Marinde van der Breggen: De morgenstond heeft goud in de mond
Ooit had ik er een hekel aan, voor zeven uur in de ochtend uit de veren. Noem het een overblijfsel van de puberteit of het gevolg van tot in de late uurtjes papers schrijven en tentamens leren in de studententijd. Nee, de ochtenden en ik waren geen vrienden.
Maar hoe meer ik mij richting het grotemensenleven begaf, hoe vaker ik mijn bed achter me moest laten en gekleed, gekapt en al, de buitenwereld onder ogen moest zien voor de kleine wijzer de zeven voorbijgekropen was.
En hoe vaker ik dat deed, hoe meer ik van de ochtenden begon te houden. Want in de ochtend ziet de wereld er anders uit.
Het is het tijdstip van de dag waarop alles nog kan gebeuren. Je hebt nog geen tijd verspild aan onnozele dingen, alles wat je wilt bereiken, ligt nog voor je open.
De ochtend staat bol van de verwachtingen voor weer een nieuwe dag. Op straat tref je mensen met een doel: hardlopers die vastbesloten zijn te trainen, ook al moeten ze straks aan het werk; fietsers met een aktetas op de bagagedrager die op weg zijn naar kantoor; wandelaars die hun hond uitlaten om daarna de ochtendkrant uit de brievenbus te trekken.
Als ik me op zo’n tijdstip buiten begaf, voelde het alsof ik deel uitmaakte van een geheime club. Wanneer ik iemand toeknikte, was dat met een blik van verstandhouding. ‘Jij en ik, wij kennen de magie van de ochtend.’
In de zomer, als het al vroeg licht is, is de morgen nog mooier. De vroege zomerochtend is als een dorp waar iedereen je groet. Waar het gras groener is en de vogels net iets harder fluiten. Waar de voorzichtige zonnestralen slechts een belofte zijn van de warmte die ze gaan verspreiden als de rest van de wereld straks wakker wordt.
De natuur voert een showtje op, en het is alsof de schoonheid daarvan net iets meer voor jou bestaat, omdat je haar met minder mensen hoeft te delen.
En dus neem ik in de zomer mijn ochtendkoffie het liefst mee naar buiten voor een wandeling door het bos of over de dijk in de buurt van mijn huis. Dan ben ik even deel van de geheime club die op de hoogte is van de waarheid van het spreekwoord: morgenstond heeft goud in de mond.