Wel op de werkvloer, niet in de wijk
Amsterdam
Oost-Europese arbeidsmigranten komen steeds lastiger aan een woning. Hun aantal groeit dankzij de aantrekkende economie, maar door krapte op de Nederlandse woningmarkt en strengere maatregelen door gemeenten is het huisvestingstekort groot.
Tiel, Zuidplas, Zaltbommel en Maasdriel zullen nog dit jaar het aantal Oost-Europeanen in één woning beperken, evenals het aantal ‘Polenhuizen’ in één straat, zo werd dinsdag bekend. In veel gemeenten die populair zijn onder seizoenarbeiders, gelden dergelijke maatregelen al. Het is een poging om kansarme wijken met goedkope woningen, die aantrekkelijk zijn voor arbeidsmigranten, leefbaar te houden en de overlast zo veel mogelijk te beperken.
‘We krijgen steeds meer klachten van inwoners over geluidsoverlast en parkeeroverlast, rommel en soms ook gevoelens van onveiligheid’, zegt een woordvoerder van de gemeente Tiel, waar naar schatting 5 tot 10 procent van de bevolking uit arbeidsmigranten bestaat. ‘We willen de instroom daarom reguleren zodat er een betere balans komt.’
veel sectoren
Momenteel werken zo’n 400.000 mensen uit Midden- en Oost-Europa in Nederland. Het tekort aan huizen voor deze groep wordt door het Expertisecentrum Flexwerken geschat op 100.000. Dit aantal zal door de aantrekkende economie toenemen, is de verwachting. Niet alleen in de tuinbouw en fruitteelt zijn Oost-Europeanen gewild, maar in toenemende mate ook in de bouw, logistiek, transport, productie en de zorg.
Het is goed dat gemeenten de huisvesting voor deze groep reguleert, stelt Johan van der Craats van het Expertisecentrum Flexwerken, ‘maar als je werk biedt, dan moeten deze mensen ook ergens hun wekker kunnen neerzetten.’
Gemeenten doen volgens hem nu te weinig om Oost-Europese arbeidsmigranten te huisvesten. Dit komt deels doordat de omvang van het probleem niet duidelijk is. ‘Er is nu onvoldoende zicht op hoeveel arbeidsmigranten in gemeenten verblijven, onder meer doordat ze niet allemaal staan ingeschreven.’
Maar er is nog een reden: gemeenten staan door sentimenten in de samenleving niet te springen om in tijden van krapte op de woningmarkt ruimte te maken voor Oost-Europeanen. ‘Je hoort vaak: die Polen krijgen huisvesting, terwijl mijn dochter ook een woning zoekt’, zegt Van der Craats.
Initiatieven zoals in Waalwijk, waar de gemeente op het punt staat 400 arbeidsmigranten te vestigen op het voormalige terrein van de voetbalvereniging, draaien steevast uit op protesten van omwonenden. De angst voor verloedering, overlast en een onveilige leefomgeving is groot.
‘Een begrijpelijke emotie’, zegt Monique Kremer, hoogleraar actief burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam. ‘De afgelopen decennia is gebleken dat de overlast door deze groep vrij beperkt is, maar op een moment dat veel Polen in één huis wonen en parkeerplaatsen innemen, wordt het een lokaal probleem.’ Het is ook in het belang van de arbeidsmigranten zelf dat gemeenten strenger toezien op overbevolking in woningen, stelt Kremer. ‘Maar gemeenten moeten wel veel meer gaan nadenken over creatieve oplossingen voor mensen die tijdelijk een woonruimte nodig hebben. Niet alleen Oost-Europese arbeidsmigranten hebben hieraan behoefte, maar bijvoorbeeld ook Nederlanders die in een scheiding liggen.’
Sinds 2012 moeten woningen die aan arbeidsmigranten worden verhuurd voldoen aan strengere eisen voor veiligheid, privacy, sanitair en veiligheid. Dit om praktijken uit het verleden, zoals overvolle ‘Polenhotels’ en criminele vakantieparken, te voorkomen. Maar doordat het aanbod van woningen voor Oost-Europeanen achterblijft, liggen criminele praktijken weer op de loer. ‘We zien dat dubieuze huisvestingspartijen zich op de markt begeven’, aldus Van der Craats. ‘Ze opereren op de rand van de wet of eroverheen. De prijs wordt opgedreven.’
hard nodig
Dit laatste klinkt Eelco Bekker, directeur van het in Tiel gevestigde uitzendbureau eb Personeelsdiensten, bekend in de oren. ‘Projectontwikkelaars vragen de hoofdprijs’, zegt hij. ‘We worden uitgebuit, want we mogen een maximum bedrag doorberekenen aan onze werknemers.’
Bekker huurt woningen in Tiel en omgeving om onderdak te bieden aan de 600 Polen die hij in dienst heeft.
‘Meestal zijn dit grotere woningen voor ongeveer acht personen, die we voor de langere termijn huren.’ Dat de gemeente van plan is Oost-Europanen uit woonwijken te weren, vindt hij begrijpelijk, maar vooral ook jammer. ‘We kunnen het fenomeen arbeidsmigrant niet uitbannen. Deze mensen zijn hard nodig voor de Nederlandse economie. Om deze mensen zo snel mogelijk te laten integreren in onze samenleving, is het goed dat ze tussen de Nederlanders wonen.’ <