Tomura speurt naar schoonheid
Het verhaal speelt in Japan en geeft een leuk inkijkje in de wereld daar. De ingetogenheid van Tomura, zijn collega’s en andere Japanners is een verademing: geen poeha, beleefde conversaties en bescheiden karakters. Het hele boek ademt ook diezelfde ingetogenheid. Er wordt heel wat gefilosofeerd over muziek, melodie en schoonheid. Wat is een perfecte klank? Ga je beter piano spelen van een perfect gestemd instrument? Wat is je grootste droom als pianostemmer? Het klinkt als een boek voor muziekliefhebbers, maar ook als je dat niet bent is het een fijn verhaal om te lezen. Er gebeurt gewoon niet zoveel, en dat is best fijn. Ook Tomura zelf maakt maar een langzaam een ontwikkeling door.
Drie meester-pianostemmers – eentje bescheiden, eentje vrolijk, eentje chagrijnig – nemen Tomura onder hun hoede en hij leert van hen de echte praktijk van een pianostemmer. Langzamerhand krijgt hij wat meer vrijheid, zijn eigen klanten, een succeservaring. Maar de angst om niet goed genoeg te zijn blijft altijd aanwezig op de achtergrond. Die angst weerhoudt hem ervan om echt tot bloei te komen, als pianostemmer, maar ook als mens. Tomura is een denker en laat zich niet makkelijk kennen. Hij speurt hard naar een zinvol leven en een zinvolle bijdrage als pianostemmer, maar het is niet genoeg. Nog niet.
Dan ontmoet hij twee getalenteerde zusjes, een tweeling bij wie hij thuis de piano mag stemmen. Waar iedereen het ene zusje het meest getalenteerd vindt, valt Tomura als een blok voor het pianospel van het andere zusje. Zijn beoordelingsvermogen wordt op de proef gesteld. Uiteindelijk vindt hij na heel wat hindernissen zijn bestemming.
Een fascinerende wereld van de piano, waarin je het instrument van binnen en buiten leert kennen. Hout, wol en staal. En dat in een sfeer van bespiegeling, pianoklanken en Japanse kersenbomen.
+ fijn bespiegelend verhaal
+ leerzaam
Het woud van
wol en staal
Natsu Miyashita (vert. Geert van Bremen). Uitg. Meulenhoff,
Amsterdam 2020.
256 blz. € 20