'Onaantastbare' rekenrente wordt besproken
Betrokkenen bevestigen dat daarom nu zelfs wordt gesproken over de rekenrente, die voor het kabinet tot voor kort nog onaantastbaar was. Vijf vragen over de gevolgen van die ontwikkeling.
Amsterdam
Wat is de rekenrente?
Pensioenfondsen moeten met die rente berekenen hoe zij ervoor staan: hebben ze genoeg geld voor alle toegezegde pensioenen van werkenden en gepensioneerden? Dat moeten zij elke maand nagaan met een reeks rentetarieven die de toezichthouder op de pensioenfondsen, de Nederlandsche Bank, vaststelt. Dat zijn rentetarieven op de kapitaalmarkt. Hoe lager de rente, hoe meer een pensioenfonds in kas moet hebben of hoe meer de beleggingen waard moeten zijn. De afgelopen decennia is de rente sluipenderwijs gedaald. Tot onder nul. Daardoor staan de pensioenfondsen er slecht voor en kunnen de meeste al jaren de pensioenen van ouderen en de pensioenaanspraken van werkenden niet verhogen.
Daarom is vorig jaar toch het Pensioenakkoord gesloten?
In juni sloten vakbeweging, werkgevers en kabinet een akkoord over modernisering van het pensioenstelsel. Eerste doel was kortingen op pensioenen voorkomen. Dat ging meteen mis, omdat een commissie die de rekenregels vaststelt, de teugels nog verder aantrok. En de rente daalde ook nog eens. Om het pensioenakkoord te redden, versoepelde minister Koolmees van Sociale Zaken de regels waardoor dit jaar vrijwel geen pensioenen zijn verlaagd. Maar dat dreigt in 2021 wel te gebeuren.
Wat is het acute probleem?
Het Pensioenakkoord gaat over hoofdlijnen, die nu uitgewerkt moeten worden. In de onderhandelingen woedt het debat onverminderd voort. Aan de ene kant staan de ‘rekkelijken’ die vinden dat pensioenfondsen zich met de lage rente arm rekenen. Aan de andere kant staan de ‘preciezen’ voor wie de rekenrente de catechismus is, omdat ouderen anders de pensioenaanspraken van jongeren verjubelen. Een andere strijd is die van degenen die uit solidariteit zo veel mogelijk gezamenlijk, collectief willen regelen tegenover degenen die juist individuele pensioenpotjes willen.
Intussen loopt de druk op, nu ook door de dalende beurskoersen. Vakbeweging, werkgevers en Koolmees hebben beloofd voor de zomer de uitwerking klaar te hebben.
En nu staat de rekenrente ter discussie?
De discussie spitst zich nu toe op het pensioencontract. Dat is de overeenkomst tussen pensioenfonds en deelnemer – werkende, gepensioneerde of ‘slaper’, de ex-deelnemer.
Alle pensioenfondsen hebben nu eenzelfde pensioencontract met hun deelnemers. Bij dat contract hoort de rekenrente. In het Pensioenakkoord is afgesproken dat er twee nieuwe contracten komen waaruit de pensioenfondsen kunnen kiezen. Het pensioen wordt hoe dan ook flexibeler: het pensioen gaat eerder omhoog of omlaag als de financieel-economische omstandigheden mee- of tegenzitten.
Bij de uitwerking van de pensioenovereenkomsten komt de rekenrente om de hoek. Want hoe individueler de pensioenregeling, hoe kleiner de rol van de rekenrente. Een echt individueel pensioen wil de vakbeweging niet, omdat het ten koste gaat van de solidariteit. Maar een iets minder collectief stelsel dan het huidige, kan wel een oplossing zijn om flexibeler om te kunnen gaan met de rekenrente.
Daarom wordt nu een mengvorm onderzocht: in de ‘opbouwfase’, de jaren waarin de werknemer premie betaalt, kan het gezamenlijke vermogen worden belegd, terwijl ieder intussen wel zicht krijgt op zijn individuele aandeel. Wie met pensioen gaat, krijgt een uitkering op basis van ‘zijn’ vermogen op dat moment. Dat kan levenslang een vast bedrag zijn of een jaarlijks wisselend pensioen als wordt ‘doorbelegd’. In deze constructies wordt de rekenrente minder belangrijk, maar wordt voor werknemers het uitzicht op hun uiteindelijke pensioen nog onzekerder. Het kan eerder mee- of tegenvallen.
Hoe verder?
De onderhandelende partijen benadrukten woensdag dat dit slechts een van de onderzochte varianten is. Maar alleen al het feit dat de rekenrente kennelijk toch bespreekbaar is voor het kabinet, dat daar jarenlang niet aan wilde, zet de verhoudingen op scherp. Alle generaties volgen vanuit hun loopgraven met argusogen wat dit voor hen gaat betekenen. Ouderen willen zekerheid over de pensioenhoogte en zicht op jaarlijkse verhoging. Het loslaten van de rekenrente kan voor hen soelaas bieden. Jongeren maken zich zorgen dat zo hun pensioenopbouw wordt verjubeld om de ouderen te spekken.
Veel hangt af van de uitwerking. Volgende week praat minister Koolmees verder met de vakbeweging en de werkgevers. Het streven is om er voor de zomer uit te zijn. <