Boek: ‘Als ik iemand beledigd heb, dan was dat mijn bedoeling’. Sharia4Belgiums ideologie en humorgebruik - Pim Aarns en Ineke Roex
Pim Aarns en Ineke Roex. Uitg. Amsterdam University Press, Amsterdam 2017. 252 blz. € 24,95
‘Als ik iemand beledigd heb, dan was dat mijn bedoeling’, is een citaat van Abu Faris, een van de kopstukken van de beweging Sharia4Belgium. Dat verband van radicale moslims bestond van maart 2010 tot oktober 2012 formeel, maar was tot voor kort actief online en organiseerde politiek eacties en demonstraties op straat. Leider en woordvoerder Abu Imran heet in het echt Fouad Belkacem. Hij werd vanaf 2002 vaak veroordeeld wegens inbraak en weerspannigheid en kreeg in 2015 twaalf jaar opgelegd, door een Antwerpse rechtbank die Sharia4Belgium als terroristische organisatie kenmerkte.
Islamonderzoeker Pim Aarns en antropoloog Ineke Roex doen onderzoek naar het ‘spektakelactivisme’ en het gebruik van humor van Sharia4Belgium. Het duo analyseerde meer dan vijfhonderd videofilmpjes en online uitingen van de club. Humor bij Sharia4Belgium is geënt op sterk ‘wij-zij’-denken en ridiculiseert de democratie als westerse dubbele standaard: de radicale islam wordt wel aangepakt, maar antimoslim gedrag en extreemrechts blijven ongemoeid. De humor moet ook de eigen aanhang verbinden en werven onder potentiële nieuwe aanwas. Vandaar de verbinding met ‘Street Dawa’, ‘evangelisatie’-activiteiten van radicale moslims, openbaar en achter de voordeuren in de wijken.
Sharia4Belgium komt in dit boek naar voren als leuk en onschuldig. Geweld en omverwerping van de staat zijn niet aan de orde. Maar de auteurs geven zelf aan dat verschillende betrokkenen als jihadi’s afreisden naar Syrië, al vermelden ze niet dat Sharia4Belgium-leider Houssien Elouassaki uit Vilvoorde te zien was als deelnemer aan de onthoofding van een Syrische soldaat, voordat hij in september 2013 door zijn eigen kameraden werd gedood. Roex, die in haar eerdere boek Leven als de Profeet in Nederland: over de salafi-beweging en democratie al veel begrip had voor terreurverheerlijking als woordspel, schrijft nu zelf dat geweld ‘achter de schermen wel degelijk wordt goedgekeurd’.
Dit boek is een schoolvoorbeeld van hoe je met wetenschappelijk juiste methoden de maatschappelijke en strafrechtelijke context van je onderzoeksobject volledig kunt negeren. Of zou dat ook islamitische humor zijn?
+ degelijke methodologie
- volkomen ontoereikende conclusies