Cuba maakt reizen naar het buitenland mogelijk
Reizen naar het buitenland was voor miljoenen Cubanen een halve eeuw lang een droom. Wellicht wordt die vurige wens volgend jaar alsnog werkelijkheid; het communistische regime op het Caraïbische eiland wil een einde te maken aan de strenge reisbeperkingen voor zijn burgers. Staatskrant Granma meldde dat de regering van president Raúl Castro heeft besloten dat Cubanen vanaf 14januari volgend jaar alleen nog een geldig paspoort nodig hebben om het land te kunnen verlaten.
De 'hervorming van de geldende migratiewetgeving' omvat drie belangrijke veranderingen: de verplichte uitreisvergunning wordt afgeschaft, een officiële uitnodiging uit het buitenland is niet meer nodig en Cubanen mogen voortaan 24maanden onafgebroken in het buitenland verblijven.
'De nieuwe maatregelen maken deel uit van een onomkeerbaar proces van normalisering van de relaties tussen het vaderland en de diaspora', schrijft Granma. Volgens de krant wil de regering vooral de banden met landgenoten in het buitenland aanhalen. Alleen al in Miami wonen meer dan 800.000 Cubanen, van wie velen gevluchte tegenstanders van het regime-Castro.
'verraders'
De veranderingen zijn een mijlpaal, want decennialang was het voor de overgrote meerderheid van de Cubanen bijzonder moeilijk om het eiland op legale wijze te verlaten. Het regime-Castro heeft reislustige burgers altijd gebrandmerkt als 'verraders van de revolutie', en het regelen van een uitreisvergunning is daarom een lang en frustrerend proces. In het buitenland wonende Cubanen moeten volgens de huidige wetgeving bovendien iedere elf maanden terugkeren naar Cuba om een nieuwe vergunning te regelen.
De migratiehervorming is andermaal een teken dat president Raúl Castro, die in 2008 zijn broer Fidel opvolgde, de teugels van het regime verder laat vieren. De laatste jaren probeert de jongere Castro het door een permanente economische crisis getroffen Cuba voorzichtig te hervormen, onder meer door particulier ondernemerschap en de handel in onroerend goed en auto's toe te staan. Die hervormingen hebben nog weinig succes gehad. Het heeft er alle schijn van dat het regime door reizen makkelijker te maken hoopt dat er meer verkeer van kapitaal en goederen tussen Cuba en het buitenland komt.
Een en ander hoeft overigens niet meteen te betekenen dat er volgend jaar een grote exodus op gang gaat komen. Het overgrote deel van de Cubanen moet nog steeds rondkomen van minder dan twintig euro per maand. Dat is nauwelijks voldoende om in het levensonderhoud te voorzien, terwijl de goedkoopste vliegtickets naar het buitenland al gauw zo'n driehonderd dollar kosten. Veel Cubanen zullen daardoor afhankelijk zijn van familie in het buitenland om een reis te kunnen betalen, maar lang niet iedereen heeft die mogelijkheid.
Nog niet duidelijk is of de regering het verkrijgen van paspoorten moeilijker of duurder gaat maken. Toch komt de droom te kunnen reizen voor veel Cubanen nu wel heel dichtbij. Vooral jongeren snakken ernaar; voor honderdduizenden betekende 'het buitenland' tot nu toe vooral turen naar de horizon.