Koning Leopold II, een bruut met grote geldingsdrang
Brussel
In de tijd dat schaamte over het verleden nog een onbekend verschijnsel was, werd Afrika het duistere continent genoemd. Een beroemde roman over een reis naar de binnenlanden van Afrika, via de rivier de Congo, heet Heart of Darkness, (‘Hart der duisternis’) geschreven door Joseph Conrad. Het boek verscheen in 1899.
Het weinige wat het grote publiek destijds wist van het Afrika, was het verhaal van Stanley en Livingstone. In 1841 vertrok de Schotse missionaris en arts David Livingstone naar Afrika. Hij voer de rivier de Zambesi op en was waarschijnlijk de eerste Europeaan die de Victoria Watervallen zag, op 16 november 1855. Om zijn humaniteit was hij geliefd bij de inheemse bevolking.
Zijn langdurige afwezigheid inspireerde de avonturier en journalist Henry Morton Stanley tot een zoektocht. In 1871 ontmoetten de mannen elkaar. ‘Mr. Livingstone, I presume’, zou Stanley bij die gelegenheid hebben gezegd. Die woorden werden legendarisch. Twee jaar later overleed Livingstone aan dysenterie.
Stanley was niet zo’n weldoener als Livingstone was geweest. Hij was een van de vele Europeanen die naar Afrika reisden om er naar goud, rubber, ivoor te zoeken en rijk te worden. Ze handelden in opdracht van zichzelf, of van een onderneming in hun moederland, zelden in opdracht van een regering. Stanley’s opdrachtgever was de Belgische koning Leopold II, een bronstige bruut met een grote geldingsdrang, die zich uitte in talrijke bouwprojecten maar vooral in de exploitatie van Afrika. Daartoe had hij een vereniging opgericht, de Association internationale du Congo. Feitelijk was het geen vereniging, maar een dekmantel voor een persoonlijk project, de verovering en uitbuiting van het stroomgebied van de Congo-rivier.
prullaria
Henry Morton Stanley werd de belangrijkste uitvoerder. Hij zocht contact met plaatselijke machthebbers en vroeg hun, of ze een krabbel wilden plaatsen onder een document, in ruil voor prullaria. Ze dachten dat ze een handelsovereenkomst ondertekend hadden. Ze wisten niet dat ze zich hadden uitgeleverd aan koning Leopold en nu als diens onderdanen werden beschouwd. Overal in Afrika gingen avonturiers op die manier te werk. Een concurrent van Stanley en koning Leopold, de Fransman Brazza, bracht iets westelijker een gebied onder zijn gezag dat groter dan Frankrijk was. Met sprak van de ‘scramble for Africa’, de wedloop om Afrika.
De Belgische staat bleef graag neutraal en had liever niet met het project van koning Leopold te maken. Wel ging het Belgische parlement er in 1885 mee akkoord, dat de koning de baas werd van ‘de staat die in Afrika door de Association internationale du Congo is gesticht’. Enkele maanden later gaf Leopold zijn bezitting een nieuwe naam, de État indépendant du Congo, ofwel de Congo-Vrijstaat. In 1885 werd de onderneming internationaal erkend op het Congres van Berlijn, waar de verdeling van Afrika geregeld werd. De Congo-Vrijstaat was 76 maal zo groot als België.
zwarte goud
Het gebied was economisch aantrekkelijk door de rubber die er werd geproduceerd. De rubber werd gewonnen uit de sap van de rubberboom. Juist in die tijd nam de wereldwijde vraag naar rubber toe, een gevolg van de industrialisatie. Rubber werd het ‘zwarte goud’ genoemd. Koning Leopold besloot de productie op te voeren. Hij gaf concessies aan particuliere, vaak Belgische ondernemingen, waarin hij aandelen had. Hij dwong de bewoners belasting te betalen in de vorm van rubber, een belasting in natura. Wie te weinig rubber leverde, werd gestraft. Leopold liet ledematen afhakken van falende belastingbetalers, of van hun kinderen, en deinsde voor de doodstraf niet terug. De uitvoering van de doodstraf was vaak ongekend wreed. Menigeen werd levend gekookt of verbrand. De orde werd gehandhaafd door een privéleger van de koning, geleid door blanke officieren en zwarte dienstplichtigen.
Door de gedwongen rubberteelt kwamen de bewoners niet meer toe aan landbouw, jacht en visserij. De samenleving raakte ontwricht. Door hongersnood en ziekte kwamen minstens vijf miljoen Congolezen om het leven. Het bestuur van koning Leopold II in de Congo-Vrijstaat is een van de wreedste uit de moderne geschiedenis.
Met de opbrengsten van de gedwongen rubberteelt leidde Leopold een luxe leven. Toch moest hij geregeld geld lenen van de Belgische staat om het project te financieren. In 1908, vlak voor het overlijden van Leopold, viel de Congo-Vrijstaat toe aan België, die ongewild met een kolonie zat opgescheept. De ergste excessen werden ongedaan gemaakt. In 1960 verkreeg de kolonie de onafhankelijkheid. <