Luister naar

Stadsgezichten door een kijkdoos

Nieuws
De Duitse Autobahn werd aangelegd ten dienste van de oorlogsplannen van de Nazi's. Maar de snelweg moest meer zijn dan een functionele lijn tussen twee bestemmingen. De weggebruiker moest vanaf de weg een indruk krijgen van de schoonheid van het landschap (en daardoor natuurlijk verbonden worden met de Heimat). De autoruit diende als kijkdoos op het landschap. Dat is eigenlijk een heel modern idee.
Hans Teerds
vrijdag 23 mei 2003 om 12:42

Nergens is zoveel aandacht besteed aan de inpassing van de weg in het landschap, als in Duitsland. De weg werd zo aangelegd dat het leek alsof hij al jaren deel was van het landschap. Een nieuwe snelweg werd ingepast in de eeuwenoude landschappen. Bestaande bomen en begroeiing bleven zoveel mogelijk behouden. Bossen liepen door tot de rand van het asfalt. Glooiingen en bochten werden soepel genomen. De bruggen en viaducten werden gemaakt van natuursteen. Als het uitzicht vanaf de weg niet zo mooi was, zoals in Noord-Duitsland of het Ruhrgebied, werd op een strook van minimaal veertig meter breed een landschap aangelegd dat wel tot de verbeelding sprak.

Een dergelijke aanpak, uiteraard zonder nationalistische bijsmaak, staat de organisatie van de eerste internationale Architectuur Biënnale voor ogen. De Biënnale is een evenement dat om het jaar terug moet gaan keren in Rotterdam, Nederlands hoofdstad van de moderne architectuur. Een evenement waarbij debatten, lezingen en workshops worden georganiseerd rondom een grote tentoonstelling. Het motto 'mobility, a room with a view' maakt duidelijk dat rijden meer kan zijn dan een verplaatsing van a naar b.

Het idee is bedacht door Francine Houben, architect bij Mecanoo en hoogleraar mobiliteitsesthetiek aan de TU Delft. Op de Biënnale wordt een beeld geschetst van hoe daar in andere delen van de wereld mee wordt omgegaan. Verschillende universiteiten hebben meegedaan aan een onderzoek naar de mobiliteit in zes wereldsteden. De resultaten van dit onderzoek zijn verzameld in een boek en worden gepresenteerd op de hoofdtentoonstelling van de Biënnale, in het Nederlands Architectuur

Hier kun je vanuit verschillende auto's virtueel ervaren hoe in men in deze steden reist. Zo blijkt in Budapest, te zien vanuit een Trabantje, door de toegenomen welvaart het autobezit verdubbeld te zijn. De stad kan deze drukte echter niet verwerken. Vanuit een kleine Toyota is te zien waarom in Tokyo iedereen met het openbaar vervoer reist. De wegen zijn te vol en het openbaar vervoer is goed geregeld. Vanuit een dikke BMW kun je de Autobahn berijden in het Ruhrgebied. Het moet gezegd: de Duitse aanpak heeft misschien wel het mooiste wegennet van Europa opgeleverd. Zelfs dit dichtbevolkte, industriële gebied ligt verscholen achter een dikke strook bos. De grote mijnen en staalfabrieken van Duisburg en Essen worden door dit landschappelijke vernis aan het oog onttrokken.

Hoe anders is het in Nederland, stelt Houben. Ons wordt het zicht op onze grote steden en ons prachtige landschap ontnomen door monotone kantoorparken en geluidsschermen. De snelweg lijkt meer op een tunnel waardoor het verkeer zo snel mogelijk op de plaats van bestemming gebracht moet worden, dan een publieke ruimte waar een groot deel van Nederland dagelijks verblijft.

Houbens voert het voorbeeld aan van Rotterdam. Slechts op twee punten is vanuit de auto een beeld te krijgen van de grootsheid van deze stad. Rotterdam toont zich pas aan de automobilisten vanaf twee hoger gelegen punten: het Kleinpolderplein en de Van Brienenoordbrug. Vooral het uitzicht vanaf de brug spreekt tot de verbeelding. Een schouwspel van gebouwen, kranen en bruggen rijst voor je op. De hele stad ontvouwt zich voor je ogen. Misschien wel het mooiste beeld van een stad in ons vlakke land. Maar ook een vluchtig beeld, zo van achter de voorruit. Heel even maar word je door de hoogte van de brug boven de bebouwing en bomen opgetild, heel even toont Rotterdam zijn grootse karakter. Daarna wordt de automobilist weer verbannen achter geluidsschermen en kantoorkolossen.

