Wet muilkorft Russische oppositie
Russische parlementariërs hebben een voorstel ingediend voor een wet die zware straffen stelt op ‘anti-Russische propaganda’. De precieze tekst van het wetsvoorstel is nog niet bekend, maar volgens het voorstel moet op uitingen die Rusland schade kunnen berokkenen een maximumstraf van tien jaar cel komen te staan.
Moskou
Russische parlementariërs hebben een voorstel ingediend voor een wet die zware straffen stelt op ‘anti-Russische propaganda’. De precieze tekst van het wetsvoorstel is nog niet bekend, maar volgens het voorstel moet op uitingen die Rusland schade kunnen berokkenen een maximumstraf van tien jaar cel komen te staan.
Het voorstel is afkomstig uit de ‘Verenigd Rusland’-fractie, de partij van president Putin.
Oppositiefiguren en mensenrechtenactivisten vrezen dat de wet, net als tijdens het Sovjetbewind, zal worden gebruikt om andersdenkenden de mond te snoeren. Volgens pleitbezorgers van het wetsvoorstel zouden dissidente parlementariërs, zoals Dmitri Goedkov en Ilja Ponomarjov, eronder moeten vallen. ‘Ons stuit het optreden van Goedkov tegen de borst. Hij noemt zichzelf een Russische politicus, maar reist in deze moeilijke tijden naar Amerika, dat ons met sancties op de knieën probeert te krijgen, en treedt daar voor het Congres op’, klaagde Roman Choedjakov, die voor de ultrarechtse LDPR in het Russische parlement zit.
De nieuwe wet zou volgens nationalistische parlementariërs ook moeten worden ingezet tegen de meidenband Pussy Riot, waarvan twee leden al bijna twee jaar vastzaten in een strafkamp. Ook mensen die openlijk oproepen tot emigratie naar het buitenland zouden onder de wet moeten kunnen worden bestraft.
’buitenlandse agenten’
De afgelopen jaren is de bewegingsruimte voor de oppositie onder president Putin steeds kleiner geworden. Sinds 2012 moeten organisaties en actiegroepen die geld uit het buitenland ontvangen zich laten registreren als ‘buitenlandse agenten’.
Dat houdt in dat zij onder strenge controle komen te staan en voor het minste of geringste gesloten kunnen worden. Eerder deze week besloot het Comité tegen Martelingen zijn activiteiten te staken, nadat de organisatie door de overheid op de lijst van ‘buitenlandse agenten’ was geplaatst.
Sommige afdelingen van de organisatie willen hun werk nu ‘ondergronds’ voortzetten.
Het Kremlin beticht het Westen ervan dat het actiegroepen in Rusland financiert om politieke onrust te zaaien en een opstand tegen president Putin uit te lokken, naar voorbeeld van de Maidan-beweging die de Oekraïense president Janoekovitsj ten val bracht.
Onlangs vaardigde president Poetin ook een decreet uit die het strafbaar maakt informatie te verspreiden over militairen die tijdens hun dienst zijn omgekomen. Op die manier wil het Kremlin kennelijk een einde maken aan de berichten in Russische media over Russische militairen die gesneuveld zijn in Oekraïne.
‘anti-Sovjetpropaganda’
Volgens de Russische advocaat Genri Reznik vertoont het wetsvoorstel verdacht veel overeenkomst met de wet op ‘anti-Sovjetpropaganda’, die pas in 1990 werd geschrapt.
Op grond daarvan belandde een hele reeks dissidenten in het kamp. Zo kregen de dissidente schrijver Andrej Sinjavski en Joeli Daniel in 1966 na een showproces zeven en vijf jaar kamp wegens anti-Sovjetpropaganda.
Het nieuwe wetsvoorstel is volgens Reznik ook bedoeld om alle kritiek te smoren. ‘Vroeger hadden we de Sovjetideologie. Dus maken we nu een patriottische ideologie’, zegt hij in een interview met oppositiekrant Novaja Gazeta. ‘Maar dan moeten we ook een ideologische voorstelling hebben van wat pro-Russisch en wat anti-Russisch is. Dat is praktisch hetzelfde als Sovjet en anti-Sovjet’. <