De Oost-Duitse mobieltjes zijn geweldig
In het boek Plan D bestaat de DDR nog steeds. Het is 2011 en partijleider Krenz onderhandelt met bondskanselier Lafontaine over de doorvoer van Russisch gas. De schrijver heet Simon Urban. Hij is 39 en groeide op in Hagen en Münster. Dat ligt dichter bij Nederland dan bij Oost-Duitsland. Toch brengt hij de sfeer van de voormalige Duitse Democratische Republiek heel dichtbij. Hoe? Door er rond te reizen, veel te lezen en heel veel gesprekken te hebben met mensen die er wonen en alles meemaakten, zegt hij aan de telefoon.
Urban was veertien toen de Muur viel. We keken veel televisie en ik leefde intensief mee, maar zonder de betekenis te vatten, zegt hij. Ik heb vooral veel gewandeld door Oost-Berlijn en dan kom je plekken tegen die nog helemaal DDR zijn, zoals het Vergnügungspark in Berlin-Treptow.
Zijn beroep als tekstschrijver in de reclamewereld hielp bij het schrijven. Het is een filmische roman, ik gebruik flarden zinnen uit de politiek en het dagelijks leven. Het mocht niet te veel echt de DDR zijn, dan houden schrijver en lezer geen eigen beeld meer over.
wat als
Urban schreef dus een wat als-roman. In Plan D bestaat de DDR nog. Het is 2011. De Muur is in 1989 weliswaar gevallen, maar op 23 november 1991 weer opgericht omdat tienduizend mensen per dag het land verlieten. De woningnood was daarmee wel opgelost, want in de DDR anno 2011 wonen nog maar 14 miljoen mensen.
De partij bestaat nog steeds en wordt geleid door Achtung Krenz. Hij heeft de Stasi omgevormd tot een gewone veiligheidsdienst geleid door Otto Schily, de man die dat in het echt op dit moment in de Bondsrepubliek doet. De DDR is even grauw en inefficiënt als voorheen, maar verdient geld aan de doorvoer van gas uit Rusland. In 1994 is in de Akkoorden van Berlijn bepaald dat de DDR mag blijven als het zich min of meer fatsoenlijk gedraagt.
Oost-Duitse tomtom
Er is enige vooruitgang. De Oost-Duitse tomtom heet Navodobro (een vondst, de laatste twee lettergrepen zijn Russisch voor goed) en zit gemonteerd in een Phobos II, die de Trabant heeft opgevolgd. In Duitsland circuleren nu posters van dat voertuig, gemodelleerd naar de retro-auto Nissan Figaro uit 1989. Het merk heeft ook dure versies, zoals de Phobos Agitator.
Kwalitatief echt goed zijn de mobieltjes uit de DDR. De Oost-Duitse smartphone heet Minsk en de geavanceerde versie, die alleen de Stasi mag gebruiken, neemt automatisch een geurmonster af van de gebelde. Het is het enige DDR-product dat door West-Duitsland wordt geambieerd.
VoPo-schlemiel
In een bos in Köpenick, een wijk in Oost-Berlijn, wordt een lichaam gevonden, opgehangen aan een gaspijpleiding. Het blijkt een ex-Stasiman. Een kapitein van de Volkspolizei (VoPo) mag de zaak oplossen. De uitgezakte vijftiger Martin Wegener krijgt ongewild hulp van een West-Duitse collega, Richard Brendel, die met zijn zonnebankhoofd en Mercedes 600 S het tegendeel is van de VoPo-schlemiel. Samen trekken ze de hele DDR-machinerie door, want de moord moet opgelost worden voordat de West-Duitse bondskanselier Oskar Lafontaine op bezoek komt om met Moskou over energie te onderhandelen.
Wegener loopt al curryworst etend in deze gereanimeerde DDR cynisch te doen, zijn mooie vriendin Karolina Enders is hem al ontglipt, zijn vriend en ex-chef Josef Früchtl spreekt hem vanuit het hiernamaals vermanend toe.
grapjes en quotes
Het boek zit vol grapjes en quotes uit de rijke geschiedenis van het DDR-jargon. Alle Oost-Duitse producten, van steenhard wc-papier tot en met rookwaar en drank, komen in het boek in modernere versies voor. Op billboards eten Marx en Engels samen bij een soort McDonalds, die als logo een gele, plat liggende B heeft en grossiert in DDR-cola en Bürger-burgers. Sommige grappen hebben het in Duitsland al tot posterformaat gebracht, met de vrijwel onvertaalbare kreet: Habt Ihr genossen, Genossen? (Hebt u genoten, (volks)genoten?)
