Pakistaanse dominee is redder in nood voor de sloppenbewoners
Islamabad
Alsof er geen coronavirus heerst, begroet dominee Younas Barnabas (46) even joviaal als altijd zijn kerkgangers van de Volle Evangelie Gemeente in de sloppenwijk van de hoofdstad Islamabad. Hier en daar schudt hij zelfs een hand. ‘Ik weet dat afstand bewaren je gezond houdt of zelfs je leven kan redden. En ik blijf de mensen de gevaren van het virus uitleggen. Maar als ik ze niet heel even broederlijk vasthoud, luisteren ze niet naar mijn adviezen.’ Na ieder persoonlijk contact pakt hij zijn flesje sanitizer en wast hij zijn handen. Als een van de weinigen in deze krottenwijk draagt hij een mondkapje. ‘De prijzen van mondbeschermers zijn zo omhooggegaan dat niemand er eentje kan betalen.’ Hij beschuldigt de ‘maffia’ ervan tijdens deze gezondheidscrisis geld te verdienen over de ruggen van de armen.
‘In de rijke landen zijn mensen angstig. In deze arme wijken gloort hoop.’
Driftig baant hij zich een weg over een cementen paadje tussen de krotten, over een bruggetje waaronder een rivier vol vuilnis stroomt. Kinderen spelen op straat, jongeren hangen verveeld op hun bromfietsen en hun ouders maken praatjes met de buren alsof het een gewone dag is. ‘Sociale afstand, quarantaine of zelf-isolatie’, schimpt de dominee. ‘Hoe zie je dat voor je hier in de sloppenwijk, met tien mensen op een kamer zonder daglicht? Waar iedereen dezelfde wc en keuken gebruikt?’
Hij staat stil voor een metalen deur waar hij even met zijn vuist op bonkt. Hij ziet de verslaggever treuzelen. ‘Wil je niet naar binnen? Ben je bang?’ Hij lacht. ‘Als jij niet meegaat, ga ik ook niet’, klinkt het resoluut.
pakketten
Binnen wordt de dominee uitgelaten begroet door drie jonge stellen met baby’s op hun armen en drentelende kinderen om zich heen. Ze stralen als ze de dominee zien. Hij is hun redder in nood.
Door de coronacrisis raakten de meeste dagloners hun baan kwijt. Een sociaal vangnet bestaat niet in Pakistan. Barnabas begon een inzamelingsactie. De komende twee weken hebben al vijfentwintig gezinnen te eten. Ieder pakket - dat uit rijst, meel, olie, linzen, thee en suiker bestaat - kost twaalf euro. Hij doet persoonlijk de boodschappen en levert het voedsel bij de families af. Vlak voor de publicatie van het artikel laat hij weten opnieuw een donatie te hebben ontvangen. ‘Vijftig gezinnen kunnen voor tien dagen weer eten, halleluja!’, schrijft hij in een bericht.
Ook als de rondgang met de verslaggever erbij is afgelopen, zal hij nog enkele coronapatiënten in de sloppen bezoeken. ‘In deze donkere dagen breng ik de boodschap van Jezus. Ik laat ze zien dat Hij wel degelijk van ze houdt’, legt hij de volgende dag uit.
Maar is de dominee niet bang om zelf besmet te raken? Hij heeft een vrouw en dochter van tien jaar thuis. Hij denkt even na. ‘Ik heb geen tijd om over de dood na te denken. God geeft me kracht om voor deze mensen te zorgen. Ik bid samen met ze, op afstand, en vraag Hem om genezing.’
Bovendien krijgt hij de volle steun van het thuisfront. Zijn vrouw Nabila, die hij leerde kennen op het Theologisch Instituut waar zij eveneens studeerde, is maatschappelijk werkster in de sloppenwijk. Voordat de crisis begon, bemiddelde zij in families waar vrouwen en kinderen worden mishandeld. Ze legt vrouwen hun rechten uit. Nu heeft ze haar handen vol om gezinnen uit te leggen waarom ze hun handen de hele dag moeten wassen en zichzelf ook schoon dienen te houden.
Barnabas met een poster van Unicef die uitleg geeft over het virus. - beeld Wilma van der Maten
hoogopgeleid
De dominee neemt even een pauze. Bij een van de kerkgangers drinkt hij een kopje thee. Elke dag is hij in de sloppenwijk te vinden. ‘Ik had dominee kunnen worden in een van de kerken waar de rijkere inwoners van de hoofdstad naartoe gaan. Ik heb zelf voor deze sloppen gekozen.’ Hij lacht nu onbedaarlijk. ‘Weet je dat ik aan het Theologisch Instituut in Pakistan mijn masters heb gehaald? Ik heb zelfs een certificaat van de Aziatische Theologische Associatie. De meeste dominees in de sloppen zijn nooit naar school geweest en benoemden zichzelf. Ik had een glansrijke carrière als dominee in het vooruitzicht, met een pastorie, een auto en een goed inkomen. Nu zorgen de gelovigen in de sloppen voor mijn onderhoud. Van het beetje dat ze verdienen, stoppen ze mij wat geld toe. Het is genoeg. Ik heb niet veel nodig.’ Hij heeft geen medische verzekering en ook geen potje voor de oude dag. Het huisje waarin hij woont, is van de Vereniging van Volle Evangelie Gemeenten in Pakistan.
Wat bezielt een van de hoogst opgeleide theologen van Pakistan om in een sloppenwijk te gaan werken? Barnabas glimlacht om de vraag. Hij hoeft geen seconde na te denken. ‘Deze christelijke gemeenschap behoort tot de meest onderdrukte minderheid van het land. Ze worden gehaat, uitgebuit en beschouwd als chora’s, onaanraakbaren. Wellicht door mijn hoge opleiding begrijp ik de boodschap van Jezus als de beste. Hij vraagt ons verschoppelingen te dienen. Ik hou gewoon van deze mensen’, klinkt het nu geëmotioneerd.
kerk op slot
Hij staat stil bij een kamer waar twee oude vrouwen samen op een tapijtje zitten. Uit een hokje komt een vriendelijke oude man met een tulband op zijn hoofd naar buiten. Hij slaat de dominee van blijdschap op zijn schouders. Barnabas wijst naar de oude man. ‘Hij is erg ziek. Hij heeft tuberculose en diabetes. Als hij corona krijgt, zal hij bezwijken.’ De oude man haalt glimlachend zijn schouders op. ‘Ik ben niet bang om dood te gaan. De Heer is met mij’, zegt hij optimistisch.
Het kleine kerkje met het rode kruis op het dak dat aan de rand van de sloppenwijk staat, is op slot. Op gezag van de overheid mogen niet meer dan vijf gelovigen tegelijk in ieder gebedshuis bidden. Dominee Barnabas heeft de deur gesloten. Hij gaat nu bij zo veel mogelijk kerkgangers thuis op bezoek. Afgelopen zondag vierde hij in verschillende huiskamers Palmpasen. Met Pasen houdt hij ook diensten bij mensen in hun krotje. ‘In de rijke landen zijn mensen angstig. In deze arme wijken gloort hoop. Hier wonen mensen die weten hoe ze in een crisis moeten overleven.’ Dominee Barnabas wil nog een paasboodschap voor iedereen kwijt. ‘Heeft Jezus ons niet geleerd dat we allemaal mensen zijn? Hij kijkt niet naar ons banksaldo of naar de omvang van ons huis. Hij wil dat we allemaal voor elkaar zorgen. Staat er niet in Matteus 25:42 geschreven: ‘’Want ik had honger en jullie gaven me niets te eten?’’’ <