Waarom je de Navolging van Christus van Thomas a Kempis moet lezen
Na de Bijbel het meest gedrukte boek ter wereld. Dat was De Imitatione Christi eeuwenlang. En nog altijd verschijnt er een onafgebroken stroom van herdrukken, nieuwe vertalingen of van een nieuwe inleiding voorziene heruitgaven. Best bijzonder, voor een boekje dat voluit middeleeuwse geloofsbeleving ademt, niet bepaald helder gestructureerd is en volgens sommige inleiders ook niet uitblinkt in schrijfstijl.
Het werd geschreven door Thomas van Kempen – monnik in de Agnietenberg, een klooster van de Moderne Devotie bij Zwolle – in de eerste decennia van de vijftiende eeuw. Van Kempen wilde er nieuwe monniken mee bemoedigen en oproepen tot een waarlijk godvruchtig leven. Maar waarom zouden wij, in het ontkerstende Nederland van 2017, het moeten lezen?
Tal van inleiders hebben de afgelopen honderd jaar geprobeerd om dat uit te leggen. Dichter en criticus Willem Kloos (1859-1938) had afscheid genomen van het geloof, maar zette zich in 1908 toch aan de vertaling van De imitatione Christi. Kloos had als geen ander verstand van poëzie, daarvan was hij vooral zelf volkomen overtuigd. ‘Ik weet bijv., dat ik, krachtens mijn aanleg en onafgebroken studiën, veel zuiverder en juister dan iemand anders hier te lande de dichtkunst heb doorgrond […] zoodat ik, zonder zelfverheffing, mag zeggen, dat mijn waardebepalingen van vroegre of thans levende Hollandsche dichters de kern uitmaken van wat ook het nageslacht als waarheid zal erkennen.’
Met hetzelfde aplomb sprak Kloos over religie. De kern: het geloof in een persoonlijke God is achterlijk. ‘Wij kunnen niets anders van de Godheid uitzeggen, dan dat zij is een principe, een idee …’ Wie zijn gedichten had gelezen, was van deze waarheid al op de hoogte, maar voor de lezers van de inleiding op De Navolging van Christus herhaalde Kloos die stelling nog maar eens ‘in nuchter proza’. En hij zei erbij dat ‘dit geen subjectieve opinies van mijzelf zijn, waaraan geen waarde waar’ te hechten, maar dat er uit spreekt een in de lucht hangende en langzaam-naderende algemeen overtuiging, voor alle menschen, die ontwikkeld genoeg zijn, om haar te begrijpen’.
zonder respect
Katholieken, schreef Kloos in zijn even meeslepende als vileine inleiding, waren dichter bij deze objectieve waarheid dan protestanten, omdat ze het mysterie meer intact lieten en minder stellig spraken over God. De protestanten snapten niks van God. Katholieken hadden de toekomst.
En dan volgt er in de derde druk uit 1914 een pedante afrekening met protestanten die zich hadden laten verleiden tot een reactie op die inleiding. Kloos had zich wel afgevraagd, schreef hij: ‘Zouden sommige protestanten daar niet boos over kunnen worden?’ Maar hij bedenkt zich: ‘Wie de waarheid zocht en vond en haar dan uit gaat spreken, moet er zich van te voren niet al te veel over bekommeren, of een feile partijganger van verouderde opinie’s daar later soms nijdig tegen aan zal kunnen gaan sputteren. De objectieve waarheid viert ten slotte toch steeds haar triomf.’
Zo, daar konden die ‘protestantse godgeleerden of nog niet-godgeleerden’ het mee doen. Protestanten kúnnen De imitatione Christi helemaal niet lezen, wist Kloos, vanwege ‘mijn met de werkelijkheid kloppende bewering, dat het Protestantisme aan het nuchtre, ondiepe menschenverstand van den eerste den beste een veel te groote rol veroorlooft bij de beslissing van metaphysische kwestie’s, en dat dientengevolge deze godsdienst geen kerk mag heeten, maar slechts een verzameling van elkander fel-hatende sekten is’.
