Nobelprijswinnaar vindt geweldsstop Syrië hard nodig
Hij doelde daarbij vooral op de rebellen, want de Syrische regering toont zich behulpzaam sinds de inspecteurs van de OPCW op 1 oktober het land binnen zijn gekomen. Wel hebben zij het zwaar, omdat zij zich in gebieden moeten begeven waar wordt gevochten en het lang niet altijd duidelijk is wie de baas is.
De controle over sommige wegen 'gaat van de ene op de andere dag in andere handen over', zo schetste Uzumcu. Gevaarlijk is het ook, want mortiergranaten ontploften 'naast het hotel waar ons team verblijft en niet veel verderop wordt er geschoten'. Vandaar zijn beroep op beide partijen om 'deze missie die toch al uitdagend is, niet nog moeilijker te maken.'
Het is voor het eerst dat de OPCW, die afgelopen vrijdag voor zijn werk de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, in een oorlogssituatie een voorraad chemische wapens poogt te ontmantelen. Naast het risico van geweld is er het gevaar van ontvoeringen voor westerlingen. Het Rode Kruis ondervond dat dit weekeinde toen een zevental medewerkers door gewapende mannen werd gekidnapt. Inmiddels zijn er vier weer veilig.
De inspecteurs van de OPCW boeken wel voortgang, want inmiddels hebben zij een bezoek gebracht aan vijf van de twintig plekken waar de voorraden liggen.
Maar diverse locaties bevinden zich in rebellengebied. Tegenover de Amerikaanse krant The New York Times gaf een westerse diplomaat aan dat vooral de opstelling van rebellen een probleem vormt. 'De internationale gemeenschap verwacht hun volle medewerking', zo sprak hij dreigend. 'Hoe verdeeld de oppositie ook mag zijn, het zou er slecht voor hen uitzien, wanneer de regering volledig meewerkt, terwijl de inspecteurs op worden gehouden door problemen met de oppositie.'
Ondertussen toont Assad zich ingenomen met de gang van zaken in zijn land. Syrië, dat gisteren officieel toetrad tot de Organisatie voor het Verbieden van Chemische Wapens, kan wel zonder chemische wapens, zo suggereerde hij in een interview met de Libanese krant Al-Akbar.
Het afstaan van de wapens is 'noch een psychologische noch een politieke nederlaag'. Syrië stopte volgens Assad al in 1997 met de vervaardiging van chemische wapens omdat die als afschrikwekkend wapen 'achterhaald' waren. Sindsdien richtte Syrië zich op langeafstandsraketten. Dat arsenaal 'maakte chemische wapens overbodig', beweert de Syrische president. Vandaar zijn medewerking aan hun ontmanteling, zo stelt hij. De Nobelprijs voor de Vrede die de OPCW vorige week werd toegekend 'had eigenlijk voor mij moeten zijn', grapte Assad in het interview.