Britse politiek weigert zichzelf spiegel voor te houden
LONDEN - Het Britse parlement was er speciaal voor teruggekomen van vakantie om, zoals premier David Cameron het uitdrukte, een gezamenlijk front' te tonen in de veroordeling van de ernstigste rellen die de Britten in decennia hebben meegemaakt.
In het urenlange debat werd de vraag wat alle geweld heeft veroorzaakt echter opvallend vermeden. Ook door de Labour-oppositie. Cameron erkende dat er gewoonweg te weinig agenten op straat waren geweest en dat de tactieken die zij gebruikten, niet bleken te werken.
In eerste instantie had de politie het geweld beschouwd als een simpele ordeverstoring, terwijl het ging om pure misdaad. 'Ze zaten er in het begin naast', gaf Cameron toe. Het vergroten van het aantal agenten op straat van 3000 naar 16.000 had echter effect gehad, stelde Cameron. De agenten zullen ook op straat blijven. 'De mensen willden een robuuste aanwezigheid van de politie op straat. Die boodschap is aangekomen. Er komen meer agenten op straat. Het Londense politiekorps omvat 32.000 mensen maar op straat waren er maar 3000. Dat is niet juist.'
Cameron zei dat individuele politiemensen - 'Die hebben ongelooflijke moed getoond' - er niet verantwoordelijk voor moeten worden gesteld als tactieken niet werken. Over de werkwijze zal nu opnieuw moeten worden nagedacht, evenals over de middelen die de politie heeft om op te treden. Zo zal de politie de technische mogelijkheden moeten krijgen om bij BlackBberry-netwerken in te breken, en Twitter te controleren; communicatiemiddelen die de rellende jongeren gebruikten. Daarnaast moeten agenten de bevoegdheid krijgen mensen op te dragen gezichtsafscherming zoals sjaals, capuchons of baseballpetjes af te doen als zij dat nodig achten.
Cameron weigerde ondanks zware druk van de oppositie om eerder aangekondigde bezuinigingen op de uitgaven voor politie - zes procent over vier jaar - terug te draaien. 'Het gaat niet over budgetten ergens in de toekomst. Het gaat over nu. Het beschikbare geld moet zo goed mogelijk gebruikt worden. En de bezuiniging is haalbaar, ook zonder dat er minder agenten op straat komen.'
De eerste minister noemde de oorzaken van het geweld 'complex.' Daar zal onderzoek naar gedaan moeten worden. In eerste instantie door de kamercommissie van binnenlandse zaken. Veel van de verantwoordelijkheid ligt volgens Cameron echter bij ouders die hun kinderen niet goed opvoeden en hen het verschil tussen goed en kwaad niet bijbrengen. 'Het zijn ouders die het niet uitmaakt waar hun kinderen zijn, wat ze doen en met wie ze zich treffen. Tegelijk is er een cultuurprobleem, aldus Cameron. Er bestaat een klimaat dat geweld verheerlijkt, waarin geen plaats is voor respect voor autoriteiten, waarin het alleen maar om rechten gaat en niet om verantwoordelijkheden.
Cameron stelde dat het sociale zekerheidsstelsel het hebben van een baan moet stimuleren, dat er meer discipline op scholen moet komen, en dat ontwrichte gezinnen opgevangen moeten worden. Concreet werd de premier echter nergens. En ook de oppositie ging totaal niet in op de sociale achtergronden van de geweldsuitbarsting, anders dan erop te hameren dat etniciteit er niets mee te maken had. Veel verder dan het vragen naar de bekende weg kwamen de Labour-parlementariërs niet.
Cameron maakte bekend dat alle getroffenen schadeclaims kunnen indienen op basis van de zogenoemde 'Riot Damages Act' - een wet die schade bij rellen regelt. Zij hebben daar 42 dagen de tijd voor. Er is 20 miljoen pond vrijgemaakt om getroffen bedrijven te helpen. Daarnaast zijn er ook belastingvoordelen. Gemeenten krijgen tien miljoen pond als steun om getroffen buurten veiliger en schoner te maken. 'Tegen de menen die zich aan de wet houden zeg ik, wij zullen u beschermen. Wij staan aan uw zijde. En tegen de wetteloze minderheid zeg ik: wij zullen u opsporen, aanklagen en bestraffen. En u zult betalen voor wat u gedaan heeft. Wij moeten de wereld laten zien dat de daders niet representatief zijn voor onze samenleving. We moeten laten zien dat wij onze kapotte samenleving aanpakken. Een jaar voor het begin van de Olympische Spelen moeten wij tonen dat Groot-Brittannië niet afbreekt, maar opbouwt.'