Lange tijd is de rijksweg door de overheid inderdaad ook gezien als 'restzone' in ons land. Een restzone die problemen opleverde voor de direct omliggende omgeving. Het constante gezoem van auto's en de stankoverlast moesten veilig weggestopt worden - en hoe kon dat beter dan achter bedrijfsterreinen en geluidsweringen? Echter, overal in het land slibde de zone rond de rijkswegen dicht - het uitzicht op de leegte die ons land kenmerkt werd snel volgebouwd.

Houben kiest voor de blik vanuit de auto. Het landschap wordt daarmee een decor. Als je met 120 kilometer per uur ergens voorbij zoeft zal je het echter hooguit uit je ooghoeken kunnen waarnemen. Soms heb je even een herkenningspunt, zoals het nieuwe ING-gebouw langs de A10 bij Amsterdam, of de betonnen olifanten in de polder bij Almere. Even zie je het beeld aankomen, dan flitst het voorbij, daarna kun je het nog slechts nakijken in je spiegel.

Het probleem waarmee hier geworsteld wordt, is uiteindelijk de snelheid. De automobilist zal iets moeten ervaren dat voorbij flitst. Het gaat dus om een kortstondige prikkeling. Om echt de aandacht te trekken langs de snelweg, zal er dan ook veel 'geweld' uit de kast gehaald moeten worden. Veel studies op de Biënnale laten dat ook zien. De aangedragen oplossingen bestaan vooral uit grootse gebouwen die over, onder en langs de weg gebouwd moeten worden, gebouwen die zich vermengen met de weg, wegen die zich uiteenrafelen en via mooie krullen weer bij elkaar komen. In maar weinig studies wordt echt gedacht vanuit de kwaliteit van het landschap zelf. En hoe de weg daar op een mooie en goede manier ingepast kan worden.

Het Duitse voorbeeld bewijst dat het kán. Maar dan moet er vanuit het landschap gedacht worden. Een mooi voorbeeld van integratie van de weg in het bestaande landschap is de Maasboulevard in Rotterdam. Rotterdam is, mede door het bombardement van 1940, de autostad bij uitstek van Nederland. Het boek In Transit, ook al uitgegeven ter gelegenheid van de Biënnale, beschrijft hoe Rotterdam al voor de oorlog omging met de vragen van de moderne mobiliteit. Worstelen andere binnensteden met de toegenomen autodruk en hun smalle straatjes, in Rotterdam doorkruisen brede boulevards die ruim baan geven aan de auto de hele stad.

De Maasboulevard is daar een van. De weg is aangelegd op de oever van de Nieuwe Maas, die met een prachtige bocht door het centrum van de stad loopt. Uit de auto houd je zicht op het water, en over het water op de zich ontvouwende stad. De gebouwen wisselen elkaar af als coulissen op een toneel. Ze openen telkens nieuwe doorzichten. Ook het zicht op de rivier werkt mee. Langzaam schuift de overkant mee met de beweging van het verkeer. De schepen die er varen en afgemeerd liggen geven dynamiek aan het beeld, net als het zicht op het Noordereiland en de bruggen die de rivier overspannen. De automobilist wordt hierdoor opgenomen in het organisme van de stad.

Toch laat de stad zich pas echt kennen als je je buiten de auto waagt. Uiteindelijk wordt alleen de wandelaar echt in het landschap ondergedompeld, stelt de landschapsfilosoof Ton Lemaire. De automobilist blijft een voyeur - de wandelaar wordt een deelnemer. In de stad ligt dat misschien iets complexer, maar toch geeft Rotterdam zich pas echt als je alle zintuigen kunt gebruiken. Hoewel in sommige delen van de stad de wietgeur de geur van de haven heeft verdrongen, blijft op veel punten de verbondenheid met het water en de zee te ervaren. Neem de watertaxi's, die over de Nieuwe Maas heen en weer varen. De kleine bootjes steigeren en stampen tegen de golven. Om je heen rijzen golven, gebouwen en schepen op. Aan de ene kant de oude Parkhaven, met zijn historische schepen. Aan de andere kant de Kop van Zuid, het nieuwe Rotterdam. Je ruikt het water, dat om het bootje heen spat. Verderop ligt sierlijk de Erasmusbrug en eronderdoor houd je zicht op de kromming van de rivier.

