Luister naar

‘Gelovigen, die waren dom’

Nieuws
Willemijn Dicke veranderde in tien jaar van een fanatiek atheïst in een gelovige. Ze verloor er vrienden door die haar stappen onbegrijpelijk en teleurstellend vonden. ‘Zo zou ik vroeger zelf ook gereageerd hebben.’
Maurice Hoogendoorn Maurice Hoogendoorn
donderdag 7 februari 2019 om 13:51
Onderschrift over drie regels
Onderschrift over drie regels Dirk Hol

Tien, vijftien jaar geleden zat Willemijn Dicke (48), nu lobbyist voor de Vereniging van Universiteiten, al aardig in de academische lift. Ze studeerde bestuurskunde in Nijmegen, promoveerde, ging doceren aan de Technische Universiteit in Delft en werkte voor de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Ze verraste haar vrienden en collega’s behoorlijk toen zij, de militante atheïste, ineens sjamanen en goeroes consulteerde, zoekend naar zingeving. ‘Ik heb mijn omgeving wel erg op de proef gesteld’, zegt ze daags voor de presentatie van haar nieuwe boek over die zoektocht. ‘Mijn collega’s waren fris en leuk, maar ook no-nonsense met niet veel tolerantie voor geloof.’

Haar boek De sjamaan en ik schreef ze ‘omdat er geen ander verhaal uit mijn pen kwam’. En dat heeft te maken, zegt ze, met haar drang om eerlijk en open te willen bekennen dat ze gelooft. Was er dan een soort schaamte? Dicke: ‘Nou, laat dat “soort van” maar weg.’

Als je haar boek leest, ben je geneigd te speuren naar een jeugdtrauma. Of in elk geval naar iets wat verklaart waarom ze ooit zo fanatiek atheïstisch was dat ze christenen ‘christenhonden’ noemde. Maar je vindt niets. Haar vader was hervormd, haar moeder katholiek, maar veel werd er aan geloof niet gedaan in huize Dicke. ‘Ik ben nooit gedwongen om naar de kerk te gaan en de kerk heeft me ook nooit gekwetst’, zegt ze. ‘Ik zie zelf ook geen directe aanleiding voor mijn atheïstische activisme. Ik bied me aan voor een analyse!’

Hoe uitte uw atheïstische activisme zich?

‘Ik vond gelovigen ongelooflijk dom. Van mijn moeder dacht ik nog: die is zo opgevoed en ze wil er niet echt over nadenken. Maar dat generatiegenoten van mij die ook gestudeerd hadden nog in God geloofden? Daar kon ik niet bij. Met Max Weber dacht ik dat de wetenschap ons beetje bij beetje helpt om alles te verklaren. Geloof hebben we nu niet meer nodig om de bliksem te verklaren. Mensen die wel vasthielden aan een geloof, vond ik zwak en bang. Zij durfden hun eindigheid niet onder ogen te zien. Op den duur ben ik mijn atheïsme gaan cultiveren. Lachen om gelovigen werd een running gag. Het was een smeermiddel in gesprekken en relaties, net als bier.’

Als jonge moeder ging u zelfs de strijd aan tegen fantasietjes van uw kinderen. Waarom? Kinderlijke verwondering is toch niet hetzelfde als religie?

‘Ik vond die onttovering van de wereld heel belangrijk. Ik wilde ook per se dat mijn kinderen naar een openbare school zouden gaan. Voor mij was het een glijdende schaal: mensen die in God geloven of in homeopathie of chakra’s; het is allemaal niet wetenschappelijk bewezen of rationeel beredeneerd. Je gelóóft in iets.’

Al vrij snel in het boek belandt u bij sjamanen en goeroes. Verbazing­wekkend, gezien uw vertrekpunt. Hoe kon dat?

