Luister naar

Ter kerke bij Franca Treur

Nieuws
Dorsvloer vol confetti beleeft zijn 26e druk en wordt verfilmd. Hans Werkman was een weekend in Meliskerke en ging er naar de kerk van Franca Treur. Zijn ervaring.
Hans Werkman
vrijdag 24 mei 2013 om 08:29
Ter kerke bij Franca Treur
Ter kerke bij Franca Treur

Mijn vrouw heeft thuis een stemmig hoedje opgeduikeld, en het staat haar goed. We komen de hal van de kerk binnen. Je hoort er hooguit een gefluisterd woord. Zwijgend trekken de mensen hun jas uit, zwijgend gaan ze de immense kerkruimte binnen, zwijgend zoeken ze hun plek, zwijgend wachten ze tot de dienst begint. Alleen het orgel tinkelt, psalm 105, hé, ritmisch!

Donkerblauw, zeer donkergrijs en zwart zijn de kleuren van de kleren. Mijn bruinoranje jasje detoneert. Alleen de kinderen dragen een geblokte bloes, een lichtpaarse baret. Veel hoeden zijn breedgerand, als die van Beatrix, maar zwart. Er wordt nauwelijks bewogen. De gemeente is al vóór de dienst een bijna gestolde donkere zee van ronde en hoekige golven.

meliskerke

Franca Treur komt hier niet meer. In het Willem Witsenhuis aan het Oosterpark in Amsterdam werkt ze aan haar tweede roman, die najaar 2013 zal verschijnen. Dit jaar nog starten de filmopnames van haar eerste, Dorsvloer vol confetti (2009). De 26ste druk ligt in de winkel. Het verhaal speelt omstreeks 1990 in Meliskerke, Francas geboortedorp.

De doorsnee van Meliskerke keurt het boek af. Maar het is de vraag of Franca Treur in Melis-kerke veel echte lezers heeft. Het lijkt erop dat de een de ander napraat. Meliskerke herkende verschillende romanfiguren en voelde zich te kijk gezet. Even zwaar woog dat Franca niets meer ziet in kerk en geloof. Maar eerlijk gezegd, daar gaat de roman niet over.

vragen

Het is een met talent geschreven verhaal over een pubermeisje in een Gereformeerde Gemeenten-gezin. Dat gezin komt er in de roman goed van af. Het is wat plagerig, maar was sich liebt das neckt sich, wie elkaar plagen die houden van elkaar. Het boek observeert de mensen en de kerk, het schopt er niet tegenaan. Het stelt wel vragen. Maar vragen stellen aan geloof en traditie, zou dat dan niet mogen in Meliskerke?

Van de 1500 inwoners zijn er 1200 lid van de plaatselijke Gereformeerde Gemeenten. Het moderne kerkgebouw telt 1050 zitplaatsen. Midden in het dorp staat de oude Odulphuskerk met honderd zitplaatsen, voldoende voor de PKN-gemeente Biggekerke-Meliskerke. Vóór de oorlog, toen de kleine gereformeerde kerk nog een eigen gebouw had, ging de spraakmakende schoolmeester A. Janse uit Biggekerke hier ter kerke. Maar dat is heel lang geleden.

bolussen

In de leuke christelijke boekwinkel De Boekenmolen van Willy Wouters, net buiten het dorp, naast de molen, ligt ook Dorsvloer vol confetti te koop. Franca liep er af en toe binnen toen ze nog in Meliskerke woonde. Willy Wouters, lid van de Gereformeerde Gemeenten, verscheen vorig jaar in een tv-programma van de EO, wandelend aan het strand, in een vriendelijk kritisch gesprek met Franca. Er zijn dus uitzonderingen in Meliskerke.

De weerstand in het dorp tegen het boek moet trouwens niet overdreven worden. Daar is Franca ontwapenend open over. Twee jaar geleden schreef ze op haar website: Op Walcheren gaat het hardnekkige gerucht dat naar aanleiding van mijn roman mij een brood zou zijn geweigerd door Bakkerij Koppejan. Dit verhaal klopt niet. Iedereen die zich uit solidariteit Koppejans heerlijke bolussen ontzegt: bedankt, maar u doet uzelf onnodig tekort.

liturgische beweging

Het orgel zwijgt. De 1050 zitplaatsen zijn in deze middagdienst bijna allemaal bezet. De ambtsdragers treden binnen zoals Franca Treur het in haar boek beschrijft: een stoet van een stuk of tien mannen trekt in ganzenpas voorbij, zwart, zoals ze leren dat hun ziel is voor de Heere (22).