Heerlijk. Wie wil leren zonder enig respect voor de ander (en zonder enige zelfkritiek) een tegenstander met de grond gelijk te maken, leze Kloos.
Wie een meer evenwichtige, bescheiden en zelfkritische inleiding wil, leze uitgerekend de inleiding van dr. Is. Van Dijk – degene die het bij Kloos vooral moet ontgelden! Van Dijk, die zijn vertaling in 1909 presenteerde, beseft als protestant dat de belevingswereld van Thomas van Kempen hem voor een deel wezensvreemd is. Hij kan niet meegaan in diens verwaarlozing van het aardse, van het lichamelijke. Maar gelijk nadat hij dat voorzichtig heeft opgeschreven, geeft hij Thomas weer voorrang: ‘Ik twist niet gaarne met den kluizenaar van den St. Agnietenberg, die dit alles nu zeker veel beter verstaat dan wij! Gaarne spreek ik den wensch uit dat zijn gulden Boeksken op nieuw zijn weg ga en in dezen gejaagden tijd velen moge brengen den zegen der stille overdenking.’
Stille overdenking. Inkeren in jezelf, dat is het doel waarom ook protestanten Thomas a Kempis moeten lezen, schrijft Van Dijk. Met een boekje in een hoekje dus, het beroemde gezegde dat aan Thomas van Kempen wordt toegeschreven: ‘In alles heb ik rust gezocht en ik heb die nergens gevonden dan alleen in een hoek met een boek.’
Dat is een kern gebleken. Zelfs bij Mink de Vries, die in 2008 een vertaling voor jongeren maakte – zeg maar een Thomas in Gewone Taal. Kees Waaijman en Rudolf van Dijken vertalen in datzelfde jaar 2008 nog: ‘Zonder zorg en opmerkzaamheid zul je nooit deugden verwerven. Als je begint te verflauwen, begin je het slecht te maken.’ De Vries vertaalt: ‘Als je er niet echt voor gaat en niet keihard je best doet, zul je nooit een beter mens worden. Als je je drive kwijtraakt, wordt het er niet beter van, eerder minder.’
Oké, dat bekt beter. Maar dan nog: waarom zou een moderne jongere dat lezen? De Vries: ‘Ook in Thomas’ tijd waren veel mensen uit op uiterlijkheden en snelle bevrediging van behoeften. Thomas zegt dan: blijf bij jezelf, laat je niet leiden door omstandigheden, uiterlijkheden en genotzucht. Hij legt uit dat het in relaties om onvoorwaardelijke liefde gaat, om liefde die mensen bij elkaar houdt en die ruimte geeft, ook al zint het hun even niet.’
Je hoeft niet het klooster in, benadrukt De Vries in navolging van de Moderne Devoten, die ook pas relatief laat begonnen met het stichten van kloosters. ‘Het gaat erom dat je niet afhankelijk bent van andere mensen en van materiële zaken. Het gaat immers om ‘zijn’ en niet om ‘hebben’. Pas dan ben je vrij om te ontvangen wat God je te bieden heeft.’
hamvraag
Ook Jacques Koekkoek, die onlangs de meest recente Navolgingseditie op zijn naam zette, stelt de hamvraag: ‘Wat zou je er in deze seculiere maatschappij toe bewegen om een zeshonderd jaar oud boek te lezen, dat de geestelijke weg naar de eeuwige zaligheid beschrijft?’ Koekkoek komt op het punt van gewetensvorming. Hij citeert de Engelse theoloog John Hick, die schrijft dat het de omgang met het kwaad is, dat ons beweegt tot medelijden, zorg, troost, naastenliefde, doorzettingsvermogen enzovoort. ‘Juist omdat het kwaad in de wereld is, zijn wij in staat om goede, mooie dingen te doen die ons tot goede, deugdzame mensen maken. Om niet in de valstrikken van onze turbulente, soms vijandige wereld te geraken, zou het ook nu heilzaam kunnen zijn je van tijd tot tijd af te wenden van de wereld, en in te keren in jezelf, om te ontdekken waar het in dit leven werkelijk om draait.’
