Ik gun iedereen een reis naar Afrika
'Vorige maand ben ik met andere leerlingen van school, het Gomarus College in Groningen, naar Uganda geweest. Dat was voor mijn profielwerkstuk. Ik heb met een vriendin een training gemaakt om lichamelijk gehandicapte kinderen sociale vaardigheden bij te brengen. We hebben die training daar gegeven. We deden spelletjes en toneelstukjes met de kinderen. Het ging over oogcontact maken, overleggen, emoties en 'nee' zeggen. De kinderen hadden nog nooit gepraat over emoties.'
'Een land als Uganda is niet te vergelijken met Nederland. Het is een totaal andere wereld, maar ik voelde me er snel thuis. De mensen zijn er heel open en aardig. Het heftigste dat ik heb meegemaakt is een bezoek aan een weeshuis. Daar zitten kinderen die uit de gevangenis zijn bevrijd door de organisatie Foodstep. Er woonde ook een jongetje dat door zijn ouders naar de gevangenis was gestuurd omdat hij niet naar ze luisterde. Gelukkig hebben ze hem vrij kunnen krijgen.'
'In mijn hoofd ben ik nog in Uganda. Het is moeilijk om weer te wennen. Hier ben ik scholier en leid ik mijn eigen leven; ik beteken eigenlijk niets. Daar betekende ik echt iets. Toen ik wegging had ik ook het gevoel dat ik nog zo veel moest doen... Als ik minister-president van Nederland was, gunde ik iedereen een reis naar Afrika. Het is heel goed om te beseffen dat wat wij hier hebben niet alles is. Er is meer. Sinds ik terugben, twijfel ik of ik mijn rijbewijs op korte termijn ga halen; misschien ga ik van het geld wel weer naar Uganda.'
'Ik woon met mijn ouders in Zuidlaren. Ik ben de enige van de kinderen die nog thuiswoont. Ik heb een broer van 24 en een zus van 20 jaar maar die studeren en wonen allebei in Groningen. Ik vind het wel lekker rustig. De hele bovenverdieping is van mij, inclusief de badkamer. Maar soms is het ook wel saai. Ik vind het leuk als mijn broer en zus in het weekend naar huis komen.'
'In de avonduren werk ik als caissière bij de Albert Heijn. Zolang ik niet langer dan drie uur achter de kassa hoef te zitten, vind ik het prima. Ik ben veel te onrustig om lang te zitten. Een aantal van mijn vriendinnen uit Zuidlaren werkt bij dezelfde AH. Dat is leuk. We spreken vaak wat af na werktijd. Mijn vrienden zijn belangrijk voor me, met hen kan ik dingen delen.'
'Sinds groep 8 houd ik een dagboek bij. Ik bewaar alles. Als ik ergens ben geweest, bijvoorbeeld in Parijs, dan bewaar ik ook de kassabonnetjes. Ik maak van iedere vakantie een album. Ik vind het leuk voor later. Ik ga ervan uit dat ik heel oud word. En als ik overlijd, zo stel ik me dan voor, dan erven mijn dochters mijn dagboeken. Ik zou het ook leuk hebben gevonden als ik dagboeken van mijn moeder had, maar die heeft ze niet. Meestal schrijf ik één keer in de week; ik houd van schrijven.
Ik houd er ook van om lekker een beetje op mijn bed te hangen en te kijken wat er op Facebook en Twitter gebeurt. Ik vind het leuk om tijdschriften te lezen, bijvoorbeeld de Flair. Die leen ik meestal bij de bieb. Op zich vind ik lezen leuk, maar ik doe het niet zo veel. In de zomer lees ik thrillerachtige boeken, bijvoorbeeld van Simone van der Vlugt.'
'Mijn geloof in God is iets waar ik elke dag mee bezig ben. Het is zo gewoon omdat je het van jongs af aan meekrijgt. Geloof is een houvast in mijn leven. God heeft een plan met mijn leven. Ook Uganda heeft Hij op mijn pad gezet.'
'Het nieuws volg ik niet echt. Soms blader ik het ND door, dat is de enige krant die we hebben. Ik vind het wel leuk om de familieberichten te lezen.'
'Na de havo wil ik communicatie studeren aan de Hanzehogeschool in Groningen. Later wil ik uiteraard een leuke man. Ik zou ook wel kinderen willen, maar niet meer dan twee of drie. Een bevalling lijkt me vreselijk. Als ik in Uganda zou wonen, zou ik misschien ook nog kinderen willen adopteren, dan heb je van beide wat.'