Commentaar: We zijn niet zo vrij en zelfstandig als we zouden willen
Natuurlijk mag de overheid eisen stellen aan bedrijven als ze in coronatijd financiële steun nodig hebben. Dat klinkt lekker duidelijk. Maar het is wat minder simpel dan het lijkt. Het makkelijkst is om te zeggen: wie betaalt, bepaalt. Geen bonussen, dividenduitkeringen en inkoop van eigen aandelen. Bij KLM is dat snel gelukt. De verontwaardiging was groot, toen het bericht naar buiten kwam over een voorgenomen verhoging van het bonusplafond van topman Pieter Elbers. Maar daarna kwam eenzelfde discussie naar buiten, binnen moedermaatschappij Air France-KLM, over de variabele bonus van bestuursvoorzitter Ben Smith. En daar gaat Nederland niet alleen over. Zelfs de Franse staat niet. Nu ziet ook Smith af van zijn bonus, maar het had zomaar anders kunnen aflopen.
Een andere voorwaarde aan KLM en Schiphol zou kunnen zijn: meewerken aan de klimaatdoelstellingen. Daar is kabinetsbeleid voor geformuleerd. Maar KLM en Schiphol moeten opereren in een concurrerende omgeving. Dan is van belang of andere Europese maatschappijen en overheden ook meedoen. En grote spelers uit de VS, de Golfstaten en Azië. Zo niet, dan loop je het risico dat grote economische belangen geschaad worden. En daarmee ook sociale: werkgelegenheid, en financiële: belastinginkomsten.
Een vervolgvraag is: moet je onderscheid maken tussen vitale en niet-vitale sectoren? En welke zijn dat dan? In een wereld van globalisering hoef je niet per se een eigen luchtvaartmaatschappij te hebben. En de overstapfunctie waardoor Schiphol mede zo groot is geworden, is geen must. Het is niet genoeg dat KLM en Schiphol iconen zijn en dat er veel mensen werken. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw stond het voortbestaan van bijvoorbeeld de scheepsbouw en de textielindustrie op het spel. Ook bedrijfstakken waar tienduizenden mensen werkten. Toch zijn grote delen daarvan prijsgegeven aan de werking van de markt, terwijl niet zeker was hoe we dat te boven zouden komen. We kunnen nu als troost daaruit putten dat het goed is gekomen. Er zijn kleinere en sterke, vernieuwende bedrijven overgebleven. En voor wat verloren ging, kwam nieuwe, hoogwaardige bedrijvigheid terug. Eén voorbeeld: het Brabantse bedrijf Vanderlande dat bagageafhandelingssystemen ontwikkelde waarmee het internationaal marktleider werd.
Belangrijk is dat er in politiek en maatschappij goed wordt nagedacht over duidelijke en haalbare criteria voor steun. Daarbij hoort de internationale context waarin we opereren. We zijn niet zo vrij en zelfstandig als we zouden willen. Maar wie klein is, kan wel slim zijn: zoek de mazen maar op.
Frans Tijssen
de mening van het Nederlands Dagblad