Commentaar: Niet te kwistig zijn met onze gezamenlijke pensioenspaarpot
De vakbonden zijn er blij mee en veel politieke partijen ook. Toch is het niet alleen maar een vrolijk verhaal, dat de meeste pensioenfondsen volgend jaar hun uitkeringen niet hoeven te verlagen. Feit blijft dat veel pensioenfondsen – in elk geval volgens de huidige regels – te weinig geld in kas hebben. Je kunt zeggen: ze worden geplaagd door de lage rente! Of: de beleggingsresultaten zijn goed; waarom zo ‘zuinig’ doen?
Maar toch: het schrappen van pensioenkortingen maakt de buffers voor de toekomst kleiner. Wie weet zijn die buffers over een paar jaar weer op peil, en hebben we ons voor niks zorgen gemaakt. Maar een donkerder scenario is ook mogelijk. Het lastige aan veel financiële beslissingen is dat je vaak pas achteraf weet of je er goed aan hebt gedaan.
De druk op minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) om iets aan de dreigende pensioenkortingen te doen, was groot. GroenLinks en PvdA dreigden hun steun aan het eerder dit jaar gesloten pensioenakkoord in te trekken. Uit de vakbeweging kwamen vergelijkbare geluiden. Hun protest klinkt begrijpelijk: ze wijzen erop dat pensioenfondsen vaak prima boeren, bijvoorbeeld met hun beleggingen, maar dat de officiële rekenrente hen dwingt zichzelf ‘arm’ te rekenen. Waarom zou je het verwachte rendement niet een beetje mee mogen tellen?
Maar resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Wie soepeler regels toepast, verplaatst alvast geld van jongeren naar ouderen – zonder zeker te weten of je het verwáchte rendement ook behaalt. Bovendien worden we gemiddeld steeds ouder, groeien dus de pensioenaanspraken en raakt de verhouding werkenden/niet-werkenden steeds meer in onbalans. Alle reden dus om niet te kwistig te zijn.
We betalen ons pensioen met elkaar. We stoppen geld in een pot, vertrouwen erop dat het goed wordt beheerd en verdelen het zó dat elke deelnemer een nette aanvulling krijgt op zijn AOW. Of je daarvan kunt rondkomen, verschilt per situatie. Van de huidige pensioengeneratie zit de eigenwoningbezitter er vaak warmer bij dan wie huurt. Ook een pensioenkorting zal daarom in het ene huishouden harder aankomen dan in het andere.
Omdat het nieuwe pensioenakkoord nog moet worden uitgewerkt, is het te billijken dat Koolmees de bestaande regels tijdelijk oprekt. De minister moet echter de druk op de ketel houden bij het opstellen van nieuwe regels, en zorgen dat ook jongeren een goed pensioen kunnen krijgen. Anders verdwijnt het draagvlak voor een pensioenstelsel waarin we niet alleen voor onszelf, maar ook voor toekomstige generaties sparen.
de mening van het Nederlands Dagblad