Vermoord op hun vlucht
MOGADISHU - Radicale Somalische strijders beletten hongerende landgenoten naar vluchtelingenkampen te gaan. De radicale islamitische groepering Al-Shabab ronselt ook kindsoldaten. Enkele van hen gaven zich over en vertellen hoe Al-Shabab te werk gaat.
De voormalige strijders van de Somalische terreurorganisatie Al-Shabab aan wie het kleurloze cementen huis is toegewezen zijn jong. Te jong. Een van hen is pas negen jaar oud, en toch was het hun taak de wrede verordeningen van islamitische strijders af te dwingen. Dezelfde strijders die nu duizenden Somaliërs beletten de hongersnood in hun land te ontvluchten.
De jonge ex-strijders zijn opgevangen in een rehabilitatiecentrum in de Somalische hoofdstad Mogadishu. Hun voormalige leiders bemoeilijken de hulpverlening in Somalië, waar de ergste droogte en hongersnood in zestig jaar miljoenen mensen bedreigen.
De afgelopen drie maanden kostte de hongersnood in Somalië aan meer dan 29 duizend kinderen jonger dan vijf jaar het leven. De Verenigde Naties hebben woensdag drie nieuwe regios in Somalië aangemerkt als hongergebied en spraken de verwachting uit dat de hongersnood zich de komende weken zal uitbreiden over heel Zuid-Somalië. Hulp leveren aan de getroffen gebieden is moeilijk, omdat veel van de zwaarst getroffen gebieden in handen zijn van Al-Shabab.
De radicale islamitische groepering rekruteert geregeld tieners. Ze worden ontvoerd uit scholen of onder dwang bij hun ouders weggehaald. Drie van deze tieners gaven zich vorige week tijdens een offensief tegen Al-Shabab over aan militairen van de Afrikaanse Unie.
Volgens de 17-jarige Abshir Mohammed Abdi, de nieuwste bewoner van het rehabilitatiecentrum, is er geen leven of vooruitzicht binnen Al-Shabab. Abdi, die anderhalf jaar lid was van Al-Shabab, wist vorige week te ontsnappen aan de militante groepering. Hij komt uit de havenstad Kismayo, een van de steden die het zwaarst is getroffen door de hongersnood.
Volgens Abdi lijdt de bevolking in het zuiden en proberen strijders van Al-Shabab de vluchtelingenstroom een halt toe te roepen. De exodus van de plaatselijke bevolking is een bedreiging voor Al-Shabab, die afhankelijk is van de lokale bevolking voor nieuwe rekruten en inkomsten uit belastingen. Al-Shabab ontkent dat er sprake is van hongersnood in Somalië. Zelfs vrouwen en kinderen die gebukt gaan onder de droogte worden tegengehouden door Al-Shabab. Ze hielden hen tegen tot ze hen niet langer konden bedwingen, zei Abdi.
Somaliërs die de getroffen gebieden wisten te ontvluchten, vertellen dat de militanten vluchtelingen uit het zuiden bedreigen, en de mannen staande houden en soms vermoorden om de uitstroom van de bevolking een halt toe te roepen. De focus van Al-Shabab op mannelijke vluchtelingen heeft ertoe geleid dat de vluchtelingenkampen in Mogadishu vooral bewoond worden door vrouwen en kinderen.
Volgens Ali Hassan, een van de jonge ex-strijders die via een tolk zijn verhaal deed, gebruikt Al-Shabab vaak dreigementen om de vlucht van mannen uit het zuiden te beletten. 'Ze zeggen tegen de mannen dat hun vrouwen en kinderen gedood worden als ze vluchten', zegt Hassan. De ruim twintig jongeren in het kamp, veelal tieners, zeggen dat sommigen van hen moordenaars zijn, maar niemand durft namen te noemen. Een van de weinige meerderjarige ex-strijders in het centrum geeft toe mensen te hebben onthoofd.
Wat het meest opvalt aan de bewoners van het rehabilitatiecentrum is hoe jong ze zijn. Het jongste ex-lid van Al-Shabab hier is Liban Mohammed, een 9-jarige, verlegen jongen. Al-Shabab zette hem in als spion.
Volgens Amnesty International zijn de meeste kinderen die in Somalië door gewapende groeperingen worden gekruteerd tussen de 12 en 18 jaar oud, hoewel kinderen van 8 jaar ook in de gelederen van radicale groeperingen te vinden zijn. Het rekruteren van kinderen jonger dan 15 jaar is een oorlogsmisdaad, aldus Amnesty. 'Dit is een conflict zonder einde, waar kinderen dagelijks aan de meest onvoorstelbare gruweldaden worden blootgesteld', zegt Michelle Kagari van Amnesty. 'Als de wereld nog langer de oorlogsmisdaden in de regio negeert, lopen deze kinderen het risico een verloren generatie te worden.'
De kinderen, veelal afkomstig uit extreem arme gebieden waar de Somalische regering geen enkele invloed heeft, worden met beloftes van geld en mobiele telefoons verleid tot lidmaatschap van Al-Shabab. Daarnaast zijn gedwongen rekrutering en ontvoering schering en inslag. Ook de Somalische regering wordt ervan beticht kindsoldaten te gebruiken. Volgens een van de medewerkers van het rehabilitatiecentrum maken executies deel uit van het rekruteringsproces van Al-Shabab, om de kinderen angst in te boezemen. Veel van de kinderen in het centrum hebben moeten toekijken hoe hun vriendjes werden vermoord. 'Deze kinderen werden rijkdommen beloofd, en toen de droogte de kop opstak werden ze uitbetaald met een handje rijst', zegt de anonieme medewerker van het centrum.
In totaal zijn meer dan 160 ex-strijders van Al-Shabab opgevangen in rehabilitatiecentra van de Somalische regering. Velen van hen hopen een opleiding te volgen. Sommigen, die in hun jonge leven weinig anders dan oorlog hebben gekend, zeggen zich bij het Somalische leger te willen voegen om ten strijde te trekken tegen Al-Shabab.
zij aan zij
Hassan zegt zij aan zij te hebben gevochten met Arabische militanten en strijders uit Kenia. Ook claimt hij Omar Hammami te hebben gezien, een in de Verenigde Staten geboren leider van Al-Shabab die ook bekend is onder de naam Abu Mansur al-Amriki. Volgens Hassan en veel andere jonge ex-strijders worden de kindsoldaten beroerd behandeld binnen Al-Shabab. 'Wij doen er niet toe. Ons wordt alleen geleerd hoe je een wapen moet laden en legen.' Hassan legt uit waarom hij de gelederen van Al-Shabab ontvluchtte. 'Ik wil een toekomst.'
De tieners in het rehabilitatiecentrum lijken tevreden te zijn, al zien ze er wel enigszins verveeld uit. Voor de ex-strijders is hun vlucht naar het centrum definitief, er is geen weg terug. Ze moeten in door de regering gecontroleerde gebieden blijven. 'Als ik hier wegloop word ik vermoord', zegt een van de ex-strijders. 'Waar kan ik heen?'