Vormgeving ging in de oorlog gewoon door
Wanneer een boek Goed fout heet, met daarin ook nog het hoofdstuk ‘Zwart Wit’, verwacht je een nogal antithetische beschrijving. Lange tijd was het gebruikelijk de gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog in die termen te beschrijven. Je was voor of tegen de Duitsers, een tussenvorm bestond niet. Vooral ’s lands geschiedschrijver Loe de Jong hamerde in zijn meerdelige De Geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlandenin de Tweede Wereldoorlog op dit aambeeld.
Goed fout beperkt zich tot de grafische vormgeving. Daarvan worden mooie voorbeelden gegeven, hoofdzakelijk volgens dat zwart-wit-schema. Met hoofdstuktitels als ‘Vormgevers van de haat’ en ‘Gedrukt verzet ...’. Tot de echte collaborateurs behoorden ontwerpers als Lou Manche (1908-1982) en C. (Kees) Koekkoek, zoon van de bekende schoolplatentekenaar M.A. Koekkoek. Ten onrechte staat in het boek dat óók de zoon de initialen M.A. droeg. De verwarring ontstond waarschijnlijk doordat hij achter zijn achternaam vaak de aanduiding M.A.zn zette.
Godsgericht
De Duitsers oefenden soms sterke druk uit om de Nederlanders aan hun kant te krijgen. Zoals op een affiche om lid van de Waffen SS te worden om de ‘bolsjewisten’ (Sovjetcommunisten) te weerstaan: ‘Onze roemrijke voorvaderen zullen ons aanklagen voor het Godsgericht als het volk nu achterblijft ...’
Het boek bevat niet alleen talrijke foto’s van affiches van de Duitsers en de Duitsgezinde NSB, ook de productie van vormgevers die voor het verzet werkten, krijgt aandacht. Daarbij zoomt het boek vooral in op twee kunstenaars: de Groninger Hendrik Nicolaas Werkman, en de Amsterdammer Willem Sandberg. Werkman (zie ook ND Gulliver, 10 april) overleefde de oorlog niet, Sandberg wel en werd later bekend als directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Al lijkt de benadering van de samenstellers van dit boek nogal zwart-wit, zij beseffen dat ‘grijs’ ook een oorlogskleur was. Bijvoorbeeld in het leven van Jean-François van Royen (1878-1942). Hij was een voorstander van het organiseren van kunstenaars en deed daarom mee aan de oprichting van de Nederlandsche Organisatie van Kunstenaars in 1941. Dit werd geen succes omdat veel kunstenaars bang waren dat de Duitsers via de ledenlijst te gemakkelijk achter de gegevens van tegenstanders konden komen. Ook Van Royen begon dit te beseffen en probeerde daarop de organisatie op te heffen. Begin maart 1942 werd hij gearresteerd en naar kamp Amersfoort gebracht. Daar ging zijn gezondheid snel achteruit. Op 10 juni overleed hij, schrijnend genoeg enkele dagen nadat de Duitsers hadden besloten hem vrij te laten.
economische groei
Het boek V=Vorm. Nederlandse vormgeving 1940-1945 heeft een bredere insteek. Ook hierin aandacht voor grafische vormgeving in de oorlogsjaren. Op dat punt overlappen de beide boeken elkaar. Maar auteur Yvonne Brentjens gaat heel wat stappen verder. Juist omdat ze niet in het goed-foutschema gelooft. Dat leidde volgens haar tot een blinde vlek in de beschrijving van de economische geschiedenis tijdens de oorlog.
Zij benadrukt juist heel sterk de continuïteit in deze jaren. Want ook al lagen na talloze bombardementen heel wat industriële installaties in puin, met de totale economie ging het helemaal niet slecht. Brentjens laat zien dat al in 1999 Hans Klemann berekende dat in 1946 het in fabrieken opgestelde machinevermogen 27 procent hoger was dan in 1939. In 1943 bedroeg dat groeipercentage al 13 procent. Economisch gezien betekende de Duitse inval het einde van de crisis uit de jaren dertig. Ook op een ander punt bracht de oorlog voordeel. Mensen werden vindingrijk en dat leidde direct na de bevrijding tot een hausse aan patentaanvragen.
collaboratie
Qua vormgeving kwamen er tal van voorschriften, uitgevaardigd door het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten onder leiding van Tobie Goedewaagen. Opmerkelijk is dat de Duitsers – en ook Goedewaagen – aan de ene kant sterk het agrarische, romantische verleden benadrukten en van een ‘gezellige’ vormgeving hielden, maar anderzijds ook heel modern waren. Denk aan de aanleg van autosnelwegen of de vormgeving van overheidsgebouwen. Die dubbelheid was onder meer terug te zien in de inrichting van de werkkamer van NSB-leider Mussert. Een en al nostalgie en kitscherige kneuterigheid, terwijl personeelschef C. ter Poorten zijn kamer inrichtte met strak stalen Gispen-meubilair. Grappig dat beide heren de verkeerde lamp hadden hangen. De barokke lamp van Ter Poorten past beter bij de kamer van Mussert, die een moderne lamp aan het plafond had.
Kun je het meewerken van bedrijven aan de door de Duitsers geleide economie ‘collaboratie’ noemen? Het aantal directeuren dat dit uit overtuiging deed, was maar klein. Maar dat gold ook voor de bazen die weigerden met de bezetters samen te werken. De meesten, de grote middengroep, deden het om hun arbeiders aan het werk te houden, zoals ze zeiden. Sommigen verdedigden zich na de oorlog met het argument dat ze Duitse orders zo sloom mogelijk probeerden uit te voeren en andere zo snel en punctueel mogelijk. Maar is dat waar? Dat is moeilijk te controleren. Gemakkelijker is na te gaan dat het dit soort bedrijven meestal financieel voor de wind ging. Collaboratie was volgens Brentjens veel wijder verbreid dan mensen geneigd zijn toe te geven.
Veel dingen bleven dus gewoon doorgaan. Meubels zagen er soms heel modieus uit, ook kleding kreeg geen ‘oorlogsvormgeving’. Soms waren er noodproducten. Zoals bijzondere kachels, de knijpkat – een lamp die geen batterijen nodig had, maar die stroom kreeg door erin te knijpen – of een thermisch pyjamapak.
Sommige vormgevers of winkels maakten voorzichtig gebruik van de nationale kleuren rood, wit en blauw. Ze bleven inventief.
Met V=Vorm is in ieder geval een belangrijk hiaat in de Nederlandse geschiedschrijving over vormgeving opgevuld.
Onder de titel Goed Fout is tot 6 september ook een tentoonstelling te zien in het gebouw van de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, Oude Turfmarkt 129.
vormgeving
Goed fout. Grafische vormgeving in Nederland 1940-1945
Alston W. Purfis, Erik Somers, René Kok, Gerard Groeneveld. Uitg. Vantilt, Nijmegen 2015. 256 blz. geb. € 24,95
V=Vorm. Nederlandse vormgeving 1940-1945
Yvonne Brentjens. Uitg. NAI010, Rotterdam 2015. 416 blz. halfgeb. € 45,-