Beheerder christelijk tehuis vast voor ontucht
De man geeft leiding aan kindertehuis 'Lobi-Blesi' in Tamanredjo, een dorp 15 kilometer buiten Paramaribo. Woensdag berichtte de Wereldomroep over zijn aanhouding. H de G. zou een meisje van amper vier jaar oud hebben verkracht. De oud-marinier is uitgezonden door de Evangeliegemeente Lisse en woont sinds 2008 in Suriname.
De politie arresteerde de G. na een tip van een voormalig vrijwilliger, die stelt dat een van de kinderen hem vertelde over mishandeling. De G. wordt verdacht van ontucht en geestelijk en fysiek geweld tegen minderjarigen. In het tehuis verblijven circa twintig kinderen uit sociaal zwakke milieus.
Volgens Peter Sleebos, directeur van de zendingsorganisatie en voorzitter van de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten (VPE), is De G. vals beschuldigd en is er geen sprake van ontucht of mishandeling. 'We hebben absoluut vertrouwen in de integriteit van H.' Sleebos stelt dat de voormalige vrijwilliger die de aangifte in gang zette een conflict had met de G. 'De medewerker probeert H. op deze manier nog verder in de ellende te trekken.' Sleebos twijfelt er niet aan dat de onschuld van zijn medewerker snel bevestigd wordt. 'Iedere goede politieagent prikt direct door deze beschuldigingen heen.'
Ook de stichting Lobi-Blesi kindertehuizen, waarvoor de G. werkzaam was, stelt zich vierkant achter hem op. 'H. wilde juist een verschil maken in de bestaande problematiek van kinderhuizen', stelt de stichting op haar website.
De Surinaamse politie ziet voldoende aanknopingspunten om de zaak verder te onderzoeken. 'De aanwijzingen waren sterk genoeg om de man te arresteren', zegt politiewoordvoerder Humphrey Naarden tegenover de Wereldomroep. Toch heeft de aanhouding enige tijd op zich laten wachten. 'Wij hebben om de verdachte heen gewerkt en zo genoeg aanwijzingen en feiten verzameld die een aanhouding uiteindelijk wel mogelijk maakten'.
Uit de verklaring van de stichting blijkt dat de G. inmiddels contact heeft gehad met zijn advocate en de Nederlandse voorzitter van de stichting. Medegevangenen zouden de G. aanvankelijk hebben geïntimideerd, maar volgens de stichting gaan zijn celgenoten inmiddels ook uit van zijn onschuld.