CBS: ruim 17,4 miljoen mensen in Nederland
Den Haag
Deze cijfers presenteert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag. De aantallen zijn voorlopig, omdat nog niet alle gegevens van vorig jaar verwerkt zijn.
De sterke groei komt voor het overgrote deel door migratie, becijfert het statistiekbureau. Zo’n 272.000 mensen uit het buitenland kwamen in Nederland wonen, bijna dertigduizend meer dan in 2018. Daartegenover staat dat het aantal vertrekkers gelijk bleef, op 158.000 mensen. Hierdoor kwamen er per saldo 114.000 migranten bij.
Verreweg de meesten van hen komen uit Europa. Op de tweede plaats staat Azië, met China en India als belangrijkste herkomstlanden. In de migratiecijfers worden ook asielzoekers meegeteld – in 2019 ging het om zo'n zestienduizend mensen, zo’n 6 procent van het totale aantal migranten.
‘De huidige bevolkingsgroei is de grootste sinds begin deze eeuw’, schrijft het CBS. ‘De laatste keer dat de bevolking in een vergelijkbaar tempo groeide, was in 1975, ten tijde van de onafhankelijkheid van Suriname.’ Er is wel een groot verschil: toen was de helft van de bevolkingsgroei afkomstig van migratie, nu is dat 85 procent.
‘Het migratiesaldo is sinds 2015 op recordhoogte, terwijl het geboorteoverschot (het verschil tussen aantal geboorten en overlijdens, red.) sindsdien op het laagste niveau is sinds de eeuwwisseling’, stelt het statistiekbureau. In 2019 werden er achttienduizend meer kinderen geboren dan er mensen overleden.
grote steden
Vooral de grote steden groeien door de komst van migranten. Amsterdam, Eindhoven, Arnhem, Den Haag, Groningen en Rotterdam zouden anders gekrompen zijn, door de verhuizing van veel mensen naar omliggende gemeenten. Alleen Almere en Utrecht groeien sterk door geboorten en verhuizingen vanuit andere plaatsen.
Vrijwel alle Nederlandse gemeenten kregen er in 2019 inwoners bij door migratie uit het buitenland. Toch daalde vorig jaar het aantal inwoners van 63 van de 355 gemeenten. ‘Deze gemeenten liggen voornamelijk aan de randen van Nederland: in Noord- en Oost-Groningen, Drenthe, Zeeuws-Vlaanderen, Zuid-Limburg en de Achterhoek. In de meeste van deze gemeenten overleden meer mensen dan er kinderen geboren werden, en was ook het verhuissaldo negatief.’ <