Zonder media-aandacht is een ramp nog erger

Genève
‘Er is een plek op de wereld waar elke dag gemiddeld vijfduizend mensen hun huis moeten ontvluchten. Er is een land waar bijna de helft van de kinderen ondervoed is. Ken je deze plekken? Als het antwoord ‘nee’ is, dan ben je niet de enige.’
Zo begint hulporganisatie Care International haar rapport over de meest onderbelichte humanitaire rampen van 2017. Dat jaar, zo schrijft de organisatie, stond bol van de rampen: ‘Van natuurlijke tot door de mens veroorzaakte, van conflicten tot klimaatschokken en van ontheemding tot vervolging’.
Hoewel de meeste crises de internationale krantenkoppen halen, zijn er ook rampen die vorig jaar nauwelijks in het nieuws terechtkwamen. Met stip op één: Noord-Korea. Terwijl de media wél veelvuldig schreven over de deelname van Noord-Korea aan de Olympische Winterspelen en over de spanningen tussen het Aziatische land en de Verenigde Staten, was er maar weinig aandacht voor de onmenselijke situatie van de inwoners van het land.
censuur
Het onderzoeksrapport ‘Lijden in stilte’ beschrijft onderbelichte rampen met minstens een miljoen slachtoffers. Daarvoor onderzocht Care International meer dan 1,2 miljoen digitale artikelen die tussen 1 januari en 22 december 2017 gepubliceerd werden in de Engels-, Duits- en Franstalige pers.
Slechts 51 van die artikelen gingen over de gebrekkige humanitaire staat van Noord-Korea, waar van elke vijf inwoners er twee ondervoed zijn. Door hardnekkige droogte en hoge temperaturen bleef de voedselproductie in het land vorig jaar achter. De VN schatten dat achttien miljoen inwoners (70 procent van de bevolking) niet voldoende toegang hebben tot eten.
Dat media deze crisis grotendeels over het hoofd zien, heeft volgens mediasocioloog Peter Vasterman onder meer te maken met de geslotenheid van het land en de druk die de leiders op de pers uitoefenen. ‘Er is geen vrije nieuwsgaring in het land’, legt hij uit. ‘De informatie die naar buiten komt, is over het algemeen zwaar gecensureerd of afhankelijk van mensen die het land ontvlucht zijn.’
Daarnaast is het ‘niet echt nieuws’, zegt Vasterman. ‘Noord-Korea heeft een van de meest verschrikkelijke regimes ter wereld. Er zijn strafkampen, er is weinig vrijheid en er is honger. Maar dat is geen incident; het is een bekend feit.’
Of een onderwerp voor de pers nieuwswaarde heeft of niet, hangt onder meer af van de urgentie, locatie en exclusiviteit van dat onderwerp. Vasterman: ‘Zolang er geen Nederlandse of westerse belangen spelen, scoren onderwerpen veel lager dan onderwerpen waarbij dat wel het geval is. Daardoor blijven sommige gebieden ontzettend onderbelicht. Totdat er ineens iets speciaals gebeurd, een westers land zich ermee gaat bemoeien of er westerse economische belangen mee gemoeid zijn.’
Het rapport stipt verder aan dat slinkende budgetten in de journalistiek niet meehelpen en dat sommige plekken moeilijk bereikbaar zijn. ‘Dan zijn er ook minder foto’s of video’s beschikbaar’, zegt Vasterman. ‘Terwijl beeldmateriaal in onze audiovisuele samenleving heel belangrijk is om de aandacht op een onderwerp te vestigen.’
publieke stem
Care International noemt negen andere rampen die nauwelijks een plek in de media kregen.
Zo zuchtten in het geïsoleerde Eritrea meer dan 700.000 mensen onder aanhoudende droogte en een gebrek aan water en voedsel.
In de Democratische Republiek Congo sloegen vorig jaar meer dan 1,7 miljoen inwoners op de vlucht voor geweld.
En in Peru verloren 210.000 mensen hun huis vanwege overstromingen. Ook Burundi, Sudan, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Mali, het gebied rondom het Tsjaadmeer en Vietnam hadden de discutabele eer om de lijst te halen.
Zes van de tien landen uit het rapport komen ook voor op de VN-lijst van rampen waarvoor in 2017 het minste geld werd ingezameld. Noodhulpacties staan of vallen met media-aandacht, vertelt Laurie Lee, interim-secretaris-generaal bij Care International, tegen al Jazeera. ‘Zonder berichtgeving in de media is het moeilijk om publieke donaties te ontvangen en politieke verandering af te dwingen.’
De organisatie roept in het rapport degenen met een ‘publieke stem’, onder wie journalisten en politici, op om hun ‘sociale en morele verantwoordelijkheid’ te nemen en vergeten rampen onder de aandacht te blijven brengen. <