‘Het ging natuurlijk niet van de ene op de andere dag, hè. Het begon ermee dat ik me niet gelukkig voelde. Uiterlijk ging het prima met me – goede baan, fijn gezin – maar toch zag ik elke ochtend op tegen de dag. Op een gegeven moment zag ik mensen die hun emoties konden sturen doordat ze hun gedachten in de hand hadden. Zo ben ik begonnen met zenmeditatie. Voor sommige mensen is dat niet meer dan mentale fitness, maar ik belandde bij een stroming die heel dicht tegen religiositeit aan zit. Ik leerde er mediteren, mijn gedachten stil te leggen voor een tijdje en de ruimte tussen prikkel en reactie te vergroten. Maar ik hoorde er ook over religieuze waarden.’

Dicke beschrijft in haar boek hoe ze op een dag een ‘eenheidservaring’ heeft tijdens een fietstochtje met haar gezin. Ze schrijft: ‘Opeens los ik op. Zonder voorteken of waarschuwing is alles plotseling vloeibaar. De bomen, de bladeren, het zonlicht, het zandpad, de lucht en ik. Alles wiegt en vervloeit in elkaar. (...) Ik ben geheel vervuld. Ik hoef niets, ik wil niets, ik denk niets. Ik zoek niets en ik wil nergens naartoe. Er is alleen maar nu, heel veel nu. En dat moment is probleemloos en gezegend.’

Aan de keukentafel van haar woning in Rotterdam, in de Kop van Zuid, vult ze aan: ‘Wat het ook was, ik wist zeker dat het niets met rationaliteit te maken had, met denken in oorzaak en gevolg. Toen heb ik de boeken achter me gelaten en ben ik meer gaan experimenteren met ervaringen.’

Wat zocht u nou precies?

‘Pater Tycho, een Rotterdamse priester, zei eens tegen me: “Jij zoekt telkens naar de slagroom, maar je hebt ook gewoon bruine boterhammen nodig.” Die ervaringen die ik soms had, waren zo bijzonder, zo fijn, daar wilde ik er meer van. Dus het heeft wel een tijdje geduurd voor ik daar niet meer zo naar zocht. Nu is er een milde, warme grondtoon in mijn leven. Iets wat gestaag met me meeloopt.’

Zat u, plat gezegd, niet gewoon in een midlifecrisis?

‘Ja, als je alle symptomen zo leest … Ja. Ik werd zo opgeslokt door de dagelijkse sleur. Toen we kinderen kregen, heb ik heel erg moeten wennen aan het feit dat thuis mijn eerste verantwoordelijkheid lag. Het leven was ineens heel anders dan daarvoor.’

Volgens psychiater Dirk De Wachter staan we onszelf niet meer toe om ongelukkig te zijn. We móéten ­gelukkig zijn. Was het zoiets?

‘Dat weet ik niet. Hij zegt ook dat geluk een afgeleide is van zingeving, en daar ben ik het mee eens. Als je je verbindt aan iets buiten jezelf, dan is geluk een bijproduct. Er zijn nog steeds dagen die niet fantastisch zijn. Maar het grondgevoel in mijn leven is nu heel anders. Tien jaar geleden stond ik elke dag op met de vraag waarom ik hier ben. Ik ben begonnen met zoeken omdat ik het niet naar mijn zin had hier. Pas gaandeweg ben ik gaan inzien dat het er niet om gaat dat ik het naar mijn zin heb, maar dat ik moest zoeken naar de zin van mijn leven. Ik was niet naar God op zoek. Ik ben Hem tegengekomen.’

Het woord is gevallen: God. Ze zegt er gelijk bij: ‘Maar ik weet niet of het ook jouw God is.’

Hoe zou u God definiëren?

‘Ha. Poeh ... In mijn boek heb ik een gebed uit het vroege christendom opgenomen, vertaald uit het Aramees door Bram Moerland. Daarin wordt God “Bron van Zijn” genoemd. Er staat ook in: “Bundel uw licht in mij – maak het nuttig.” Dat spreekt me aan. Ik zie God niet als een persoon, maar verder weet ik het niet echt. Pater Tycho zegt: wij mensen zitten in een tentje van canvas, en dat tentje richten we heel fijn in. We denken: dit is onze woning, onze wereld. Doe je de tentflap open, dan blijkt om jou heen overal God te zijn. Waar je ook kijkt. Al die tijd dacht je: dit is mijn ruimte, hier doe ik alles. Maar alles was ingebed in die grotere ruimte, er zat maar een heel dun tentdoekje tussen. Ik ben een panentheïst, denk ik. God is in mij en tegelijk overstijgt Hij mij.’

