Ik wil me niet voortijdig laten meeslepen door één theorie
Eerlijk zeggen: wast u uw handen nog altijd twintig seconden? Aan alle zijden? Op alle momenten dat het nodig is volgens de anticorona-instructies? Ik betrap mij op verval van oplettendheid. Dan zwaai ik wat met mijn handen onder de waterstraal, om pas tijdens het afdrogen te bedenken: wat heb ik zojuist eigenlijk staan doen?
Goede voornemens verslonzen. De anderhalve meter afstand tussen mensen, wat in winkels toch al niet goed lukte, wordt hier en daar ronduit een farce. De gulle inzet van winkelbedrijven verschraalt. Maakte Albert Heijn goede sier door winkelwagentjes na gebruik schoon te maken, deze week trof ik bij een AH-vestiging een andere situatie aan. Klanten moesten het voortaan zelf doen. ‘De hygiëne is nu klantverantwoordelijkheid’, verklaarde een medewerker.
Recalcitrantie hecht zich vast. Zelfs de voorzitter van de veiligheidsregio Limburg-Zuid, Annemarie Penn-te Strake, gedroeg zich maandag als een stampvoetend kind. Penn, burgemeester van Maastricht, gelastte voor Radio 1 het openen van de Belgische grens, met zinnen als: ‘We zijn het een beetje zat.’ Het zou onderhand ‘te gortig’ zijn dat ‘mensen niet kunnen samenleven die bij elkaar horen’. Ze mag zoiets wensen – al waren haar argumenten eerder van toepassing op het deurbeleid van verpleeghuizen. Maar dat ze het als een vakbondsleider opeiste, overviel mij nogal.
Het ‘testbeleid’ en het ‘mondkapje’ hebben plaatsgemaakt voor de ‘aerosol’ in alle discussies. Er gaat de sprake vanuit dat je als burger positie moet kiezen. Ik doe mijn best. Ik begrijp dat de theorie is dat mensen elkaar via kleine aerosolen – stof- en vloeistofdeeltjes die lang in de lucht blijven zweven – kunnen besmetten, op een flinke afstand. Het risico zou groter worden als mensen zingen of schreeuwen, maar een slecht geventileerde ruimte kan al fataal zijn. Opiniepeiler en sociaal geograaf Maurice de Hond bijt zich hierin vast. Hij ziet in die zwevende deeltjes zelfs de belangrijkste besmettingsbron. En daarom zou alles moeten draaien om een goede ventilatie en een ideale luchtvochtigheid. Anderhalve meter afstand houden, wat het RIVM aanbeveelt, vindt hij onzinnig, zeker buiten. Het RIVM ziet daarentegen nog geen bewijs dat de kleine zwevende aerosolen een bijdrage leveren aan de verspreiding van het coronavirus: besmetting vindt volgens het RIVM voornamelijk direct plaats, binnen een afstand van 1,5 meter, via de minder kleine druppeltjes.
Ab Osterhaus en Maurice de Hond praten bij Op1 over aerosolen. - beeld op1
‘Voortaan moet de klant zelf het wagentje reinigen.’
Ik ben door deze discussie toch geneigd méér te letten op betrouwbare ventilatie binnen, vanwege de aerosolen, dan op ‘afstand houden’ buiten. Maar voor mij is het soms ook maar net wat ik het laatst heb gehoord of gelezen natuurlijk. Ik wil me niet voortijdig laten meeslepen door één theorie. Beter dus maar om verschillende opties aan te houden, zolang de wetenschap nog zo veel vragen openlaat. Dat wil zeggen: de veiligheidsadviezen van het RIVM volgen én lekker wel rekening houden met aerosolen als mogelijke besmettingsbron.
Dat gaat verrassend goed samen. Je ziet het terug bij de werkgroep van experts die voor de Protestantse Kerk lijnen heeft getrokken voor veilige kerkdiensten. De experts maken hun eigen afwegingen, zonder adviezen van het RIVM te bruuskeren. Verfrissend. Het is er inmiddels de tijd voor. <