Gevluchte Rohingya in ‘paniek’ vanwege nieuw conflict

Naypyidaw
Anderhalf jaar nadat de eerste Rohingya het geweld in de Myanmarese deelstaat Rakhine ontvluchtten, is er weinig veranderd. Nog steeds zit het overschot van de islamitische vluchtelingen – in totaal verlieten 730.000 mensen hun huis – in opvangkampen in Bangladesh, waar ze vaak onder slechte omstandigheden leven.
Een kleiner deel van de Rohingya besloot de grens niet over te steken, maar er vlakbij in de buurt te verblijven, in de hoop ooit terug te keren naar huis. De kans dat dit op korte termijn gebeurt, lijkt erg klein nu er in de deelstaat een nieuw conflict is uitgebroken.
Dit keer staan het Myanmarese leger en de boeddhistische rebellengroep Arakan Army (AA), die vecht voor autonomie van Rakhine tegenover elkaar. In de deelstaat vormen boeddhisten de meerderheid.
De afgelopen weken laaide het geweld in het gebied op, met een nieuwe uittocht tot gevolg; 4500 Rohingya sloegen op de vlucht. De strijd zal waarschijnlijk verder intensiveren vanwege de aanval van AA op een politiebureau vrijdag. De Myanmarese leider Aung San Suu Kyi gaf het leger groen licht om de opstand ‘te verpletteren’ met ‘effectieve maatregelen’.
intimiderend
Dat betekent slecht nieuws voor de Rohingya, waarvan velen zich in het epicentrum van het conflict bevinden. Vlak na Suu Kyi’s woorden legden legertroepen een reeks veiligheidskampen en bunkers aan bij de grens tussen Myanmar en Bangladesh. Sommige daarvan liggen direct naast een grensafscheiding waar enkele duizenden ontheemde Rohingya in hutjes wonen, schrijft persbureau AFP.
De gevechten komen ook erg ‘dichtbij’, vertelt Nur Alam, leider van de gemeenschap, tegen het persbureau. ‘De Myanmarese grenswacht heeft tien nieuwe posten opgezet in de buurt van ons kamp. Het is erg intimiderend.’
Volgens Dil Mohammad, een andere leider, zijn er ‘zware gevechten’ gaande. ‘De situatie is erg gespannen’ en de dagelijkse schietpartijen zorgen onder de Rohingyabevolking voor ‘paniek’, voegt hij eraan toe.
Dinsdag riepen de Verenigde Naties de strijdende partijen op ‘om de bescherming van alle burgers te waarborgen, (...) een vreedzame oplossing voor de situatie te vinden en alle mensen die door het geweld zijn getroffen humanitaire toegang te bieden’.
cyclus van geweld
Arakan Army is slechts een van de gewapende groeperingen die in Myanmar actief zijn. Sinds het land in 1948 onafhankelijk werd, heeft het leger diverse opstanden van etnische minderheden proberen te onderdrukken. Vooral Rakhine wordt geteisterd door etnisch en religieus geweld.
Vlak voor Kerst kondigde de regering een wapenstilstand af: vier maanden zou er niet gevochten worden met gewapende groeperingen in het noorden en noordoosten van het land. De periode zou gebruikt worden voor vredesonderhandelingen. Rakhine vormde echter een uitzondering, daar gingen de gevechten tegen AA gewoon door.
Zaw Htay, de woordvoerder van de regering, beschreef de Arakan Army deze week in een persconferentie als ‘terroristische organisatie’. Hij riep de inwoners van de deelstaat op de groepering niet te steunen. ‘Willen ze een cyclus van geweld zien die decennia duurt?’, vroeg hij. ‘Ik wil de bevolking van Rakhine die AA steunt vertellen: denk alsjeblieft niet aan jezelf, maar aan de volgende generatie.’ <