Helpt of troost God u ook?

‘Niet een op een. Maar ik voel me wel heel geborgen. Ik heb ook een keer een stem in mijn hoofd gehoord die zei: “Je kunt er niet uit vallen. Je kunt er niet uit vallen.”’

Zoals in dat gedicht van Rilke, waarin God de handen is onder ons vallen?

‘Ja, dat stuurde iemand me later. Misschien is het een universeel gevoel: het is goed zoals het is. Ik hoor hier thuis. Iedereen hoort hier thuis. Dat grondgevoel, die milde, warme ondertoon is er trouwens niet altijd hoor. Het glijdt weleens door mijn vingers. Maar ik kan er nu makkelijker naar terug.’

U hebt aardig wat religies en stro­mingen verkend. Hebt u uiteindelijk voor een ervan gekozen, of is het voor u één pot nat?

‘Er zijn onderdelen die je bij alle grote religies tegenkomt. Geestelijke oefeningen. De noodzaak van rust, stilte, mediteren. Wat water is voor de plant, is stilte voor de geest. Maar de beeldtaal van de middeleeuwse, Rijnlandse mystiek spreekt me het meest aan. Meister Eckhart bijvoorbeeld. Hij was een strenge, rationele man die werd overvallen door mystieke ervaringen. Hij probeerde dat een plek te geven. Dat ik bij hem uitkom, is misschien wel een logisch vervolg op mijn pakket: eerst bekeek ik alles rationeel, toen had ik een tijdje alleen maar oog voor ervaringen, en nu zie ik hoe heel rationele mensen toch ruimte kunnen maken voor mystiek. De manier waarop Eckhart over God spreekt, is vrij abstract. Dat vind ik prettig, omdat ik dan zelf nog veel kan invullen. De liefde en compassie schemeren er sterk in door. Het gaat niet om angst of om leefregels, maar om ontvankelijk zijn, en wat je ontvangt is altijd liefde.’

Is God een middel om gelukkiger te worden?

‘Nee. Nee, zeker niet. Als ik me openstel voor Hem, kan dat me ongelooflijk veel brengen. Maar als ik het niet doe, is Hij er nog steeds.’

Bent u een ander mens sinds u ­gelooft?

‘Ja, dat vind ik wel. Geduldiger, gezelliger. Ik heb veel meer oog voor anderen. En ik ben minder aangedaan als mensen boos zijn of iets dergelijks. Mijn waarde is intrinsiek gegeven, daar gaat niets of niemand iets aan veranderen. Dat levert zo veel ademruimte op. Prestaties doen er niet toe. Het maakt niets uit als niemand dit boek gaat lezen.’

Het kan navelstaren worden, zo’n zoektocht. Je bent veel met jezelf ­bezig …

‘Daar heb ik veel over nagedacht. Zat ik op een kussentje een paar dagen te mediteren, had mijn man het weer extra druk met ons jonge gezin. Maar ik denk dat ik hier niet had kunnen komen op een andere, snellere manier. Ik moest eerlijk naar mezelf kijken, want ik kon mezelf aardig voor de gek houden. Dus ja, het was egoïstisch, maar ook nodig.’

U raakte vrienden kwijt. Krijgt u nog vervelende reacties?

‘Een paar mensen vonden mijn zoektocht onbegrijpelijk en teleurstellend, en dat snap ik ook wel. Zo zou ik zelf vijftien jaar geleden ook hebben gereageerd. Ik heb ook niet iedereen stapje voor stapje meegenomen in mijn proces. Mijn man maakte het van dichtbij mee en zag dat het me goed deed, energie gaf. Hij vindt me in de kern ook nog hetzelfde. Voor mij was atheïstisch zijn een wezenlijk onderdeel van hoe ik mezelf zag, maar voor hem niet.’