Of fiets eens over de Erasmusbrug, die met een krachtig gebaar twee werelden bij elkaar brengt. De wereld van het Centrum en de wereld van Zuid. De pyloon torent hoog boven je uit tegen een blauwe lucht. Een mooi perspectief. Af en toe davert een tram over de brug, de brug trilt mee: hij hangt voelbaar aan de staalkabels. Aan de horizon werken de kranen. De haven is dichtbij. Aan de ene kant van het water de toekomst van Kop van Zuid. Tussen oude pakhuizen torenen nu twee kantoorflats, aan een derde wordt gebouwd. De andere kant van het water toont de oude stad, waar de wolkenkrabbers elkaar aftroeven. Wat een dynamiek. De wind waait fris over het water heen. Op het water draait de fastferry richting Dordrecht. Een containerschip vaart onverstoorbaar onder je door. De containers hoog in het ruim opgestapeld. De motor stampt. Een walm van gasolie en uitlaatgas waait langs. Hier wordt gewerkt, en dat zul je vanuit een auto nooit zo intens ervaren.

N.a.v. de eerste Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam. Nog tot 7 juli in o.a. het Nederlands Architectuur Instituut en Pakhuis Las Palmas. Informatie: www.biennalerotterdam.nl, www.nai.nl, www.1ab.nl

Catalogus bij de biënnale: Francine Houben, Luisa Maria Calabrese (red.), Mobility, a room with a view. Uitg. NAi Uitgevers Rotterdam, 2003, 35,- (Engelstalig)

In Transit, mobiliteit, stadscultuur en stedelijke ontwikkeling in Rotterdam. Paul Meurs en Marc Verheijen (red). Uitg. NAi Uitgevers Rotterdam, 2003; 35,-

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Chris McCandless in de film Into The Wild (2007)

Deze bus trok velen 'into the wild'. Nu staat hij in een museum. Waarom?

Het was een van de bekendste pelgrimages van deze tijd: een levensgevaarlijke wandeling naar de bus uit ‘Into the Wild’. Nu staat het kapotte, roestige voertuig in een museum. Hoe werd het zo’n icoon?

A Hidden Life volgt de katholieke Oostenrijkse boer Franz Jägerstätter. Samen met de andere dorpsbewoners wordt hij opgeroepen voor het leger.

Deze podcasts, films en tentoonstellingen zijn de moeite waard tijdens de Stille Week

Verstilde beelden, muziek die ruimte schept, films die offers tastbaar maken, gesprekken die de ziel raken... Wat kun je luisteren, zien en beleven in de aanloop naar Pasen?

Marina Abramovic, Four Crosses: The Evil (positive), 2019 (detail).

Kunstenaar Marina Abramovic deed een halve eeuw aan hardhandig zelfonderzoek en stelde haar pijn tentoon

Messen, bloed en een poort van licht. Met video’s, sculpturen en spannende performances opent het Stedelijk Museum dit weekend zijn deuren voor kunstenaar Marina Abramovic.

Nick Cave praat in het Theater am Tanzbrunnen in Keulen over zijn boek 'Geloof, Hoop en Ravage'.

Hoe een toornende, wilde God toch lief kan hebben. Nick Cave beschrijft het als geen ander

Rouw is een geschenk, vindt Nick Cave. Het is niet de bedoeling dat je over het verdriet om de dood van een geliefde heen komt. Maar die magneet kan ook kracht geven. Hoop en hunkering. Renaissance door ravage.

Afbeelding

Gerard Timmer stopt als NOS-directeur na aantijgingen

Gerard Timmer stapt op als algemeen directeur van de NOS. Hij heeft besloten te stoppen na aantijgingen dat hij niets zou hebben gedaan tegen misstanden in zijn tijd als directeur van BNNVARA.

Door haar nieuwe show leer je cabaretière Claudia de Breij een stuk beter kennen.

Claudia de Breij zet aan het denken met voorstelling over buitenbeentjes en paradijsvogels

In haar nieuwe show schetst cabaretière Claudia de Breij zichzelf als fabriek, dealer en junkie tegelijk. Haar drug? Adrenaline. Maar diep vanbinnen is ze een introvert en wilde ze vroeger nooit afwijken van de rest.