Samen
Je vraagt je af hoe ze er überhaupt in is gekomen, want eruit stappen lukt nauwelijks.
Terwijl bij de andere deuren mensen al gehaast instappen, is de vrouw met haar volgeladen rollator halverwege de eerste tree. Iemand grijpt haar arm. Een ander pakt een wiel. Een van de plastic tasjes die aan het stuur hangen, valt op de grond. Een hand raapt het op. De vrouw lacht een beetje. Bedankt hoor, knikt ze. Langzaam zakt ze richting het perron.
De rijen bij de andere deuren zijn inmiddels verdwenen. Van achteren wordt geduwd: schiet op. Eindelijk staat ze achter haar rollator naast de trein. Een meisje brengt haar portemonnee, die lag ook ergens op de grond. De reizigers kijken elkaar even aan en glimlachen. Naar binnen nu. Weer stokt de rij, een vrouw probeert haar fiets door de smalle doorgang te tillen.
Wacht effe, zegt een grote, dikke jongen in zijn telefoon. Aan de kant mevrouw, ik help u. Met één hand tilt hij het rijwiel het balkon op. De reizigers glimlachen nog een keer en stappen dan zwijgend in, zich nog even koesterend aan de warmte die op het perron in de regen vervliegt.