Er is een rechtstreekse lijn van het Neurenbergtribunaal naar het Strafhof in Den Haag

‘Vijftigduizend moeten er worden doodgeschoten. De hele generale staf en nog eens vijftigduizend officieren en technici.’ Sovjetleider Joseph Stalin herhaalde het nog eens, tijdens dat novemberdiner in Teheran waar hij, de Britse leider Churchill en de Amerikaanse president Roosevelt spraken over de bestraffing van de Duitse leiders na de oorlog. Churchill was ontzet, blijkt uit zijn antwoord. ‘Ik word nog liever hier en nu in de tuin doodgeschoten dan dat ik de eer van mijn land en van mijzelf zou laten bezoedelen door zo’n schanddaad.’ Hij was zo boos dat hij de eetzaal verliet om tot zichzelf te komen. Dit botste totaal met zijn principes van recht.
Twee jaar later begonnen op 20 november 1945 de Neurenbergprocessen. Ze waren niet alleen historisch omdat daar de overlevende nazikopstukken zich moesten verantwoorden voor hun misdaden. ‘Neurenberg’ legde het fundament voor het internationale recht, tot de dag van vandaag.
Al op de eerste dag klonken nieuwe beginselen in de aanklachten tegen de politieke en militaire leiders. Voor het eerst in de geschiedenis werden de aanstichters van gruweldaden door een regime persoonlijk verantwoordelijk gesteld en hun wandaden publiek gemaakt. En voor het eerst klonken termen als ‘misdaden tegen de menselijkheid’, ‘oorlogsmisdaden’, ‘misdaden tegen de vrede’ en ‘het beramen van een agressieoorlog’.
‘Het is moeilijk de visionaire betekenis te omschrijven van de Neurenbergtribunalen en het Londen Handvest waarop ze waren gebaseerd’, zegt hoogleraar internationaal recht Lauri Mälksoo tegen Deutsche Welle. ‘Niets anders is op dat terrein zo belangrijk geweest. De invloed ervan op het definiëren van de belangrijkste internationale misdaden was enorm.’
De eerste voorzitter van het Internationaal Strafhof in Den Haag, rechter Philippe Kirsch, zei bij een eerdere verjaardag van de Neurenbergprocessen dat alle ad hoc internationale tribunalen ‘hun wortels in Neurenberg hebben’. Dat geldt voor het Joegoslaviëtribunaal, de speciale tribunalen over Rwanda, Sierra Leone, Cambodja, Oost-Timor, Libanon en nu ook het Kosovotribunaal.
Juist die tribunalen lieten zien hoelang de wereldgemeenschap de lessen van Neurenberg heeft laten liggen. Al in december 1946 nam de eerste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een resolutie aan die ‘de principes van de internationale wet als vastgelegd in het Handvest van het Neurenberg Tribunaal en de oordelen van dit Tribunaal’ bevestigde. Maar pas na de genocides in Joegoslavië en Rwanda werd de draad weer opgepakt. ‘We hadden alleen Neurenberg en Tokio als blauwdruk’, zei de bij de oprichting van het Joegoslaviëtribunaal betrokken Amerikaanse ambassadeur David Scheffer in juli tegen The Guardian, bij de herdenking van 25 jaar Srebrenica.
Het geesteskind bij uitstek van het Neurenbergtribunaal is het Internationaal Strafhof (ICC). Net als Neurenberg heeft het twee kernprincipes: zij die zware misdaden begaan moeten daarvan verantwoording afleggen voor de rechter, maar dat moet plaatsvinden in een eerlijk proces.
Juist de rol van het ICC en het internationaal recht wordt nu ondermijnd. Het grote struikelblok is Syrië. De hele reeks misdaden waarvan Neurenberg sprak en waarvoor het ICC moet vervolgen, is daar gepleegd door zowel islamistische terreurbewegingen als de Syrische regering – de laatste in veel grotere aantallen. Maar Rusland, gesteund door China, blokkeert iedere verwijzing van ‘het dossier-Syrië’ naar het ICC. Leiders als Bashar al-Assad mogen niet ter verantwoording worden geroepen.
Maar er is nog een les van Neurenberg: creativiteit. Alle procedures, rechtsregels, moesten in de paar maanden tijd ervoor worden ‘uitgevonden’ en vastgelegd vanuit dat leidende principe: de verantwoordelijken voor misdaden tegen de menselijkheid moeten voor de rechter komen.
Met dat uitgangspunt zijn er ook nu alternatieven mogelijk. Zo dreigde Nederland, als staat, in september Syrië voor het Internationaal Gerechtshof te brengen, omdat Syrië met ‘grove mensenrechtenschendingen’ het VN-Antifolterverdrag overtreedt.
Andere voorbeelden zijn er deze maand in Kosovo en Australië. De Kosovaarse president Hashim Thaci erkent met zijn aftreden en verschijnen voor het speciale Kosovotribunaal in Den Haag dat vrijheid gepaard moet gaan met recht. Nog beter is het voorbeeld van Australië, waar de commandant der strijdkrachten deze week sprak over oorlogsmisdaden door Australische militairen in Afghanistan. Die mogen niet zonder gevolgen blijven, menen hij en onderzoeksrechter Paul Brereton, die spreekt van een ‘morele bevelsverantwoordelijkheid’ van commandanten.
Het is de rechtstreekse en actuele echo van Neurenberg. ◀