Achteraan loopt de preeklezende ouderling met een zwart boek. Als op een geheim sein rijst de gemeente op. Ho, niet de gemeente, deze liturgische beweging geldt alleen de mannen. Mijn vrouw is al bezig omhoog te komen, maar kan bijtijds terugzakken. Het stil gebed van de staande mannen aan het begin. De hoofden buigen zich.

eindeloos

Het zingen duurt lang en toch zingen we weinig, zes psalmversjes in de hele dienst. Het orgel is opeens zwaar vertraagd geraakt. Tussen elke psalmregel hangt een stilte van drie seconden, en dan is de gemeente weer slepend op gang geraakt. God zal zijn waarheid nimmer krenken. Waarom kiest men ervoor om zon regel slepend in zeventien seconden te zingen en niet fris in zeven?

Maar het is geen keuze, het is de onaantastbare zondagse traditie die dit eindeloos trage zingen laat voortbestaan in een tijd van snelle gedigitaliseerde melk- en kantoormachines die morgen weer worden opgestart door deze zelfde mannen en vrouwen. Bij het lange gebed vóór de preek gaan de mannen opnieuw staan, maar nu zijn het veel minder mannen dan bij het stille gebed vooraf. Alleen de strengste mannen doen dat bij hen in de kerk, zegt de roman (125).

rationeel

Waarom dat staande bidden van alleen de mannen? Een vorm van heerschappij oefenen over de vrouwen? Goed, ik schoot als jongen in mijn gereformeerde kerk ook omhoog bij het bidden, maar dat is daar allang afgeschaft. Lege vormen bestaan vaak voort door de macht van een conservatisme dat geen vragen toelaat en dus geen aanpassing.

De preek gaat over zondag 12: Waarom is Hij Christus genaamd? en Waarom wordt gij een Christen genaamd? Er is een leergedeelte (veertig minuten vóór de tussenzang) en een toepassingsgedeelte (achttien minuten na de tussenzang). Het leergedeelte is sterk cognitief, met een indeling in ten eerste, ten tweede, ten derde, en die weer rationeel onder- en onderverdeeld in één, twee, drie.

verrassing

Het is een leespreek van een twintigste-eeuwse dominee. Hij moet er tevreden over geweest zijn, anders had hij dit niet gepubliceerd in een prekenboek. Maar erg publiekgericht is hij niet. Na tien minuten ben ik het overzicht kwijt. En nergens is een beamer of hulpstencil te bekennen. Ik zie ook niemand die iets noteert.

Een vreemdeling die weinig van kerk en geloven weet, moet zich hier volkomen geïsoleerd voelen, genegeerd zelfs. In de woorden die vanaf de kansel gestaag neerdalen, zit bovendien geen enkele verrassing. De preek is gegoten in clichétaal, waar de ouderling met zijn diepe bas een extra klanke Kanaäns aan verleent.

kinderkoor

De totale gemeente zit doodstil. Een meisje vóór ons drukt zich af en toe iets dichter tegen de schouder van haar vriend. Vanonder haar hoed golft mooi lang blond haar over haar schouders. Ze lijkt van achteren op Franca Treur. Luistert ze? Ze zit wel stil, maar de stand van haar hoofd zegt dat ze recht voor zich uit kijkt, en niet omhoog naar de kansel.

Ook de kleine jongetjes met blond of zwart haar en de kleine meisjes met mutsjes en baretjes zitten stil, zonder pennetje, zonder papier om iets op te tekenen, zonder prentenboekje over David of Jezus. Hooguit glijdt het jongetje van tien dat vóór ons zit, in de loop van het uur wat naar beneden op zijn zitplaats. Voorbeeldig? Of geprogrammeerd? Zingt hij mee in het kinderkoor De Nachtegaaltjes van deze gemeente? Misschien, maar nooit in de dienst op zondag.

de binnenkamer des heils

Na de tussenzang volgt de toepassing. De kerktaal ruikt nu sterker naar vorige eeuwen. Er is een verlossingsraad Gods in de stille eeuwigheid. Ook de verworpenen worden geroepen door een uitwendige roeping. Maar geliefden, een inwendige roeping is noodzakelijk. Wij moeten in de binnenkamer des heils geleid worden. Gemeente, lees toch veel in de werken der vaderen, die van het vette verzadigd en van wellust dronken werden.

Franca Treur legt in haar roman het verschil uit tussen de Gereformeerde Gemeenten en de Uitgetredenen, de Steenblokkianen: In onze kerk preekt de dominee voor alle gemeenteleden. Hij preekt dat er bij God genade is voor zondaren. Dat betekent niet dat iedereen het ook krijgt, want velen zijn geroepen, en weinigen uitverkoren en God weet al precies wie er zullen ingaan op Zijn uitnodiging.

bekering

Het aanbod is er echter wel voor iedereen. Bij de Uitgetredenen worden alleen de uitverkorenen aangesproken. Als je daar niet bij hoort, is zelfs het aanbod van genade niet voor jou (125).Inderdaad, er bestaat in deze dienst aanbod van genade. De ouderling leest het in gedateerde taal voor uit zijn prekenboek: Christus heeft volkomenlijk betaald. Hij pleit voor ons en zal niet verflauwen in het gebed.

