Conclusie over mummie van koningin Hatsjepsoet voorbarig
In het Egyptisch Museum te Cairo maakte deze week Zahi Hawass, hoofd van de Hoge Raad voor Oudheden in Egypte, wereldkundig dat de mummie van de beroemde koningin Hatsjepsoet is geïdentificeerd. Deze bijzondere ontdekking is gedaan nadat ruim een jaar geleden Brando Quilici, de directeur van het Amerikaanse Discovery Channel, het verzoek bij Hawass had ingediend gericht op zoek te gaan naar de mummie van de Egyptische vorstin. De eventuele identificatie van de mummie van Hatsjepsoet zou een fantastische aanleiding vormen voor een nieuwe documentaire.
In 1903 ontdekte de Britse archeoloog Howard Carter (later ontdekte hij ook het graf van Toetanchamon) in het relatief kleine en ongedecoreerde graf KV60 twee mummies van vrouwen. De ingang van dit graf is enkele meters verwijderd van de ingang van KV20, het in de oudheid leeggehaalde graf van Hatsjepsoet. Eén van de twee beschadigde mummies in KV60 lag op de vloer. De andere lag in een houten mummiekist met een opschrift waaruit mag worden opgemaakt dat het de mummie is van Satra bijgenaamd In, de voedster van Hatsjepsoet.
Deze mummiekist en mummie werden rond 1908 naar het Egyptisch museum in Cairo overgebracht. Opmerkelijk is dat in het voorjaar van 2006 Hawass in een egyptologische tijdschrift juist concludeerde dat de mummie in de mummiekist van Satra niet de voedster van Hatsjepsoet is, maar de koningin zelf. Op basis van recent CT-scan onderzoek laat hij nu deze theorie los en is hij ervan overtuigd dat de tot voor kort in het graf achtergebleven mummie die van Hatsjepsoet moet zijn.
Mummiekist
De mummie die in het graf achterbleef, is pas in 1989 aan een nader onderzoek onderworpen door de Amerikaanse egyptoloog Donald Ryan. Het betreft een zwaarlijvige vrouw met grote borsten die is overleden toen ze rond de vijftig was. Zij was niet groter dan 1,55 meter en de tanden van haar gebit waren danig afgesleten. De incisie, door de balsemers aangebracht voor het verwijderen van de ingewanden, bevindt zich ter hoogte van de bekkenbodem in plaats van de gebruikelijke linkerzijde van de buik. Vermoed wordt dat dit te maken heeft met de zwaarlijvigheid van de vrouw. Enkele slierten van met henna roodgeverfd haar lagen onder het kale hoofd van de mummie.
Ryan ontdekte in de doorgang naar de grafkamer ook een gezichtsfragment van een houten mensvormige mummiekist. Dit fragment was met een scherp voorwerp bewerkt en was ooit voorzien van een laagje bladgoud. Ook is aan de achterkant ter hoogte van de kin de hechting te zien voor een koningsbaard. Dit zou kunnen betekenen dat dit fragment toebehoorde aan een mummiekist voor een persoon van koninklijke afkomst. Het meest opmerkelijke is echter dat de linkerarm van deze mummie gekruist over de borst ligt. De linkerhand is licht gebald tot een vuist zodat de balsemers hierin een scepter konden plaatsen. Haar rechterarm ligt recht langs het lichaam met de vingers gestrekt. Dit is de 'koninklijke houding' voor mummies van vrouwen uit het Nieuwe Rijk. Enkele jaren voor het onderzoek van Ryan had de Amerikaanse egyptologe Elisabeth Thomas het idee gelanceerd deze mummie gelijk te stellen aan Hatsjepsoet.
Grafrovers
In het verleden is onderzoek gedaan dat in een andere richting wijst. De Britse egyptoloog John Romer heeft in 1979 in opdracht van het Brooklyn Museum het enkele honderden meters verder gelegen graf KV4 uit de tijd van Ramses XI nader onderzocht. Dit in de oudheid leeggeroofde graf heeft ooit in de 21e dynastie dienst gedaan als een werkplaats voor de priesters die in opdracht van farao Pinodjem alle koningsmummies uit het Nieuwe Rijk moesten beveiligen tegen grafrovers. De koningsmummies werden van alle kostbaarheden ontdaan, opnieuw ingezwachteld en in een zogenaamde cachette, een verborgen tombe, opnieuw bijgezet. In het geval van Hatsjepsoet moet haar mummie in een houten binnenkist zijn vervoerd van haar graf KV20 naar KV4. Romer trof er namelijk een fragment aan van een houten mummiekist met daarop de naam van Hatsjepsoet.
Het verhaal wordt nog wat ingewikkelder wanneer in ogenschouw wordt genomen dat nog twee andere mummies die van Hatsjepsoet zouden kunnen zijn. Deze mummies van vrouwen werden ontdekt in een koningscachette aan de andere zijde van de heuvels van het Dal der Koningen. Per toeval werd deze onderaardse ruimte in 1881 op enkele honderden meters ten zuiden van de terrassentempel van Hatsjepsoet te Deir el-Bahri ontdekt. Deze cachette DB320 lag volgestapeld met kisten met daarin de mummies van koningen uit het Nieuwe Rijk. In het bijzonder was de periode rondom Hatsjepsoet goed vertegenwoordigd. Zo trof men er de mummies aan van haar vader Thoetmosis I, haar halfbroer en echtgenoot Thoetmosis II en haar opvolger Thoetmosis III. De mummies van twee vrouwen lagen naast ongedecoreerde mummiekisten. Ook is in dezelfde ruimte een houten kistje aangetroffen met daarin een gemummificeerde lever. Op het kistje staat de naam van Hatsjepsoet geschreven. Recent onderzoek naar de inhoud van dit kistje zou volgens Zahi Hawass het onomstotelijke bewijs leveren voor de identiteit van de mummie van Hatsjepsoet. Een CT-scan van het houten kistje toont namelijk aan dat naast gemummificeerd organisch materiaal er ook een tand in wordt bewaard. De CT-scan van de mummie van de zwaarlijvige dame in KV60 zou volgens Hawass aantonen dat deze tand precies zou kunnen worden teruggeplaatst in het gebit van deze mummie. Men hoeft geen tandarts te zijn om te zien dat op basis van de scangegevens deze conclusie wel erg voorbarig is.
Huub Pragt is egyptoloog en verzorgt cursussen en reizen over het Oude Egypte. Informatie: www.egyptologie.nl.
Meer informatie over het onderzoek door Hawass: http://guardians.net/hawass/hatshepsut/search_for_hatshepsut.htm
Volgens Zahi Hawass is deze in 1903 door Howard Carter gevonden mummie van koningin Hatsjepsoet. |foto EPA/Abdel Rahman Youssef