Urban idealiseert de DDR niet (het was altijd een onhaalbare utopie), maar staat ook kritisch tegenover de Bondsrepubliek, die hij maar een rechtse, religieuze vreetschuur vindt. Nee, dan liever een biljet van twintig mark, gedrukt door de Staatsbank der DDR in 1971. Daar staat tenminste Goethe nog op.
geschiedenis
Plan D
Simon Urban. Uitg. Signatuur, Amsterdam 2014. 482 blz. 22,95
25 jaar Muur en boeken over de DDR
Een kwart eeuw na het vallen van de Berlijnse Muur verschijnt ook in het Nederlands een kleine golf aan nieuwe literatuur over de DDR.
Het Oostblokboek. Een reis langs de sporen van het communistische verleden
Hellen Kooijman (red.). uitg. Nieuw Amsterdam, 2014. 208 blz. 19,95
Het ultieme knip- en plakboek over de wereld achter het voormalige IJzeren Gordijn. Deze herinnering aan het rijk van de homo sovjeticus gaat ondanks de bonte kakofonie van fotos en kadertjes zo planmatig als het Oostblok ooit bedoeld was alle landen af. Het boek brengt opvallende zaken. Thematische hoofdstukken over sport, muziek en winkels doorsnijden de rondtocht. Een register maakt namen en zaken makkelijk te vinden.
Vluchtcode vlinder
Margriet Brandsma. Uitg. Conserve, Schoorl 2014. 160 blz. 17,99
In 1973 wil Michael uit de DDR naar zijn Nederlandse verloofde Rina vluchten. Hij wordt gesnapt en pas na jaren vrijgekocht met West-Duits geld. De DDR verdiende miljarden aan de Freikauf van gevangenen. Het losgeld kon oplopen tot 95.000 D-Mark. Een ex-NOS-correspondent in Berlijn ontrafelt het netwerk.
Dansen op de Muur
Maria Genova. Uitg. Just Publishers, Meppel 2014. 224 blz. 16,95
Maria Genova trok op haar negentiende vanuit Bulgarije naar het Westen. Dat was in 1991, nu is ze journaliste. Ze vertelt in onopgesmukte schrijfstijl hoe het Oostblok voor gewone mensen in elkaar zat. Er zijn katernen met prachtige fotos die een vervlogen tijd terugbrengen. Dat ademt weemoed, want bij alle repressie was het Oostblok veiliger en vriendelijker dan het maffiose nieuwe Europa van nu, stelt ze.
Van het socialisme, de dingen die voorbij gaan
Willem Melching. Uitg. Prometheus Bert Bakker, Amsterdam 2014. 336 blz. 39,95
Dit voorjaar verscheen een geactualiseerde versie van het meest nuttige boek over de DDR dat in Nederland verscheen. De auteur, historicus aan de Universiteit van Amsterdam, vertelt met in de titel een knipoog naar Couperus het waarom en hoe van de partij, de Berlijnse Muur, de Trabant, de implosie Oost-Duitsland en de Duitse vereniging.
Het IJzeren Gordijn
Rob Heirbaut en Hendrik Vos. Uitg. Van Halewyck, Leuven 2014. 192 blz. 17,95
Dit is het boek bij de vijfdelige serie die momenteel op het tweede Vlaamse publieke net Canvas loopt. Met vouwfietsen trekken een programmamaker en een professor langs een stuk of vijftien plekken in Oost-Europa en spreken met kleurrijke mensen, zoals de Tsjechisch beeldend kunstenaar David Czerny en een Finse sovjetmoppentapper.
Retour Berlin Ostbahnhof
Dolores Thijs. Uitg. Marmer, Baarn 2014. 318 blz. 19,95
Journaliste Dolores Thijs is een Vlaamse die het Oostblok van voor 1989 kent. Haar vader Maarten woont van 1956 tot 1959 in de DDR als correspondent voor communistische bladen en zij is dan tiener. Op school wordt ze gepest, haar moeder is geen partijliefhebber en van Bertolt Brecht ontbreken delen van zijn verzameld werk. De Muur is er nog niet, puberend loopt ze heen en weer tussen de weelde in het westen en het gebrek in het oosten.
Na de val. Nederland na 1989
Hanco Jürgens. uitg. VanTilt, Nijmegen 2014. 208 blz. 19,89
Origineel geprijsd boek over de wisselwerking tussen binnenlandse en buitenlandse ontwikkelingen in en om Nederland, voor en na de val van de Muur. De auteur werkt op het Duitsland Instituut in Amsterdam. Het boek is verdienstelijk, maar leest met volgepropte bladzijden en een wat academische schrijfstijl niet makkelijk.
Rode liefde. Een Oost-Duitse familiegeschiedenis
Maxim Leo. Uitg. Cossee, Amsterdam 2014. 274 blz. 21,90
Maxim Leo groeide op in de jaren zeventig in de DDR. Hij zag pas later in waarom zijn vader Wolf en moeder Anne door toedoen van het systeem uit elkaar gingen, waarom zijn grootvader Gerhard eerst een verzetsheld en later een geïsoleerde verbitterde man was. Deze memoires doen pijn.