Gemeente, weest een biddend volk, van welke gezegd wordt: Ziet, hij bidt. O, gemeente, was ik een biddende priester als eens Smytegelt, maar ik kan in zijn schaduw niet staan. Philpot zei dat de kerk moest zijn als een juffrouw die door een vuile straat loopt in een schoon wit kleed. De preek voegt er het oordeel aan toe: Kinderen, luistert toch naar het Woord. Ouden, die reeds de kroon der grijsheid draagt, het kan nog, de bekering. Na de dood zal het te laat zijn, daar is de eeuwige knersing der tanden. Kom dan tot Jezus.

belijdenis doen

Binnen een kwart seconde na het Amen rijzen de mannen en jongens op voor het slotgebed. Getraind als ze zijn hebben ze het einde aan voelen komen. In Dorsvloer vol confetti staat het zo: de ouderling leest met net een beetje extra dramatiek in zijn stem, wat betekent dat het amen nadert. De jongens, die de hele preek onderuitgezakt hebben gezeten, horen het ook en gaan rechtop zitten, klaar om als eerste te gaan staan voor het dankgebed (23).

Na het gebed worden negenentwintig namen voorgelezen van jongeren die belijdenis gaan doen. Wat betekent hier belijdenis doen? Ik kan nauwelijks geloven dat het een getuigenis is van een relatie met Christus. Anders zouden die jongeren binnenkort allemaal naar de viering van het Avondmaal gaan.

geloof

Daar zal geen sprake van zijn. Belijdenis lijkt alleen belijdenis van de leer te zijn. Met Pasen 1999 stond Franca Treur met haar blozende wangen hier ook voor in de kerk belijdenis van haar geloof te doen. Toen twijfelde ze al. Maar het was zon gedoe om alles stop te zetten, ze wilde geen scène maken en daarom wrong ze een gestrest ja uit haar keel.

Twee jaar later bedankte ze voor de kerk en ook, met verdriet, voor het lidmaatschap van haar reformatorische studentenvereniging in Leiden, waar ze Nederlands studeerde. Het waarschijnlijkheidsniveau van het geloof was voor haar tot een minimum gedaald.

alles met vrij erin

De ouderlingen marcheren langzaam af. De gemeente staat ademloos te wachten. De eerste noot van het uitleidend orgelspel geldt als startschot, schrijft Franca. Het klopt na vijfentwintig jaar nog altijd. Maar vreemd, men blijft zwijgen. Zwijgend verlaat men de kerk. Zelfs in de hal zwijgt men bij het jas aantrekken. Er is geen communicatie. Er is geen gesprek. De vreemdelingen in de kerkdienst krijgen nog geen knikje.

De menigte maakt zich door de straten uit de voeten, springt op de fiets of in de auto en haast zich weg, weg, alsof een donkere schaduw hen op de hielen zit. In een mum van tijd zijn de straten van Meliskerke weer leeg. Gaat het daarna thuis zoals het in Dorsvloer vol confetti gaat? Het gesprek na de preek waarbij de punten van de preek worden overhoord. En daarna, schrijft Franca Treur, wordt het vrij, wordt het gezellig. Alles met vrij erin is altijd beter dan dat wat eraan vooraf is gegaan(8).

blok aan het been

Hoe zal het morgen zijn? Hoe kan er voor deze mensen een maandag anno 2013 aanbreken waarop ze weer op kantoor zitten achter de computer of op de tractor voor het dashboard? Er ligt een brede cultuurkloof tussen de bewegingloze, geclicheerde zondagsdiensten en de moderne weekdagen. De zondag lijkt een blok aan het been van de week.

Als de zondag niet in open verbinding staat met de maandag, en de kerkdienst geïsoleerd wordt van de moderne samenleving, hoe zal de kerk dan nog kerk in de wereld kunnen zijn? De kerkdienst is een testcase of de kerk er wil zijn in en voor de samenleving. Geen wonder dat Franca Treur dit niet meer trok. Er is een voorzichtig-kritisch groepje anderen dat het wel blijft trekken, met oog voor waardevolle dingen die óók gebeuren. Ik heb daar bewondering voor. Maar hoe lang kan dat zo doorgaan? Ten koste van wat?

eenzijdig

Ik zou het geestelijk niet volhouden bij de wekelijkse terugkeer naar zulke straffe, inactieve, slepende, niet-creatieve, donker aangeklede diensten. Maar ik heb makkelijk praten. Ik mag terug naar een gemeente waar men allang geleerd heeft een kerkdienst flexibel, creatief en positief in te vullen, wel in het kader van een traditie, maar niet opgehangen aan de eeuwenlange waarheid van een menselijke traditie waar de eigen verantwoordelijkheid achter weggestopt wordt.

