen op?
‘De vraag waartoe God me geroepen heeft als alleenstaande man in de katholieke kerk.’
Erik Hendrix (34) was negen jaar lang actief bij communisten en in de kraakbeweging. ‘Ik werd politiek actief in de aanloop naar de Irak-oorlog’, zegt hij terugkijkend. Hij verdiepte zich ‘in hoe het systeem werkt en waarom wij zo olie-afhankelijk zijn’. En zo kwam hij al snel bij het kapitalisme uit.
Hendrix kwam weliswaar uit een zogenaamd ‘rooms-rood nest’, maar bij hem thuis werd er aan het geloof niets meer gedaan. Hij werd als kind ook niet gedoopt.
Na de mavo werkte hij enkele jaren in de bouw. ‘De zaak van de arbeidersklasse ging me ook daardoor ter harte.’ Hendrix raakte betrokken bij de Nieuwe Communistische Partij Nederland. ‘Die partij heeft me enorm geholpen in mijn zelfontwikkeling.’ Daar kwam hij in aanraking met de filosofie en de politieke theorie. ‘Met alle kennis die ik via hen heb opgedaan, ben ik dankzij een toelatingstoets terechtgekomen op de geschiedenisopleiding aan de Hogeschool van Amsterdam.’ Daarna behaalde hij aan de Universiteit Utrecht een master in de Historische Letterkunde.
kritisch leren denken
‘De communistische partij heeft me kritisch leren denken’, zegt Hendrix er nu over. Maar hoewel bij dat marxistische engagement als vanzelfsprekend ook een atheïstische wereldbeschouwing hoorde, leidde dat kritische denken bij hem uiteindelijk juist tot waardering van geloof en kerk.
Tijdens zijn studie geschiedenis interesseerde Hendrix zich met name voor de oudheid en de middeleeuwen. ‘Ik verdiepte me bijvoorbeeld in de afschaffing van de slavernij in het Romeinse Rijk, maar ook in de vraag hoe een timmerman uit Judea met zijn ideeën het wereldrijk van de Romeinen wist te veroveren.’ Ook de sociale betrokkenheid en de gelofte van armoede van de franciscanen en dominicanen spraken hem erg aan.
Voor het vak moderne geschiedenis suggereerde de docent hem in de sociale leer van de Rooms-Katholieke Kerk te duiken. Hendrix las de pauselijke encycliek Rerum Novarum uit 1891. ‘Toen ben ik op het internet gaan zoeken naar een klooster in Utrecht, want ik wilde graag met een katholiek over deze zaken praten. Ik zocht echter wel met iemand die de gelofte van armoede heeft afgelegd, omdat die sympathieker tegenover de zaak van de arbeidersklasse staat.’
Hij stuurde een mailtje naar de Gerardus Majellakerk, die onder beheer staat van de Broeders van Sint-Jan. Een bezoek was snel geregeld. ‘Pater Elias Leyds deed de deur open en het eerste gesprek duurde vier of vijf uur’, vertelt Hendrix, die inmiddels een diepe vriendschap met de pater heeft opgebouwd. ‘Vaak drinken we een biertje en filosoferen we er lekker op los.’
In het begin was er ook wel schaamte. ‘Ik kwam er niet openlijk voor uit, want ik was toen nog actief in de linkse wereld. Daar moest de kerk altijd veroordeeld worden.’
Maar Hendrix wist inmiddels dat de zorg voor armen en misdeelden eeuwenlang uitsluitend op de schouders van de kerk had gelegen. ‘Als je wilt begrijpen waar die sociale betrokkenheid vandaan komt, kom je automatisch bij Christus uit’, vindt hij.
knielen
Tijdens een zoveelste kerkbezoek vond er bij Hendrix een ommekeer plaats. ‘Ik knielde voor niemand’, vertelt hij. ‘Niet voor God, niet voor de staat, niet voor het kapitaal. Dat was immers iets voor onderdrukte mensen.’ Maar op een gegeven moment, toen aanwezige gelovigen op de knieën gingen, schoot hem een gedachte te binnen: ‘Iedereen dwingt je op de knieën: de politie, de staat, je werkgever. Iedereen probeert de baas over je te spelen. Maar deze God dwingt je juist niet op de knieën, maar laat je de vrije keuze. Als die God bestaat, dan is dat de God die ik wil aanbidden. Toen ben ik op mijn knieën gegaan en realiseerde ik me dat ik een drempel over was.’
Toch heeft Hendrix wel ‘een beetje moeite’ met de inclusieve houding van paus Franciscus. ‘Die kan ten koste gaan van de waarheid van het geloof’, vreest hij. Hij wijst daarbij op de recente discussies rond het toelaten tot de communie van niet-katholieken en hertrouwde gescheidenen.
Katholiek zijn vraagt veel van je, vindt Hendrix. Hij wil zich niet voordoen als een modelkatholiek: ‘Ik heb ook mijn eigen uitdagingen op grond van mijn tekortkomingen.’
In 2012 werd hij gedoopt, maar een volledige breuk met het verleden was dat niet. Hendrix is nog steeds politiek en sociaal betrokken en staat nog steeds kritisch tegenover het kapitalisme. ‘Geld lijkt de enige maat der dingen te zijn’, zegt hij, ‘in plaats van de mens.’ <