Wie vastloopt in zijn baan, komt maar moeilijk vrij. ‘Mensen schamen zich’

Tilburg
Ze was ooit op een feestje waar een dame ‘in geuren en kleuren’ vertelde over haar baan bij een cosmeticabedrijf, vertelt arbeids- en organisatiepsycholoog Merel Feenstra-Verschure (36). ‘Daarna vroeg ze wat voor werk ik deed. Ik vertelde dat ik onderzoek deed naar mensen die zich opgesloten voelen in hun baan. Waarop zij reageerde: ‘Daar kijk je nu naar.’ Terwijl uit haar verhaal zojuist het tegendeel waar leek te zijn.’
lastig
Eerlijk vertellen dat je werk je niet bevalt is voor menigeen lastig, zegt Feenstra. ‘Mensen schamen zich.’ Onlangs promoveerde ze op onderzoek naar het fenomeen locked at the job, zoals ze het noemt. Daaruit blijkt dat twintig procent van de werknemers ontevreden is over zijn of haar baan en niet in staat is zelf actie daarop te ondernemen.
‘Deze mensen ontbreekt het vaak aan moed om dit te veranderen’, licht Feenstra toe. ‘Omdat ze laagopgeleid zijn, denken ze dat hun kansen op een andere baan beperkt zijn. Of ze vrezen elders niet genoeg te verdienen om het financieel te kunnen redden. Anderen denken dat ze dusdanig specialistisch werk doen, dat ze nergens anders heen kunnen.’ Praten over hun onvrede doen ze niet snel. ‘Het past niet in een wereld waarin we via sociale media vooral laten zien hoe geslaagd we zijn.’
Het resultaat is dat werknemers die kampen met dat opgesloten gevoel in hun baan, daar gemiddeld tweeënhalf jaar mee worstelen, vertelt Feenstra. ‘Het kan zes maanden zijn, maar ook acht jaar.’
Feenstra onderscheidt in haar onderzoek een laag, medium en hoog niveau van de mate waarin een werknemer opgesloten zit. ‘In het laagste niveau gaat het om mensen die ergens ervaren dat het anders zou moeten, maar passief blijven. Om het werk vol te kunnen houden zoeken ze hun plezier in wat ze náást hun baan doen. Pas als mensen een levensveranderende gebeurtenis meemaken – iemand overlijdt, of er wordt een kind geboren – zie je vaak dat zij overgaan naar actief gedrag: ‘Ik moet wat anders.’ Maar zelfs dan kan het lang duren, voor er echt wat gebeurt.’
Op het medium-niveau ervaren mensen dagelijks stress van hun opgesloten situatie. ‘Ze lopen de hele dag met de ziel onder de arm en dat leidt tot uitputting van hun energie.’ In het hoogste niveau van vastzitten in de baan ontstaat een neerwaartse spiraal. ‘Deze mensen vallen op een gegeven moment uit. In mijn onderzoek zag ik een sterk verband tussen ‘opgesloten zijn in je baan’ en het ontstaan van een burn-out. Dat laatste treft een derde van alle mensen die kampen met dit probleem.’
literatuuronderzoek
Om vast te stellen hoe de vlag er onder werknemers bij hangt op het gebied van locked at the job, deed Feenstra uitgebreid kwantitatief, kwalitatief en literatuuronderzoek. Uiteindelijk ontwikkelde ze een model om het vastzitten in je baan sneller in beeld te krijgen. Ze pleit voor ‘een open dialoog’ op de werkvloer. ‘We moeten voorkomen dat mensen zo lang in een ontevreden situatie blijven zitten. Het leidt onnodig tot uitputting en burn-outs.’
‘Doordat het taboe is hierover te praten, weten te weinig mensen dat dit probleem bestaat en wat eraan te doen valt. De schaamte dat je niet perfect bent, moet er snel vanaf.’
Feenstra noemt haar bevindingen ‘baanbrekend’ omdat het onderwerp volgens haar nog nauwelijks onderzocht is. ‘Sommige werkgevers hebben weliswaar aandacht voor werkplezier, maar wat als jij het als werknemer gewoon echt niet naar je zin hebt? Daarom is mijn onderzoek niet alleen belangrijk voor werknemers, maar ook voor werkgevers.Er is een cultuuromslag nodig om die open dialoog aan te gaan. Een werkgever kan niet wegkomen met ‘O, je hebt het niet naar je zin? Dan vertrek je toch?’’
Merel Feenstra-Verschure - beeld nd

