Voordat je het weet, ben je een zure groene profeet
Als u van het ‘krantje bij het ontbijt’ bent en u leest dit, dan zit ik in het vliegtuig. Jawel. De familie Honingh maakt een tripje naar Israël. Vanwege de temperatuur doen we dat in april in plaats van in juli. We hebben er lang naar uitgekeken en gaan er ontzettend van genieten, daar in het land van melk en honing.
Maar vliegen dus. Dat mag natuurlijk helemaal niet als je van de groene bent. Er mag heel erg veel niet als je van de groene bent. En voor je het weet, vind je dat alle andere mensen op deze wereld dat ook niet mogen. Voor je het weet, ben je een verzuurde groene profeet. Dan kun je iemand niet feliciteren die blij vertelt dat hij een baan heeft in Australië waarvoor hij elke acht weken heen en weer gaat vliegen. Ja, maar het is voor een hulporganisatie! Nou… zou hongerend Afrika daarbij gebaat zijn? Of kun je daar beter bomen gaan planten in plaats van eroverheen vliegen? Bomen planten is volgens ‘mijn’ heldin en Nobelprijswinnares Wangari Maathai, dé oplossing voor honger, armoede en dus wereldvrede. Google haar naam maar eens. Dus: iedereen het vliegtuig uit. Alleen ik mag nu, omdat ik tien jaar niet gevlogen heb, en omdat echtgenoot duizend bomen heeft geplant op z’n land.
relatief en inconsequent
Voor ik het weet, heb ik van ‘niet vliegen’ een groot ding gemaakt. Alsof dat vliegtuig de grootste boosdoener is, terwijl bijvoorbeeld één containerschip op de Nieuwe Waterweg meer verstookt dan alle auto’s die er in een heel jaar in Rotterdam rijden. Het is allemaal zo relatief en we zijn allemaal zo inconsequent.
Ik zit in mijn groene bubbel en bestook de wereld. Terwijl ik laatst nog de zin opschreef: ‘Maak je eigen leven groen, niet dat van anderen.’ Want als er één vinger naar de ander wijst, wijzen er drie naar jezelf. Zoals nu, nu ik in het vliegtuig zit.
Toch vind ik het moeilijk hoor, want al dat nare nieuws van klimaatvluchtelingen en milieucrises maakt me machteloos. Ik wil wat doen. Maar waar eindigt onze verantwoordelijkheid voor het welzijn van deze wereld? Wat doet Hij en wat doen wij?
Ik werd geholpen door Elbert Dijkgraaf, die pas zo dapper afscheid nam van de Tweede Kamer. In een interview zei hij: ‘We moeten ons best doen, want onze verantwoordelijkheid blijft recht overeind. Maar de nieuwe hemel en nieuwe aarde worden niet door christenen, laat staan door de SGP of Elbert Dijkgraaf gerealiseerd. God regeert, en het kwaad is al overwonnen. Dat geeft mij een enorm stuk relaxedheid.’
Dat hielp mij wel. Want je kunt je zomaar de redder van de wereld gaan voelen. Met je niet vliegen en je geen vlees eten. Terwijl de Heer alleen maar van ons vraagt het koninkrijk te zoeken en niet te redden…
Ik werd ook geholpen door ds. Wim de Bruin die een paar weken terug hier een pleidooi hield voor sober leven. ‘Als we dat niet doen, stort de boel in’, schreef hij. Omdat we leven ten koste van anderen. En dat past niet in het koninkrijk. Dus zal het vroeg of laat misgaan. ‘Maar we moeten ons leven niet versoberen om de wereld te redden, maar om de ander en de schepping tot bloei te laten komen.’
minder wijzen naar anderen
Kijk, daar kan deze zure groene profeet wat mee. Dat relativeert en motiveert. En laat me minder wijzen naar anderen. Ik zal nog weleens de fout ingaan, maar ik hoop dat u mij dat bij voorbaat kunt vergeven.
Het is nog steeds paastijd. De kleur is wit. De vijftig dagen van Pasen tot Pinksteren zijn volgens de katholieken één grote zondag. De tijd van de verrijzenis. Van ‘de levende die voor ons uit gaat’ zei de dominee afgelopen zondagochtend. Dankzij de opstanding is de wereld gered en hebben we zicht op Gods koninkrijk. En dus is elke goede (groene?) daad niet tevergeefs in de Heer. Zoals dat mooie lied nummer 642 uit het nieuwe Liedboek zegt:
Nu is op aard geen goede daad
Meer tevergeefs gedaan,
Want wat gij goed doet is als zaad,
Dat heerlijk op zal gaan.