Gepensioneerde Teresa Maffeis reist regelmatig naar Italië om migranten te helpen: ‘Hulp bieden is slechts menselijk’

Nice
In haar appartement in de Zuid-Franse badplaats Nice maakt de gepensioneerde Teresa Maffeis koffie met een klein Italiaans koffiezetapparaat. ‘Koffie kan ik niet anders maken dan zo’, lacht ze. De koffie is sterk van smaak. Net zoals haar verhalen, die krachtig en aangrijpend zijn.
In Nice kennen velen deze fragiele, altijd in het groen geklede, dame. Ze raakte bekend door haar strijd tegen de opkomst van extreemrechts, toen oprichter Jean-Marie Le Pen van het Front National poogde president van de regio te worden. Ze richtte een ‘Vereniging voor Democratie in Nice’ op. Inmiddels is de gepensioneerde medewerker van een pensioenfonds symbool voor de onvoorwaardelijke steun aan migranten, aan de mensen uit het Italiaanse Ventimiglia die naar Frankrijk willen doorreizen, of naar elders in Europa, op zoek naar een beter leven.
vaderlanden
‘De eersten die aankwamen waren de Tunesiërs’, herinnert ze zich. ‘Dat was in 2011 tijdens de revolutie. Ik herinner me hoe ze vastzaten op het station van Ventimiglia.’
Sindsdien vertrekt Maffeis elke week – of zelfs elke dag als het moet – naar de Italiaanse stad aan de zee. In de jaren daarop volgden de Eritreeërs, Soedanezen, Afghanen, Irakezen ... Deze reizen heen en weer zijn voor Teresa Maffeis ook een mogelijkheid om contacten aan te halen met de tweede van haar ‘twee vaderlanden’ zoals ze ze noemt. Ze werd 71 jaar geleden in Frankrijk geboren. Haar ouders waren de armoede van de naoorlogse periode in het Italiaanse Bergamo ontvlucht. Op zoek naar werk vestigden zich in de stad Orléans in Midden-Frankrijk. Haar vader schilderde treinen voor de Franse spoorwegen en haar moeder zorgde voor de zes kinderen. ‘We woonden in een garage. Onder het racisme hebben we dubbel geleden. Omdat we Italianen waren en omdat we arm waren.’
racisme
Op haar groene bank rookt ze een sigaret die ze aansteekt met een groene aansteker, die ze in een groene asbak weglegt. Ze beschrijft haar vader die, eenmaal in Frankrijk aangekomen, steeds zwijgzamer wordt. En de buren die hem aangaven als hij af en toe ‘s avonds zwart wat bijverdiende.
Maffeis herinnert zich de vernederende blikken van de anderen. Nu ziet ze hoe op dezelfde wijze gekeken wordt naar hen die ze helpt. ‘Racisme is gewoon geworden, tegenwoordig loopt racisme in driedelig pak’, verzucht ze. Maffeis komt net weer terug uit Ventimiglia, waar ze het kamp van het Rode Kruis heeft bezocht, dat nog steeds op slot zit vanwege verdenkingen van coronabesmettingen. Ze heeft er een bezoek gebracht aan de bar van Delia, de barvrouw van de migranten die er Syriërs en Iraniërs opvangt.
Sinds 2015 is de grens dicht. ‘De afgelopen vijf jaar zijn er naar schatting tussen 50.000 en 80.000 vluchtelingen in Ventimiglia aangekomen, van tachtig verschillende nationaliteiten’, vertelt Maurizio Marmo, de voorzitter van de katholieke hulporganisatie Caritas Intemalia, die de lokale opvang van de vluchtelingen coördineert. ‘Als ze er aankomen, denken deze mannen en vrouwen dat hun lijden voorbij is. Maar dan blijkt dat ze gevangenen zijn geworden in een vrij land’, zegt ‘Teresa la francese’, zoals ze aan de andere kant van de grens wordt genoemd. Maffeis deelt kleding uit en voedsel. Ze helpt om onderdak te zoeken en met het invullen van formulieren. ‘Velen zijn jong en ook zij hebben recht op een toekomst’, vindt ze. ‘Meestal komen ze de grens wel over, of die nu op slot zit of niet. Zelfs al moeten ze grote risico’s nemen. Sommigen bekopen het met de dood.’
justitie
Zelf komt Maffeis soms in aanvaring met justitie. Zo is ze in Italië aangeklaagd voor deelname aan een verboden demonstratie. Het deert haar niet. De lady in green raakt ontroerd door degenen die Frankrijk hebben bereikt en er uiteindelijk in slaagden de bestemming van hun keuze te bereiken. Zoals die Eritreeërs van wie ze een foto in haar boekenkast heeft staan en die ze in het Rijnland is gaan bezoeken.
‘Slechts enkelen blijven in Frankrijk. Ze dromen eerder van Engeland, Duitsland of Noord-Europa.’ Volgens Maurizio Marmo is Maffeis, evenals de vele andere uiterst actieve vrijwilligers, voor deze migranten ‘een verbindingsstreep tussen beide kanten van de grens’. De 71-jarige is ‘een van deze getuigen van de broederschap die hier heerst’, zegt hij.
Haar getuigenis is niet bij daden gebleven. Ze heeft over haar ervaringen een boek gepubliceerd. Het is een kroniek van de vaak keiharde realiteit in Ventimiglia. Maar volgens Maffeis ‘een noodzakelijk spoor dat achtergelaten moet worden’ van al die levens waar we slechts kleine delen van kennen.
Haar vrijwilligerswerk geeft haar leven balans. Net als dat ze geniet van exposities in musea of een concert van de rockgroep Hawkwind in Londen. ‘Sommige mensen zeggen dat ze niet kunnen wat ik doe. Natuurlijk kunnen ze dat wel. Ik ben geen activiste. Ik houd niet van die term. Een woonplaats vinden, eten geven, helpen heeft niets activistisch. Het is slechts menselijk’. <