U praat geregeld met een rooms-katholieke priester, maar u ziet het niet zitten om u aan te sluiten bij een gemeenschap. Wat houdt u tegen?

‘Ik heb een progressieve katholieke kerk geprobeerd, en een protestantse gemeenschap. Maar er komt altijd een moment dat ik een grens voel: wat jullie hier delen staat heel ver van mij af. Ergens vind ik dat ook jammer, want ik vind het mooi aan instituties als de kerk dat mensen er zo betrokken op elkaar zijn, en dat je er “de andere ander” ontmoet, mensen die je niet zelf hebt uitgekozen. Maar vaak botst een godsbeeld, een gewoonte of een leefregel toch te veel met mijn idee van religiositeit. Ik zie bijvoorbeeld de geboden niet zozeer als verboden, maar meer als een oefening. Ik wil vooral streven naar transparantie, me niet groter voordoen dan ik ben. En als het vandaag niet lukt, mag ik het morgen opnieuw proberen.’ ¦

naar aanleiding van

De sjamaan en ik

Willemijn Dicke. Uitg. ­Prometheus, Amsterdam 2019. 234 blz. € 19,99

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
'In de wandelgangen van de Amsterdamse Stadsschouwburg was meteen sprake van paniek.'

Grote onrust onder schrijvers over mogelijke fusie boekenuitgevers

Auteurs uitgeverij De Bezige Bij zijn zeer bezorgd over plannen voor een fusie tussen uitgeefconcern WPG, waar De Bezige Bij onderdeel van is, en VBK Uitgevers, eigenaar van onder meer de literaire uitgeverijen Atlas Contact en Ambo Anthos.

Angela Saini: ‘Ik geloof niet dat een samenleving automatisch beter is als vrouwen de macht hebben.’

Mannen aan de macht, het is níét natuurlijk, volgens schrijver Angela Saini

‘Wat is van alle tijden?’, vroeg een journalist tijdens een interview aan popster Taylor Swift. ‘Het patriarchaat’, antwoordde ze zonder aarzelen. Maar niets is minder waar, ontdekte wetenschapsjournalist Angela Saini.

Afbeelding

Vechten voor je bestaansrecht in negentig pagina's

Het actieboek voor de Week van het Christelijke Boek is dit jaar geschreven door een Amerikaanse schrijfster. Tamera Alexander - winnaar van vier Christy Awards - komt met de novelle De kans van haar leven en laat de lezer kennismaken met het leven van een vrouwelijke journalis..

'Toch is er nog steeds die associatie van vleesconsumptie met kracht, macht en seksuele potentie.'

Van offercultuur met kilo's vlees naar vegetarisch avondmaal. Hoe onze relatie met dieren is veranderd

'Machtige personen werden volgepropt met vlees totdat ze niet meer kónden.' In het boekessay Waarom we dieren eten verkent cultuurfilosoof Thomas Macho de ingewikkelde relatie tussen mens en dier, vanaf de oertijd tot heden.

Militaire begraafplaats bij Verdun, waar de Europese catastrofe zich in 1916 voltrok.

Europa verkeert in een geestelijke crisis. De schrijver van dit fascinerende boek wijst de oorzaak aan

Als gevolg van het verlichtingsdenken heeft het christendom zijn wervingskracht verloren. Scepsis en twijfel kwamen ervoor in de plaats en baanden de weg voor het huidige complotdenken.

De kathedraal Notre-Dame van Reims vóór de restauratie van Lassus en Viollet-le-Duc; twaalfde en dertiende eeuw. Negentiende-eeuwse gravure door Veuillot, 1881.

Wie dit boek gelezen heeft, begrijpt de middeleeuwen en loopt nooit meer een kathedraal voorbij

De Notre-Dame in Parijs weerspiegelt het denken, voelen en geloven van haar bouwers. In een prachtige heruitgave van een beroemd boek vertelt Georges Duby wat de bouwers van de Notre-Dame bezielde.