Nieuwsanalyse: Toekomst van EU splijt Europese christendemocraten
Brussel
De Duitser Manfred Weber werd in Helsinki gekozen tot Spitzenkandidat bij de Europese verkiezingen in mei 2019. Hij zal straks naar voren worden geschoven om Jean-Claude Juncker op te volgen als voorzitter van het dagelijks bestuur van de EU, de Europese Commissie.
De enigszins saaie Weber (46) is in het Europarlement de leider van de EVP, de grootste fractie, waarvan ook het CDA deel uitmaakt. Zo rustig als Weber is, zo lawaaiig is het binnen de EVP. Sommigen nemen afstand van het ideaal van Europese integratie. Nu ook Angela Merkel het EVP-toneel verlaat, brandt de strijd los. Welke koers varen we?
spirituele identiteit
Viktor Orbán – ook binnen de EVP omstreden – zette in Helsinki uiteen wat hij voor zich ziet. De afzonderlijke lidstaten van de EU hebben de unie sterk en succesvol gemaakt, zei de Hongaarse premier. Daarmee nam hij impliciet afstand van nauwere integratie. ‘Zonder natiestaten verliest Europa zijn spirituele en culturele identiteit.’
De Europese Unie zal een club zijn van de volkeren, of ze zal in het geheel niet bestaan, aldus Orbán. Voor hem heeft de EU niet één gezicht, maar 27 (het aantal lidstaten minus het Verenigd Koninkrijk). Een Europa dat bovendien ‘evenzeer christelijk is als democratisch’.
De christendemocratie moet weer duidelijk maken waarvoor ze staat, aldus Orbán in Helsinki. Neem de vriendelijke woorden dit voorjaar van de christendemocraat Juncker tijdens de herdenking van de tweehonderdste geboortedag van Karl Marx. ‘Laat zulke politieke afwijkingen maar over aan de socialisten.’
meer tegenstand
De vraag is of de EVP, na het vertrek van traditionele christendemocraten als Juncker en Merkel, de lijn-Orbán zal kunnen weerstaan. Medestanders heeft Orbán zeker. Denk bijvoorbeeld aan Sebastian Kurz, premier van Oostenrijk en leider van de christendemocratische ÖVP. Bedenk daarbij dat de gedachten over verdergaande Europese integratie – door de bank genomen – op meer tegenstand stuiten dan pakweg tien of twintig jaar geleden.
Donald Tusk, voorzitter van de Europese Raad en oud-premier van Polen, nam in Helsinki de taak op zich om tegengas te bieden. Zonder de naam te noemen van Orbán (zittend op het podium naast Merkel), sprak Tusk hem toe.
‘Niemand heeft het recht, zeker niet in onze politieke familie, de liberale democratie en haar grondslagen aan te vallen’, aldus de Poolse Europeaan, zinspelend op de kritiek die Orbán krijgt vanwege zijn aanvallen op de democratie en de rechtsstaat.
Tusks toespraak duurde nog geen vijf minuten en was daarom wellicht zo helder. ‘Laat ik duidelijk zijn: als u tegen de rechtsstaat en de onafhankelijke rechterlijke macht bent, bent u geen christendemocraat. Als u niet van de vrije pers en ngo’s houdt, als u vreemdelingenhaat, homofobie, nationalisme en antisemitisme tolereert, bent u geen christendemocraat. Als u de staat en de natie boven de vrijheid en waardigheid van het individu plaatst, bent u geen christendemocraat. Als u het westerse model van liberale democratie wilt vervangen door een oosters model van autoritaire democratie, bent u geen christendemocraat.’
fundamentele waarden
Deze aanval leverde Tusk veel applaus op.
Uiteraard willen de christendemocraten in mei de verkiezingen winnen, besloot de Pool. ‘Maar laten we niet vergeten dat het bij die verkiezingen niet gaat om voordelen en banen, maar om de bescherming van onze fundamentele waarden. Zonder deze waarden heeft een overwinning geen zin.’
De EVP wacht een spannende tijd.