Milities knappen vaak het vuile werk op
DEN HAAG - In de Balkanoorlogen wemelde het er van: milities. De Kroaten hadden ze, de Bosnische moslims en de Serviërs.
Groepen potige en vooral gewelddadige mannen, gehuld in uniformen die hen een zekere status moesten geven, en zwaar bewapend. Namens wie ze optraden was vaak onduidelijk. Hun wandaden waren er niet minder om.
De Tijgers van Arkan trokken moordend en plunderend rond. De Schorpioenen waren betrokken bij de slachtpartijen rond Srebrenica. En zij waren lang niet de enigen. Kwaadwillende leiders gebruiken milities vaak voor hun gruweldaden. Ze kunnen dan elke betrokkenheid ontkennen. Er is immers geen formele hiërarchische structuur zoals bij de inzet van het leger, ordetroepen of de politie.
bloedbad
Hoe de milities aan hun uitrusting komen? Tsja, dat weten wij ook niet. En waarom ze juist daar toeslaan waar het ons goed uitkomt? Puur toeval. In 2009 zette het Iraanse regime de Basij-militie in om een volksopstand tegen de frauduleuze herverkiezing van president Mahmoud Ahmadinajad neer te slaan.
Vorig jaar gebruikte de Libische dictator Muammar Khadaffi 'buitenlandse strijders', voornamelijk Touaregs uit de buurlanden om zijn vuile oorlog tegen zijn landgenoten te voeren. En nu is daar de Syrische president Bashar al-Assad. Zijn militie heet Shabiha, letterlijk vertaald 'de geesten'. Ze zijn met vele duizenden en waren betrokken bij het bloedbad in Houla, vorig weekeinde, waarbij 108 doden vielen onder wie 49 kinderen. De meeste slachtoffers waren van dichtbij met een kogel door het hoofd geschoten. Bij anderen was de keel doorgesneden.
sluipschutter
Shabiha was ooit de geuzennaam voor smokkelbendes uit de buurt van Latakia. Arme, jonge alevieten (de geloofsrichting van Assad) uit Homs en omgeving vormen de kern ervan. Bekend is dat zij het Syrische leger bijstaan. Toch heeft Shabiha een eigen leiding en commandostructuur. Hoe die eruit ziet is echter onduidelijk. Naar verluidt verdienen de Shabiha-leden 20 tot 60 euro per dag. Een deel wordt door de Syrische overheid betaald, de rest komt van zakenlieden.
De Shabiha-manschappen treden op als sluipschutter, maar terroriseren ook hele stadswijken. Ze zorgen er voor dat bewoners - met name soennieten - die het regime onwelgevallig zijn, vertrekken. Ze plunderen hun huizen nemen ze gewoon in bezit. Ze opereren meestal in het kielzog van het Syrische leger, de krijgsmacht voert ze zelfs per bus aan.
guirrillaoorlog
Milities zijn, anders dan een regulier leger, ongrijpbaar. Ze voeren als het ware een guerrillaoorlog. Treden op in kleine eenheden die zich snel verplaatsen. Een guerrilla-oorlog is door een normaal leger niet te winnen, zo is uit de geschiedenis wel gebleken. Tenzij de wapenaanvoer van de strijders kan worden afgesloten. Dat is in het geval-Syrië onmogelijk. Het wapentuig komt uit Rusland en Iran. De Russen hebben zelfs een eigen marinehaven in Syrië (Tartus). De ayatollahs in Teheran kunnen de wapens per vrachtwagen (via Irak) of vliegtuig aanvoeren.
Het regime in Bagdad laat de oren steeds meer naar Iran hangen dus die transporten worden steeds makkelijker. Hoe eenvoudig dat is blijkt ook wel uit het feit dat Iran strijders naar Syrië heeft gestuurd, leden van de Quds-militie (elite-onderdeel van de Revolutionaire Garde) om Assad bij te staan. Aan de andere kant staat het Vrije Syrische leger: de gewapende arm van Assads tegenstanders. Dat leger is echter geen eenheid. Commandanten voeren hun eigen 'oorlogje'.
uitputtingsslag
Wapentuig wordt uit Turkije, Libanon en Jordanië binnengesmokkeld, of wordt buitgemaakt op de Syrische krijgsmacht. Het Vrije Syrische leger voert eveneens een guerrillaoorlog en is voor Assads geregelde troepen feitelijk ongrijpbaar.
De wapentoevoer valt ook niet te stoppen omdat de Syrische grenzen oncontroleerbaar en dus doorlaatbaar zijn. Assad grijpt dus naar grof, willekeurig geweld en gruweldaden om de moraal van zijn tegenstanders te breken. Tactieken waar de opstandelingen niet toe over kunnen gaan willen zij de sympathie van het Syrische volk, en hun westerse en Arabische bondgenoten, niet verliezen. Resteert een uitputtingsslag die nog heel lang kan gaan duren.