Karadzic voor de rechter, dat geeft altijd reuring
Den Haag
Karadzic, inmiddels 72 jaar, ging in beroep tegen de hem op 24 maart 2016 opgelegde veertig jaar gevangenisstraf voor genocide in Srebrenica, misdaden tegen de menselijkheid in twintig Bosnische gemeentes, gijzeling van VN-vredessoldaten en verantwoordelijkheid voor de beschieting van Sarajevo.
In juli 2008 bracht Karadzic’ arrestatie en uitlevering nog duizenden woedende demonstranten op de been in Belgrado en in verscheidene Bosnisch-Servische steden. Tijdens zijn voorgeleiding voor het Joegoslaviëtribunaal zat zowel de pers- als de publieke tribune volgepakt. Ook het begin van zijn proces in oktober 2009, en het vonnis, trokken aandacht.
halfleeg
Maar maandag, bij het begin van zijn beroepszaak is de publieke tribune van de rechtszaal halfleeg. Zelfs Karadzic’ Servische vrienden en familieleden zijn niet naar Den Haag gereisd. Zij volgen de zittingen op de televisie of via de internetuitzending van de VN-rechtbank. Een enkele bewonderaar is er. Ook naar Den Haag gereisd zijn een zevental leden van de associaties Moeders van Srebrenica, Zepa en Podrinje. Als altijd laten zij luid van zich horen. ‘Vervloekt ben je’, reageert de militante leidster Munira Subasic, nadat Karadzic’ advocaten de eerste ochtend meteen al voor vrijspraak of een nieuw proces hadden gepleit, vanwege procedurefouten.
Bijzonder nadelig voor Karadzic zou zijn geweest dat hij de Bosnisch-Servische generaal Ratko Mladic niet heeft kunnen ondervragen. Mladic weigerde in het Karadzic’ proces te getuigen, omdat dit zijn eigen zaak zou kunnen schaden.
weet of geen weet
Een groot deel van zowel het betoog van de raadslieden als dat van Karadzic zelf, richt zich op de vraag of hij weet heeft gehad van de massa-executies van mannen en jongens uit de Srebrenica-enclave in juli 1995. De rechters van het Joegoslaviëtribunaal oordeelden in 2016 van wel en achtten hem hierom schuldig aan volkerenmoord in Srebrenica. Karadzic en zijn verdediging ontkennen dit ten stelligste. Zo betwisten zij een notitie van een op 13 juli 1995 in cryptische bewoordingen gevoerd gesprek tussen Karadzic en het hoofd van het gemeentebestuur in Bratunac, Miroslav Deronjic, over het transporteren van uit Srebrenica afkomstige mannen naar Zvornik, de stad waar deze mannen zouden worden gedood.
Daarnaast stelt de verdediging van Karadzic dat geen van diens officieren hem in de dagen dat de massamoorden rond Srebrenica plaatsvonden over deze gebeurtenissen heeft geïnformeerd. Vooral dit laatste vonden de rechters opmerkelijk. ‘Suggereert u soms dat er een samenzwering bestond van alle hogere officieren om zaken voor Karadzic verborgen te houden?’, vraagt rechtbankpresident Theodor Meron dinsdag. Karadzic’ advocaat antwoordt dat dit een gevolg was van het feit dat hij een eerder offensief tegen Srebrenica, in maart 1993, zou hebben afgebroken.
‘Leugens! Leugens!’, roepen de vrouwen uit Srebrenica geregeld vanaf de publieke tribune, vooral wanneer Karadzic het woord voert. De aanwezige beveiligers manen hen herhaaldelijk tot kalmte. Dit heeft echter maar ten dele effect.
De aanklagers hameren juist op de bevelsverantwoordelijkheid van Karadzic voor militaire operaties, waaronder Srebrenica. Want als president van de zelfuitgeroepen Servische republiek in Bosnië was hij tevens opperbevelhebber van de Bosnisch-Servische strijdkrachten. Zij beschuldigen Karadzic van het leiden van een gecoördineerde criminele onderneming die de niet-Servische bevolking uit grote delen van Bosnië-Herzegovina moest verdrijven.
De aanklagers zijn ook in beroep gegaan, want zij willen het vonnis omgezet hebben in een levenslange straf. Generaal Mladic en drie hogere Servisch-Bosnische officieren kregen wel een levenslange gevangenisstraf voor hun rol in de volkenmoord in Srebrenica.
Daarnaast willen de aanklagers hun tweede genocideaanklacht tegen Karadzic gegrond verklaard krijgen: zijn rol in het plan om de niet-Servische bevolking van zeven specifieke gemeenten in Oost- en Noord-Bosnië te vernietigen, waaronder Prijedor en Sanski Most, aan het begin van de oorlog in 1992.
Sarajevo
Uitgebreid gaan de aanklagers ook in op de drieënhalf jaar lange belegering en beschieting van Sarajevo waarvoor Karadzic eveneens bevelsverantwoordelijkheid zou dragen. En als Karadzic zijn slotpleidooi houdt, laten de moeders uit Srebenica weer van zich horen.
Karadzic oogt energiek en praat nog even snel als hij deed in de jaren negentig. ‘Niemand begrijpt waar deze crisis om draaide’, besluit hij. ‘Wij waren één volk. De moslims bloeiden op in symbiose met de Serviërs. Onze wens was dat zij met ons bleven samenwonen in Joegoslavië. Toen zij zich wilden afscheiden, hadden zij het recht niet om ook ons hiertoe te dwingen.’
‘Leugens, leugens’, roepen de moeders uit Srebrenica opnieuw.
De uitspraak wordt eind dit jaar of begin volgend jaar verwacht. <