Kim Jong-un is zelf de bestrijder van het virus

Pyongyang
Het bezoek van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un aan een ziekenhuis in aanbouw, in de buitenwijken van de hoofdstad Pyongyang, leek sensationeel. Hij was er dinsdag, zonder mondkapje. Volgens de NOS zei hij zich ‘miserabel en zelfkritisch te voelen dat hij niet de juiste medische diensten aan zijn volk kan bieden’. Daarom moet het ultramoderne ziekenhuis in oktober klaar zijn, wanneer de partij 75 jaar bestaat. In heel Noord-Korea zijn maar 135 ziekenhuizen, de meeste slecht uitgerust en bevoorraad.
Alle militairen hebben een mondkapje om. Maar Kim niet.
Kim met het boetekleed aan, dat zou een revolutionaire omwenteling zijn. Remco Breuker, hoogleraar koreanistiek in Leiden, sloeg voor de zekerheid de partijkrant Rodong Sinmun even na. ‘En dan blijkt het toch anders te liggen. Kim constateerde dat de partij, en dus sommige leden, het niet goed hadden gedaan en gaf ter plekke opdracht de zaak te verbeteren.’
angstaanjagend
Zulke taal is niet ongewoon, maar ‘de hele toonaard van strijd die geleverd moet worden, al die vocale zelfopoffering, duidt erop dat er heel wat aan de hand is in Noord-Korea. De situatie en duiding ervan in de staatsmedia bezorgen mij akelige flashbacks van de jaren negentig, toen dezelfde taal werd gebezigd bij wat achteraf een catastrofale hongersnood bleek te zijn geweest. Zulke proporties kun je ook nu niet uitsluiten.’
Noord-Korea mijdt de woorden besmetting en corona niet, zegt Breuker. De stelling dat het niet voorkomt in het land of binnen een maand zal zijn overwonnen, zoals achtereenvolgens in januari en februari werd gehoord, is verlaten. ‘Nu is de leuze dat de ‘angstaanjagende ziekte die door de wereld waart’ het socialisme in Noord-Korea nooit op de knieën zal kunnen dwingen.’
aan de grond
Breuker zegt dat hij zijn hart vasthoudt. ‘De weerbaarheid van een bevolking die voortdurend ondervoed is en ongezond, is heel erg laag. Dat moet wel vreselijke consequenties hebben. De 1450 kilometer lange grens tussen Noord-Korea en China is normaliter poreus. Veel medicijnen en voedsel komen binnen via smokkel of illegale handel. Nu is die grens wel dicht, zij het niet hermetisch. Ook dat verergert de situatie.’
Breuker wijst op informatie van generaal Robert Abrams, chef van de 28.500 manschappen sterke Amerikaanse troepenmacht in Zuid-Korea. Hij zei dat de Noord-Koreaanse landmacht een maand lang niet had geoefend en de luchtmacht die periode aan de grond stond. ‘Dat zegt heel wat.’
De stafchef van het Noord-Koreaanse leger, Pak Jong-chon, is in februari in quarantaine geweest, in de luxe Jangson Lodge in de militaire elitewijk Sosong. Hij had een inspectieronde gemaakt langs kazernes en schietterreinen.
De legerchef is niet in ongenade gevallen, want hij staat naast Kim op foto’s die zijn vrijgegeven door staatspersbureau KCNA. Kim was enkele weken afwezig, maar de gedachte dat hij in zijn villa in Wonsan zat, het Zandvoort van Noord-Korea, klopte niet. Hij inspecteerde het leger en stond bij de lancering van nieuwe raketten op 1 en 9 maart. ‘Alle militairen hadden mondkapjes om, alleen Kim tot dusverre nooit’, zegt Casper van der Veen, die een boek schreef over het land. ‘Ook dat is een boodschap. Kim toont zich als menselijk, maar tevens als onkwetsbaar. Op hem kan geen virus vat krijgen.’
Het publiek stoere past als contragewicht bij het bericht dat bijna tweehonderd soldaten zijn overleden aan corona, dat legerbronnen van de doorgaans redelijk betrouwbare nieuwssite Daily NK doorgaven.
