Mens uit één stuk
‘Het gaat niet regenen, maar er hangt iets in de lucht. Iets onbenoembaars verduistert de hemel.’ Het is een gevoel van dreiging dat vaak terugkeert in de roman De onthoofde haan van de Duits-Roemeense schrijver en luthers predikant Eginald Schlattner (86). En dat is niet voor niets. Het verhaal speelt zich af op een dag die een keerpunt is in de Roemeense en Europese geschiedenis: 23 augustus 1944.
Het is de dag waarop koning Michael een staatsgreep pleegt en Roemenië, dat tot dan toe aan de zijde van nazi-Duitsland vocht, plotseling kiest voor de geallieerden en de Russen. Tot opluchting van een groot deel van de bevolking, want de angst voor de Russen was groot. Was het verraad of juist een lovenswaardige zet om zo je land te redden? De Duitsers staan in hun hemd en reageren met bombardementen.
Met dit grote verhaal als context zoomt Eginald Schlattner in op het stadje Fogarasch, dat ligt in Zevenburgen, het huidige Transsylvanië. De vijftienjarige naamloze hoofdpersoon gaat op die 23 augustus zijn eindexamenfeest vieren en bereidt zich voor. Het is een afscheid van zijn klas, maar ook van zijn kinderjaren. In gedachten keert hij terug naar het verleden, naar wat hij tussen 1941 en 1944 allemaal heeft meegemaakt.
Op platheid zul je Eginald Schlattner niet snel betrappen.
De lezer krijgt zo een fraai inkijkje in een bonte gemeenschap die tot dan toe in relatieve vrede samenleefde: Saksen (Volksduitsers), Roemenen, Hongaren, Armeniërs, Joden en Roma. De ontwrichting van de oorlog wordt langzaam zichtbaar, waarbij met name de Joden het moeten ontgelden. Hoewel zijn ouders daar weinig van moeten hebben, raakt de ik-persoon, een Saks die behoort tot de hoge middenklasse, gefascineerd door de nazi-ideologie. Hij gaat bij de Hitlerjugend, maar tegelijkertijd merkt hij dat zijn Joodse klasgenootjes zich noodgedwongen terugtrekken. Hij raakt innig bevriend met zijn Hitlergezinde klasgenoot Adolf, maar die verraadt zijn bezoek aan een Joods meisje, en pakt ook een tijdlang zijn grote liefde af.
Verraad is een belangrijk thema in de roman. Ook de titel laat hier iets van zien. Het verwijst naar de Bijbelse Petrus en zijn verloochening, maar ook naar het volksgeloof: een haan zonder kop brengt onheil, maar de kop van een haan zelf beschermt je juist tegen boze geesten.
De ik-persoon worstelt hoe dan ook met zijn loyaliteit. Door zijn eed op Hitler wil hij in eerste instantie geen belijdenis doen in de kerk, je kunt immers ‘geen twee heren dienen’. Tegelijkertijd bestaan geloof en ongeloof, liefde en haat naast elkaar. Kun je wel een mens uit één stuk zijn? Vaak heeft de ik-persoon hierover gesprekken met Mailat, de zogenaamde ‘profeet’, zijn steun en toeverlaat, zijn leermeester, en later juist ook zijn twistpartner. Van hem leert hij: ‘Een puur of-of bestaat niet in het leven. Alles is open en vloeit in elkaar over.’
sensueel
De onthoofde haan brengt niet alleen een geschiedkundig belangrijke periode aanraakbaar dichtbij, het is ook een coming of age-roman. De verwarrende puberteit, de onzekerheid maar ook de bravoure die daarbij horen, beschrijft Schlattner prachtig. Dat geldt ook voor de ontluikende seksualiteit, de schaamte die jongens voelen voor hun eigen manwording, de angst voor de opbloeiende vrouwelijkheid van de meisjes, hun schoonheid die hen overweldigt en doet verlangen, hun intieme samenzijn. In sensuele taal, met scènes en beelden die vooral suggereren, krijgt erotiek weer diepte en geheimzinnigheid. Dit kan als een verademing voelen als je net een hedendaagse roman gelezen hebt van eigen bodem waarbij seksualiteit expliciet en tot in detail wordt beschreven.
Op platheid of liefdeloze registratie zul je Schlattner niet snel betrappen, of het moet bijvoorbeeld gaan om de dialogen waarin de nazigezinde tantes van de ik-persoon Joden en zigeuners van alles betichten. Maar zelfs dan voel je naast afschuw om de inhoud warmte in zijn zinnen – die tantes zijn me een portretten! – en is de humor nooit ver weg.
Ook de aantrekkingskracht van het nazisme maakt Schlattner knap invoelbaar: de kameraadschap, het gezamenlijke en ‘hogere’ doel, de strijd, de opoffering. Hoe jongeren vandaag de dag kunnen vallen voor het rechts-extremisme of voor groeperingen als ISIS kun je je zo beter voorstellen. Tijdens een parade lees je: ‘Ik zat er helemaal in en daarom was ik helemaal buiten mezelf. Niets was heerlijker dan samen op te gaan in het hogere, te versmelten met de mensen om je heen, gelijk te zijn aan de anderen en jezelf te kunnen verliezen. Luisteren en gehoorzamen, zich voegen en volgen. … Alles was gemakkelijk, want tastbaar en eenduidig. Iedere twijfel en tweestrijd verdween.’
climax
Deze roman bevat hier en daar herhalingen en een enkele keer een kleine onnauwkeurigheid. Heel storend is dit niet, want Schlattner is een meester in het vertellen van verhalen en dan neem je dit voor lief. Lastiger is het om al die namen van familieleden, de huishouding en klasgenoten te blijven plaatsen. Algauw ontdek je dat je ook dit kunt loslaten, de belangrijkste personages blijven vanzelf over. Wel raak je soms verdwaald in de wirwar van herinneringen. Vindt er iets op die 23e augustus plaats of lees je een terugblik, en waar bevindt die terugblik zich dan in de hele geschiedenis? Om het met oudoom Robert in de roman te zeggen: ‘Zo gaat dat bij ons in Zevenburgen: we brengen niet kort en bondig verslag uit, maar vertellen elkaar verhalen. Maar je moet het overzicht niet verliezen!’
Op het laatst volg je alleen nog de verwikkelingen van het eindexamenfeest zelf, en komt de roman tot een spetterende climax. Veel personages in deze roman maken een ontwikkeling door, maar vooral de ik-persoon leert verder te kijken dan blauw of zuiver Duits bloed, hautaine etiquette of de harte- en hersenloze rassenleer. Hij ontdekt uiteindelijk waar echte kameraadschap en liefde om draaien: om vrijwilligheid, vergeving, om opoffering, zelfs voor iemand die je verraden heeft. ■
De onthoofde haan
Eginald Schlattner (vert. Marianne van Reenen). Uitg. Manuzio, Utrecht 2020. 528 blz. € 24,99
+ toont de grote geschiedenis in kleine verhalen
+ maakt aantrekkingskracht van het nazisme voorstelbaar
- verhalen soms lastig te plaatsen in de tijdlijn