Franca Treur heeft haar gemeente in Meliskerke voorgoed verlaten. Ik begrijp het. Wat er restte van haar geloof is daarna verdwenen. Het is te gemakkelijk om de schuld daarvan alleen naar haar te schuiven. Een kerk kan met haar onwrikbare tradities en wetten een grote schuld op zich laden, als zij een eenzijdig beeld van God en mens laat bevriezen in donkere vormen.

schuilhutje

Thuis google ik op franca treur eo en bekijk ik nog eens het tv-gesprek dat Tijs van den Brink met haar had, en daarna de reactie daarop van de Amsterdamse theoloog en coach Remmelt Meijer (www.remmeltmeijer.nl). Meijer heeft het over Francas verantwoordelijkheid. Hij schrijft: Mijn vraag die onbeantwoord blijft is: kan Franca Treur zich een geloof voorstellen dat anders is dan wat zij heeft afgewezen? Waarin vrijheid en liefde centraal staan en waarbij die twee juist alles te maken hebben met de Jezus die in haar verhaal versteend achterblijft in de Zeeuwse bevindelijkheid?

Op diezelfde zondag zijn we nog in een andere gemeente, vlakbij, in Middelburg. Naast de kansel is een hutje van wilgentenen gebouwd. De kerkgangers mogen tussen de wilgentakken een papiertje stoppen waar ze een zonde op hebben geschreven. Over een paar weken zullen die briefjes in de dienst worden verzameld. En vernietigd. Rondom dat schuilhutje gaat het over de milde, diepe eenvoud van genade en vrijheid.

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Bij christelijke organisaties lopen geloof en werk soms op een ongezonde manier door elkaar.

Werken bij christelijke organisatie valt soms tegen: zalvende woorden maar onrecht blijft bestaan

Het Nederlands Dagblad besteedde aandacht aan manipulatie, machtsmisbruik in de evangelische wereld. Maar het probleem speelt ook bij andere christelijke organisaties, schrijft Ineke Evink van vakorganisatie CGMV.

Mark Rutte, Geert Wilders en Sigrid Kaag. We hebben deze drie soorten politici nodig. Sterker, we zijn zélf van dit soort types en gedragen ons er naar.

We zijn saai, moralist en boos. En zo zijn ook onze politici. Daarom kunnen ze lastig samenwerken

Wij Nederlanders lijken op Rutte, Kaag en Wilders. Frank van den Heuvel laat zien hoe het karakter van iedere Nederlander bij een van deze drie politici past.

Stel dat ‘doe dit, tot Mijn gedachtenis’ al begint op het land? Dat is dus niet: onderwerp de grond aan een regime van uitputting, tot Mijn gedachtenis.

Avondmaal en eucharistie beginnen in de grond, waar het krioelt van torren en wormen

Jezus zegt niet: spuit gif op de vrucht en het blad en dood in het voorbijgaan alles er omheen, tot Mijn gedachtenis. Theoloog en boer in opleiding Elsa Eikema stelt prikkelende vragen bij ons avondmaal.

Afbeelding

Hoe het lijntje tussen de Nederlandse Gereformeerde Kerken en Israël hersteld kan worden

De Nederlandse Gereformeerde Kerken knipten het 'officiële lijntje' met Israël door, maar zoeken tegelijkertijd naar een manier om toch verbondenheid te tonen. Lieddichter Ria Borkent doet een voorstel.

Behandeling in de gesloten jeugdzorg heeft geen enkele kans van slagen zolang het aan echte nabijheid van hulpverleners ontbreekt.

Staatssecretaris Van Ooijen en Kamerleden, zet jullie boosheid over gesloten jeugdzorg om in actie

Hoe kan het dat staatssecretaris Van Ooijen (VWS) zegt dat de gesloten jeugdzorg misschien maar wat langer open moet blijven? Maak liever meer vaart om goede alternatieven te vinden, betoogt Margot Ende-van den Broek.

De Duitse bondskanselier Scholz staat onder druk: welke wapens gaat hij Oekraïne leveren?

Bondskanselier Scholtz kan een andere keus maken en zo een moreel belangrijke daad verrichten

Komende paasdagen vinden in Duitse steden vredesdemonstraties plaats. De leuze is: ‘Nooit weer oorlog is nú’. Want nú wordt besloten welke wapens Duitsland aan Oekraïne levert. Hans Ester legt uit hoe gevoelig dat ligt.