Zelfs het strikte zondebesef van Thomas van Kempen helpt de moderne niet-gelovige, denkt Koekkoek. ‘Wat is goed? Wat is verkeerd? De scheidslijn tussen beide lijkt soms dun.’ Koekkoek noemt de lijn tussen belastingontduiking (illegaal) en belastingontwijking (legaal), en een website die vreemdgaan propageert, wat legaal is, ‘maar het is de vraag of men dit normaal moet vinden in een duurzame relatie’. Koekkoek: ‘Als men wil voorkomen ongemerkt in de fout te gaan of zich al te gemakkelijk over te geven aan het adadium ‘het moet kunnen’, is het nodig dat men zich afvraagt of men nog op het juiste morele kompas vaart.’
Van het lezen van de Navolging kun je een beter mens worden, gelooft ook Désanne van Brederode. Deze katholieke filosofe en schrijfster besloot in 2007 ‘haar’ inleiding op de Navolging voor christenen en niet-christenen met: ‘Wie niet meer met zekerheid weet wie hij is, kan wellicht eindelijk worden zoals hij is bedoeld. En kan dan anderen bevrijden uit de hel van zijn verlangens, behoeften, oordelen en vooroordelen, waarin hij ze ooit zelf gevangen heeft gezet. Of hij daardoor in de hemel komt of anderszins op een beloning mag rekenen, maakt dan niet eens meer uit.’
Maar of je De Navolging van Christus kunt waarderen, denkt Koekkoek, hangt uiteindelijk af van of je aangesproken raakt door het mysterie van het geloof. ‘Zolang het mysterie van het geloof. En zolang het mysterie blijft bestaan, blijft de fascinatie.’
Of, zoals Herman Finkers zegt: ‘Als je het mysterie begrijpt, dan heb je het kleiner gemaakt dan je verstand.’ Of: ‘God is een principe, een idee, dat alles doordringt en het diepe geestelijk wezen van alles uitmaakt, of juister, dat achter alles zit, en waar dus ook al het Levende, in zijn binnenste Essentie, deel aan heeft, waaruit wij zelf voortkomen in den schijn-vorm der stof, die feitelijk kracht is, en waarin wij, bij onzen dood, weer verdwijnen zullen.’ Schreef … Willem Kloos in 1914. ¦
Thomas a Kempis. Inleiding en moderne bewerking door Jacques Koekkoek. Uitg. Kok, Utrecht 2016. 224 blz. € 19,99
2001 De navolging van Christus. Thomas a Kempis (vert. Gerard Wijdeveld). Ten Have, Baarn (integrale vertaling).
2004 Uit de Navolging van Christus. Thomas a Kampis {vert. Gerard Wijdeveld). Uitg. Kok, Kampen (selectie).
2007 De navolging van Christus. Thomas a Kempis (vert. Paul Silverentand). Uitg. Athenaeum – Polak&Van Gennep, Amsterdam (integrale vertaling, nawoord Désanne van Brederode).
2007 Imitatio. Thomas a Kempis, een kroniek. Ben Louwerse. Uitg. Barnabas, Heerenveen (gedramatiseerde biografie).
2008 De navolging van Christus. Thomas a Kempis (vert. Gerard Wijdeveld). Uitg. Nederlands Dagblad/Klassiek licht, Barneveld {integrale vertaling, inleiding Arie de Reuver).
2008 Navolging van Christus. Thomas van Kempen (vert. Rudolf van Dijk). Uitg. Ten Have, Kampen (integrale vertaling, inleiding Rudolf van Dijken, Kees Waaijman).
2008 De navolging van Christus in jonge taal. Thomas a Kempis (hertaling Mink de Vries). Uitg. KBS Uitgeverij, ’s-Hertogenbosch (integrale vertaling in hedendaags Nederlands, inleiding Paul van Geest).
2013 Thomas. Glossy over de spiritualiteit van Thomas a Kempis. Boekencentrum, Zoetermeer.
2016 De navolging van Christus. Thomas a Kempis. Inleiding en bewerking Jacques Koekkoek. Kok, Utrecht.