‘Het is niet te checken’, zegt Van der Veen. ‘Maar gemeten aan eerdere uitbraken van ziekten in kazernes is het goed voorstelbaar. De manschappen zitten opeengepakt overal door Noord-Korea heen en ook nog vaak vlak bij concentraties van burgers. Ideaal voor een virus.’
stapsgewijs
Er zijn geen officiële cijfers over het aantal met het coronavirus besmette mensen of daaraan overleden patiënten in Noord-Korea. Maar stapsgewijs komen er alarmerende berichten. Zondag maakte Rodong Sinmun bekend dat zevenduizend Noord-Koreanen in ‘vrijwillige quarantaine’ zitten. Vooral in steden aan de Chinese grens en aan de kusten wordt gedesinfecteerd met methanol. Crematoria zouden de lijken niet aankunnen.
In fabrieken en binnen de inminban, de wijkcomités, vinden controles op besmetting plaats. Studenten struinen in ploegen door steden om te controleren op mondkapjes. Voor elk gebruik van het openbaar vervoer worden handen ontsmet, bij lange reizen de temperatuur opgenomen.
Vanuit het platteland komen ontstellende berichten, zegt een woordvoerder van Open Doors. Die organisatie verleent steun aan de ruim 300.000 christenen in Noord-Korea, waarvan naar schatting een zesde in kampen leeft; het land staat al sinds 2001 bovenaan de ranglijst van landen die christenen vervolgen. ‘Voedsel is schaars, medicijnen nog schaarser. De zwarte handel biedt veel ongelabelde geneesmiddelen voor woekerprijzen.’
rampen
Rijst en graan zijn in prijs ruim twintig procent gestegen sinds januari, melden bronnen aan Daily NK. Dit jaar waren er al veel rampen, stelt Open Doors: ‘de droogte in het voorjaar, de regens in de zomer, de orkaan Lingling, schrale oogsten, de internationale sancties en de verplichte leveranties aan het leger.’ Normaal is de lente het seizoen van de armoede, maar het opraken van het voedsel is in plaats van april nu al aan de orde. Daily NK schat dat maar zestig procent van de boeren meewerkt aan het zaaien, de rest is te verzwakt. Noord-Korea heeft een groot tekort aan medicijnen, mondkapjes en beschermende kleding. Daarom wordt druk geshopt in het buitenland, vooral in India, Brazilië en Zuid-Korea. Dat kan in het geheim gebeuren, als een soort ruilhandel of op een laag officieel niveau. ‘Maar er zijn sancties en het is maar de vraag of landen die spullen wel kwijt willen,' zegt Breuker.
gissen
Wat er echt gebeurt in Noord-Korea is gissen. Daily NK heeft een netwerk van stringers en fixers, informanten in het land zelf die berichten naar buiten brengen. Open Doors heeft goede bronnen in China, christenen die veel contact hebben met vluchtelingen, ook met hen die recentelijk Noord-Korea zijn ontvlucht.
Al met al geeft dat een redelijk beeld, dat wel steeds meer moet opboksen tegen de desinformatie uit de staat van Kim zelf, maar ook tegen het Chinese beleid. China is sinds de uitbraak van het virus weer fors vluchtelingen uit Noord-Korea gaan terugsturen naar eigen land. China waarschuwt ook dat smokkelaars en vluchtelingen door Noord-Koreaanse grenswachten zonder pardon worden doodgeschoten. Peking ontmoedigt de ontsnapping uit het buurland.
dankbaar
Open Doors benadrukt dat gebed zeker in Noord-Korea geen zweverige vorm van steun is. ‘We zijn zo dankbaar dat buitenlandse christenen ons niet vergeten’, zei een vluchteling onlangs tegen een Chinese evangelist. ‘We hebben een gezegde dat een huis 800 goudstukken kost, en een goede buur is duizend goudstukken waard. Maar wat jullie voor ons doen, is meer dan tienduizend goudstukken waard.’
Toch liet de dynastie van Kim tijdens de zogenaamde zelfkritiek en pogingen het Westen te paaien bij een noodsituatie in wording, ook weer de tanden zien. Kim stuurde een brief naar de Zuid-Koreaanse regering met medeleven voor de corona-crisis daar. Maar zijn zus, de steeds belangrijkere Yo-Jong, waarschuwde in felle bewoordingen dat mensen met een afwijkende mening geen misbruik zouden mogen maken van de situatie. Dat was een dubbel signaal; naar ontevreden segmenten van de elite en de corruptie, een term die vaak handig uitkomt bij zuiveringen in de partij en het apparaat van de overheid. <