Spanje kiest weer conservatief
Madrid
De conservatieve Partido Popular (PP) van de regerende premier Mariano Rajoy ging van 122 naar 137 zetels in het 350 zetels tellende Spaanse parlement. De sociaaldemocratische PSOE van oppositieleider Pedro Sánchez liep terug van 90 naar 85 zetels.
De twee protestpartijen op links en in het politieke midden deden het minder goed dan werd verwacht. Het radicaal linkse, maar ook populistische Podemos (‘Wij kunnen’) van de met een haarknot getooide jonge politieke leider Pablo Iglesias won twee zetels (van 69 naar 71), zelfs in de vorm van Unidos Podemos, de samenwerking met het socialistische en neo-communistische Izquierda Unida (Verenigd Links). Ciudadanos (‘Burgerplatform’), de gematigd linkse partij van de met oneliners smijtende Albert Rivera verloor zelfs acht zetels: van 40 naar 32.
patstelling
In december waren in Spanje al verkiezingen gehouden. De conservatieve PP won toen ook, maar kon niet alleen een regering vormen, omdat er geen absolute meerderheid was. Spanje heeft geen ervaring met coalitiekabinetten en onderhandelingen. Die zaten dan ook na zeven maanden nog muurvast.
Op de achtergrond speelden drie factoren mee: de economische crisis in Spanje is diep en langdurig, met vooral een enorm hoge jongerenwerkloosheid. Niemand wil die boedel overnemen, maar geen partij wil ook het zeer prille herstel schaden.
Dan is er de politieke patstelling tussen rechts en links. Tientallen jaren wisselden die politieke blokken elkaar in de regering af, samenwerking was er niet. Nu kan dat niet meer.
Maar het proces van geven en nemen wordt bemoeilijkt door de vaak starre en centralistische opstelling van premier Rajoy en door de verbrokkeling van links, waar de PSOE veel last heeft van corruptieaffaires, de te grote mond van partijleider Pedro Sánchez en afkalving naar Podemos en Ciudadanos.
Ook de Spaanse geschiedenis laat niet veel polderwerk zien; tussen Filips II, de koning met wie het land de zestiende eeuw volmaakte en Franco, de dictator die Spanje tot zijn dood in 1975 met ijzeren vuist regeerde, zit het absolute van de macht als gemeenschappelijk element.
langdurig
Ook nu wordt weer een langdurig politiek proces verwacht om in Spanje tot een coalitie te komen. Premier Rajoy neemt het voortouw, maar denkt wel een maand nodig te hebben voor een werkbare regering. Voor een meerderheidskabinet zijn 176 zetels nodig; die zijn alleen te bereiken als PP en PSOE gaan samenwerken in een ‘grote coalitie’; radicaal-links en de conservatieven sluiten elkaar uit. Tweede mogelijkheid is een combine op links, met PSOE, Ciudadanos en Podemos; maar dan zou die laatste partij te veel water bij de wijn moeten doen. Een derde variant is een conservatief minderheidskabinet met gedoogsteun van de PSOE. Die oplossing heeft de voorkeur van veel Spaanse regio’s, waar sociaaldemocraten sterker zijn dan op nationaal niveau, en ook samenwerken met de regionale, vooral Baskische en Catalaanse partijen. Maar de conservatieve Rajoy denkt dat een gedoogconstructie niet zal werken. <